20
5. Breng het fi lterdeksel (20) weer aan.
6. Schakel de voeding van het ventilatiesysteem in.
7. Schakel naar ventilatorsnelheid V3 op het bedie-
ningspaneel (zie p. 48, De ventilatorsnelheid hand-
matig instellen).
OPMERKING
De waarden in onderstaande diagrammen gelden
voor ventilatorsnelheid V3.
M+P-26A-228
8. Het nominale luchtstroomvolume (afzuiglucht) kan
worden ingesteld aan de hand van de curves met de
potentiometer (27) (zie onderstaand diagram).
Bij levering is de potentiometer (27) ingesteld op stand
4. Voor de instelling van het werkpunt raadt S&P aan
uit te gaan van een systeembedrijfsdruk van 100 Pa
(als de reële druk niet gekend is). Stem het af op de
waarde van de curve het dichtst bij het kruispunt tus-
sen het nominale debiet en 100 Pa. Controleer vervol-
gens de afzuig en aanzuigluchtstromen. Doe indien
nodig verdere afstellingen met de potentiometers (27)
voor de afzuiglucht en (28) voor de aanzuiglucht.
De debieten kunnen ook worden ingesteld door het
drukverschil te meten of met behulp van de ServoFlow
kit (module voor constante luchtstroom, optioneel ac-
cessoire).
27
4
0
A
M+P-26A-2215
21