AIRSENS-sensoren confi gureren
1. Selecteer de AIRSENS-bedrijfsmodus MF2 met be-
hulp van de dipswitches (SW).
Operating mode MF2
0-10V output
Output + Modbus (read)
2. Bovenste en onderste ppm-grenswaarden kunnen
worden gewijzigd met respectievelijk potentiometers
P1 en P2.
De standaard fabrieksinstellingen (min. 1100 – max.
1200 ppm) moeten echter worden gerespecteerd om te
voldoen aan de BCRG gecontroleerde toelatingsverkla-
ring met codering 20220165GK. Alleen op die manier zal
het SABIK CO2-gestuurde systeem dienovereenkomstig
werken.
P1 potentiometer
position
(%)
0 (Default setting)
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
P2 potentiometer
position
(%)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100 (Default setting)
36
Upper target value
CO2 concentration
(ppm)
1200
1280
1360
1440
1520
1600
1680
1760
1840
1920
2000
Lower target value
CO2 concentration
(ppm)
450
514
578
642
706
770
834
898
962
1026
1100
6.5.2. AIRSENS RF
Deze paragraaf beschrijft het gebruik van draadloze AIR-
SENS-CO2-sensoren. De instructies voor het installeren
van bedrade AIRSENS-CO2-sensoren vindt u in para-
graaf 6.5.1.
Onze aanbevolen oplossing voor regeling van de binnen
luchtkwaliteit (IAQ) is gebaseerd op AIRSENS RF-sen-
soren. Het bestaat uit een of meer 5416064000 AIR-
SENS RF SABIK-CO2 NL (maximaal 4) en een ontvanger
5800015600 REC.AIRSENS RF.
Elke AIRSENS RF stuurt de ontvanger informatie over de
CO2-concentratie via radiofrequentie. De ontvanger zet
deze informatie om in een 0-10 V signaal zodat de SABIK
capaciteit steeds wordt geregeld op basis van de actuele
binnen-luchtkwaliteit.
Analoge signaaluitgang (0-10 V signaal)
De REC. AIRSENS zendt de door de AIRSENS RF geme-
ten CO2-concentratie naar de SABIK-eenheid. Zijn er
meerdere AIRSENS RF aangesloten (max. 4 AIRSENS
RF), dan is de hoogst ontvangen CO2-concentratie steeds
bepalend. Meer gedetailleerde informatie over de REC.
AIRSENS-ontvanger en de AIRSENS RF-sensoren vindt u
in de handleidingen.
REC installeren: de AIRSENS-ontvanger
1. Monteer REC. AIRSENS-ontvanger in een droge om-
geving (IP20) op een vlakke ondergrond in de buurt van
de SABIK-eenheid met behulp van de bevestigings-
punten.
2. Draai de schroeven los, druk beide kleppen met een
geschikt gereedschap naar binnen en verwijder het
deksel.
3. Sluit de REC.AIRSENS ontvanger aan op de netvoe-
ding (230V 50Hz) zodra u gaat koppelen met de AIR-
SENS RF sensoren (zie hierna AIRSENS RF-sensoren
(zenders) koppelen met REC). Namelijk op het mo-
ment dat u voeding op de ontvanger zet start een 2
minuten periode waarin de RF sensoren kunnen wor-
den gekoppeld.