5.2.2. Overzicht versie B ............................13 5.2.3. Versie A of B kiezen ............................13 5.2.4. Inleveren van het apparaat ........................... 14 5.3. Het ventilatiesysteem SABIK installeren ....................... 14 5.3.1. De muurrail bevestigen ..........................14 5.3.2. Het ventilatiesysteem monteren ........................16 5.3.3.
• Lees aandachtig deze gebruiks en installatie in- structies alvorens het ventilatiesysteem te installe- 2.1. BEOOGD GEBRUIK ren, gebruiken, onderhouden of repareren. Het ventilatiesysteem SABIK is bedoeld voor de vraag ge- • Alleen bevoegde deskundigen mogen installatie , stuurde ventilatie van eengezinswoningen. reparatie en elektriciteitswerkzaamheden uitvoe- ren.
Het ventilatiesysteem SABIK is niet geschikt voor drooginstallaties. 2.3. GARANTIE Voor de unit die door S&P wordt geleverd, geldt een ga- rantie van 24 maanden op de onderdelen. Die garantie- periode gaat in op de factuurdatum.
3. BIJGELEVERDE COMPONENTEN/ITEMS M+P-26A-212 Versie A Versie B Ventilatiesysteem SABIK Aansluiting voor afzuiglucht Aansluiting voor buitenlucht Aansluiting voor aanzuiglucht Aansluiting voor afvoerlucht Aansluiting voor buitenlucht Aansluiting voor afzuiglucht Aansluiting voor afvoerlucht Aansluiting voor aanzuiglucht Filter (buitenlucht) – ISO 65% (G4) / Filter (afzuiglucht) –...
4.3. PRESTATIES OPMERKING Ventilatorsnelheid V1 dient om te beschermen tegen vocht wanneer de woonruimten leeg zijn. Gebruik deze ventilatorsnelheid alleen als er niemand aan- wezig is. Fabrieksinstellingen Ventilatorsnelheid V1 Vochtbescherming ( Ventilatorsnelheid V2 Matige ventilatie ( Ventilatorsnelheid V3 Nominale lucht ( BOOST Intensieve ventilatie ( ) 4.4.
4.6. DIAGRAM HOOFDPRINTPLAAT Aansluiting VOC sensor (optioneel accessoire) Aansluiting bedieningspaneel SABIK-FB DIP switches om het ventilatiesysteem in te 3 4 2 stellen Modbus RTU-aansluiting / Aansluiting voor communicatiemodule SPCM (optioneel accessoire) Potentiometer om het nominale debiet af te stellen (afvoerlucht) (fabrieksinstelling: stand...
5. INSTALLATIE (DOOR DESKUNDIGEN) 5.2. VERSIE A OF B KIEZEN Voor een fl exibele installatie van het ventilatiesysteem kan het apparaat ter plaatse worden omgekeerd. Daar- voor moet de confi guratie van de luchtaansluitingen en OPGELET de condens aansluiting worden aangepast. Het ventilatiesysteem mag alleen worden geïnstal- 5.2.1.
5.2.2. Overzicht versie B 5.2.3. Versie A of B kiezen Luchtaansluitingen M+P-26A-2130 1. Koppel het apparaat los van de voeding. 2. Verwijder het fi lterdeksel (20). Afblaas naar Toevoer buiten woning Buitenlucht Afzuig aanzuig woning Condens aansluiting M+P 26A 2129 M+P-26A-2131 Gebruik condens aansluiting (15).
"Versie B" over de originele sticker. 1. Plaats de muurrail (18) horizontaal en boor gaten. A min. 200 mm (van de muur aan de linker en rechterkant) 5.3. HET VENTILATIESYSTEEM SABIK B afstand condens aansluiting plus hoogte INSTALLEREN ventilatiesysteem, zie p. 10.
Pagina 15
C 655 mm D 390 mm (inclusief de ruimte die nodig is voor de condens aansluiting) 2. Bevestig de muurrail SABIK-WMC (76) en (77) met de schroeven (78). OPMERKING De schroeven (78) zijn niet bijgeleverd. Gebruik ge- paste schroeven (78) en pluggen voor de betreffende...
5.3.2. Het ventilatiesysteem monteren OPMERKING Hier wordt de montage van het ventilatiesysteem af- gebeeld met de bijgeleverde muurrail. 1. Bevestig de afstandsblokken (73) in de aangegeven zone aan de achterkant van het ventilatiesysteem (1). 2. Monteer het ventilatiesysteem (1) op de muurrail (18). 3.
5.3.3. De condensleiding aansluiten OPMERKING Deze beschrijving is slechts een voorstel voor de in- stallatie van de condensleiding. 1. Bevestig de condensleiding (19) langs de aansluitings- kant DN19 met behulp van de bijgeleverde klem (60) aan de condens aansluiting (11) en koppel de leiding in een sifonbocht aan een trechter of sifon.
5.4. DE BUITEN EN AFVOERLUCHTLEIDINGEN INSTALLEREN OPMERKING De leidingen van de buiten- en afvoerlucht moeten geïsoleerd zijn om condensatie te vermijden. 5.5. HET BEDIENINGSPANEEL SABIK-FB AANSLUITEN OPMERKING Het bedieningspaneel kan indien nodig op de muur worden geïnstalleerd (opbouw), op een maximale afstand van 30 m.
Pagina 19
blue white green 5. Haal het bedieningspaneel (7) van het ventilatiesys- 8. Leid de kabels (29) van het gat in de muur naar de in- teem en breng in de plaats het afdekpaneel (72) aan. bouwdoos (75). 6. Sluit de kabels (29) aan op de aansluiting (24). OPMERKING De inbouwdoos (75) en kabel (29) zijn niet bijgeleverd en moet tijdens de bouw worden voorzien.
6. INBEDRIJFSTELLING (DOOR DESKUNDIGEN) 6.2.1. Het nominale debiet (afzuiglucht) afstellen aan de hand van de curves OPGELET Het ventilatiesysteem mag alleen in bedrijf worden gesteld door bevoegde deskundigen. Anders bestaat er een risico op verwondingen of schade. OPMERKING Hier wordt steeds het ventilatiesysteem in versie A afgebeeld (zoals geleverd).
Pagina 21
M+P-26A-228 M+P-26A-2215 5. Breng het fi lterdeksel (20) weer aan. 8. Het nominale luchtstroomvolume (afzuiglucht) kan worden ingesteld aan de hand van de curves met de 6. Schakel de voeding van het ventilatiesysteem in. potentiometer (27) (zie onderstaand diagram). 7. Schakel naar ventilatorsnelheid V3 op het bedie- Bij levering is de potentiometer (27) ingesteld op stand 4.
Pagina 22
SABIK 210 [Pa] [Pa] Drukverlies [m³/h] Nominaal debiet (afzuiglucht) Veronderstelde bedrijfsdruk van het systeem...
Pagina 23
SABIK 350 [Pa] 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280 300 320 340 [Pa] Drukverlies [m³/h] Nominaal debiet (afzuiglucht) Veronderstelde bedrijfsdruk van het systeem...
Pagina 24
SABIK 500 [Pa] [Pa] Drukverlies [m³/h] Nominaal debiet (afzuiglucht) Veronderstelde bedrijfsdruk van het systeem...
Pagina 25
Het debiet afstellen De verhouding tussen het debiet van de aanzuig en af- zuiglucht kan worden afgesteld. Het debiet van de aan- zuiglucht wordt aangepast op basis van een percentage van het debiet van de afzuiglucht aan de potentiometer (28) (zie onderstaande tabel). S&P raadt aan om beide luchtstromen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
6.2.2. Het nominale debiet (afzuiglucht) afstellen aan de hand van een drukverschilmeter M+P 26A 2283 5. Breng het fi lterdeksel (20) weer aan. M+P-26A-2130 OPMERKING 1. Verwijder het fi lterdeksel (20). Eerst en vooral moet het nominale debiet (afzuig- lucht) worden ingesteld. Controleer daarvoor op de DIP-switch (5) welke versie is geïnstalleerd (versie A of B).
Pagina 27
1. Het nominale debiet (afzuiglucht) in de ‘voorge- stelde oplossing’ bedraagt 170 m³/u. 23-24 37-38 25-26 40-42 2. Zoek waarde 170 in de tabel voor SABIK 350. 28-29 44-46 3. Draai aan de potentiometer (27) totdat de drukver- 31-32 48-50 schilmeter (67) een waarde van 15-16 Pa aangeeft.
Pagina 28
1. Het debiet van de aanzuiglucht in de ‘voorgestelde 24-26 29-30 oplossing’ bedraagt 170 m³/h. 26-27 32-33 2. Zoek waarde 170 in de tabel voor SABIK 350. 28-29 34-35 31-32 37-38 3. Draai aan de potentiometer (28) totdat de drukver- schilmeter (67) een waarde van 24-25 Pa aangeeft.
SABIK 350 6.3. DE VOCHTSENSOR INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN VOOR DE AUTOMATISCHE Versie B Met voorver- MODUS warmer In de automatische modus regelt het ventilatiesysteem Lucht- Ventilator 1 Ventilator 2 Ventilator 2 de snelheid op basis van de ingestelde relatieve vochtig- stroom...
Zie onderstaande tabel (fa- ontreinigende stoffen in de afzuiglucht. Daarvoor moet brieksinstelling: stand A). de VOC sensor SABIK-VOC (optioneel accessoire) geïn- De maximale waarde voor de luchtvochtigheid van de stalleerd zijn. Zie de specifi eke gebruiks en installatie afzuiglucht kan met de potentiometer (35) worden in- instructies.
Pagina 31
M+P-26A-2142 M+P-26A-213 6. Inschakelen: 1. Koppel de voeding van het ventilatiesysteem los. Zet DIP switch 2 op ‘on’. 2. Verwijder het fi lterdeksel (20). De VOC sensor is geactiveerd. Uitschakelen: Zet DIP switch 2 op ‘off’. OPMERKING Als meerdere modi geactiveerd zijn, is de hoogst ontvangen waarde steeds bepalend.
6.5. IN-/UITSCHAKELEN EXTERNE INGANG 0-10 V Concentratie Stand verontreinigende potentiometer In de automatische modus wordt het luchtvolume in het stoffen (VOC) (35) ventilatiesysteem geregeld door een extern 0-10 V-sig- (ppm) naal wanneer de externe ingang wordt geactiveerd. Hier- 1100 voor moet de 0-10 V-ingang geactiveerd zijn. 1160 Fabrieksinstelling: "uit"=uitgeschakeld 1220...
Pagina 33
M+P-26A-2140 6. Inschakelen: Zet dipswitch 3 op "on". De 0-10V-ingang is ingeschakeld. Uitzetten: Zet dipswitch 3 op "uit". De 0-10V-ingang wordt aangesloten op klem 34 (zie hoofdstuk "4.6. Diagram hoofdprintplaat", p. 11). M+P-26A-213 3. Draai de schroeven Torx 30 (22) aan de onderkant van Fabrieksinstelling: 0-10V niet geactiveerd het apparaat los.
(IAQ) is het gebruik van AIRSENS-senso- ren. Het is mogelijk om tot 4 AIRSENS-sensoren op de hoofdprintplaat aan te sluiten. Elke 5416063900 AIRSENS SABIK-CO2 NL zal een 0-10 V signaal leveren volgens de CO2-concentratie. De SABIK unit regelt de snelheid proportioneel, op basis van het hoogst ontvangen 0-10 V signaal.
Pagina 35
AIRSENS sensoren aansluiten op de ventilatie-unit Maak verbindingen tussen de ventilatie-unit en de AIR- SENS-sensoren zoals weergegeven in de bovenstaande afbeelding. U kunt maximaal 4 AIRSENS-sensoren aan- sluiten.
5800015600 REC.AIRSENS RF. Elke AIRSENS RF stuurt de ontvanger informatie over de CO2-concentratie via radiofrequentie. De ontvanger zet deze informatie om in een 0-10 V signaal zodat de SABIK capaciteit steeds wordt geregeld op basis van de actuele binnen-luchtkwaliteit. 2. Bovenste en onderste ppm-grenswaarden kunnen...
Pagina 37
Sluit de output van de REC.AIRSENS aan op klem 34 van SABIK wtw-unit conform bovenstaand schema.
Pagina 38
AIRSENS RF-sensoren (zenders) installeren 1. Monteer AIRSENS RF-sensoren in droge omgevingen (IP30) op een vlakke ondergrond met behulp van de bevestigingspunten. 2. Open de voorklep van de AIRSENS RF door met een gereedschap op beide druksluitingen aan beide ran- den van de klep te drukken. 3.
S&P raadt in dat geval aan ook een voorverwarmer SA- BIK 210 HR / SABIK 350 HR / SABIK 500 HR (optioneel 2. Bovenste en onderste ppm-grenswaarden kunnen accessoire) te installeren, zodat het apparaat continu kan worden gewijzigd met respectievelijk potentiometers werken.
6.7. HET NOODSTOPCONTACT INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN Dit contact kan worden gebruikt om het ventilatiesys- teem uit te schakelen in een noodsituatie. OPMERKING Nadat het systeem is uitgeschakeld met dit contact, moeten de units worden gereset door ze los te kop- pelen van de voeding. De schakelfunctie moet worden aangepast aan de aan te sluiten componenten (normaal open contact/normaal gesloten contact).
Pagina 41
M+P-26A-2284 7. Leid de kabels (81) van de aan te sluiten componenten (rookalarm, drukschakelaar enz.) naar het ventilatie- systeem en steek ze erin. M+P-26A-2 3. Draai aan de onderkant van het apparaat de Torx 30 schroeven (22) los. 4. Draai aan de bovenkant van het apparaat (pijl 1) de Torx 30 schroeven (21) los.
6.8. DE VENTILATORSNELHEID BOOST INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN Dit contact kan worden gebruikt om de ventilatorsnelheid Boost, intensieve ventilatie te activeren met een externe schakelaar. DIP switch 7 bepaalt of het contact werkt als een normaal open of een normaal gesloten contact. Fabrieksinstelling: ‘off’ = normaal gesloten contact M+P-26A-2148 6.
6.9. HET WEEKPROGRAMMA INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN In automatische modus regelt het ventilatiesysteem de snelheid op basis van het ingestelde weekprogramma. Zie p. 44, Een weekprogramma instellen. M+P-26A-2150 6. Inschakelen: Zet DIP switch 8 op ‘on’. Uitschakelen: Zet DIP switch 8 op ‘off’. M+P-26A-2 OPMERKING 1.
7. PERSOONLIJKE INSTELLINGEN 7.2. EEN WEEKPROGRAMMA INSTELLEN Met de DIP switches aan de achterkant van het bedie- 7.1. DE TIMER VOOR HET FILTERALARM ningspaneel kan een weekprogramma worden ingesteld INSTELLEN voor de ventilatorsnelheden. Er zijn in totaal vier week- programma’s beschikbaar. De fabrieksinstelling is week- De timer voor het fi...
Pagina 46
Weekprogramma 3 OPMERKING Voor weekprogramma 3 moet een van de volgende sensoren geactiveerd zijn: • Vochtsensor. Zie De vochtsensor inschakelen/uitschakelen voor de automatische modus. • VOC-sensor (optioneel accessoire). Zie de VOC-sensor (optioneel accessoire) inschakelen/uitschakelen voor de automatische modus. • Signaal 0-10 V (optioneel accessoire). Zie De externe ingang van 0-10 V inschakelen/uitschakelen. Maandag Vrijdag Uur / Snelheid...
8. BEDIENING (GEBRUIKERS) 8.1. BEDIENINGSPANEEL SABIK-FB 1 Sekunde 1 seconde indrukken drücken Höchste Lüfterstufe Snelheid BOOST Sommerbypass (optionales Zubehör) für Zomerbypass actief gedurende 8 uur 1-8 Stunden aktiv Wohnraumlüftungsgerät stoppt für 1 Stunde Ventilatiesysteem stopt gedurende 1 uur Bei aktiviertem Automatikmodus wird das Wohn- In automatische modus wordt het raumlüftungsgerät über einen aktivierten...
8.2. DE VENTILATORSNELHEID HANDMATIG • Combinatie van sturing door sensor en weekprogram- ma 3. Zie p. 46, Een weekprogramma instellen. INSTELLEN De ventilatorsnelheid kan indien nodig handmatig wor- OPMERKING den verhoogd of verlaagd. Het aantal brandende leds komt overeen met de ingestelde ventilatorsnelheid. Alleen met weekprogramma 3 is een combinatie met een sensor mogelijk.
9. VERKORTE LIJST VAN MODBUS-REGISTERS Het SABIK-apparaat heeft een RS485-communicatie- Het slave-adres is standaard 1, als er maar weinig units poort op positie 32 in de hoofdprintplaat (zie p. 11). zijn aangesloten op het Modbus-netwerk, moet het adres van elke unit anders zijn dan de andere. De communica- Als er meer dan één unit is aangesloten binnen dezelfde...
Pagina 50
INPUT REGISTERS (Read only) Modbus Adress Register Waardes Beschrijving Instelling Data type 30026 Extract air temperatuur -500…+600 dºC dºC 16 bit word 30027 Exhaust air temperatuur -500…+600 dºC dºC 16 bit word 30026 Outdoor air temperatuur -500…+600 dºC dºC 16 bit word 30028 Supply air temperatuur -500…+600 dºC...
10. PROBLEMEN OPLOSSEN 10.1. PROBLEMEN Probleem Er wordt koude lucht de woonruimte ingeblazen. Oorzaak Oplossing De lucht koelt af in de kanalen. • Controleer de installatie en de werking van het systeem. • Controleer de isolatie van de buitenlucht en afvoer lucht kanalen. Toevoerlucht ventilator en afvoerlucht •...
10.2. FOUTMELDINGEN Foutmeldingen worden weergegeven door verschillende knippercodes van dit symbool op het bedieningspaneel. Tussen twee knippersequenties in verstrijken ongeveer 3 seconden. Probleem Icono Consecuencia Er is een brandalarm. Knippert 1x rood Het ventilatiesysteem stopt. De ventilator van de afzuiglucht is defect. Knippert 2x rood Het ventilatiesysteem stopt.
11. ONDERHOUD (GEBRUIKERS) 11.1. DE FILTERS VERVANGEN Wanneer de ingestelde periode verstreken Hoe vaak de fi lters moeten worden vervangen, hangt af van de mate van verontreiniging in de lucht (bv. pollen, is, gaat het symbool op het bedieningspaneel stof door bouwwerkzaamheden, deeltjes). branden.
12. ONDERHOUD/REPARATIES (DOOR DESKUNDIGEN) OPGELET De hieronder beschreven onderhouds- en reparatie- taken voor het ventilatiesysteem mogen alleen wor- den uitgevoerd door bevoegde deskundigen. Anders bestaat er een risico op verwondingen of schade. RISICO OP VERWONDINGEN Koppel alle polen van het ventilatiesysteem los van het elektriciteitsnet alvorens onderhoud- en repara- tietaken uit te voeren, om elk risico op verwondingen uit te sluiten.
12.3. HET VENTILATIESYSTEEM SCHOONMAKEN M+P-26A-2153 1. Verwijder het fi lterdeksel (20) (pijl 1). 7. Maak de aansluitkabels van de ventilatoren (56) en (61) los van de ventilatordeksels en verwijder ventila- 2. Draai aan de onderkant van het apparaat de Torx 30 tordeksels (56) en (61) (pijl 6).
12.4. DE WARMTEWISSELAAR SCHOONMAKEN/VERVANGEN M+P-26A-2154 1. Verwijder het fi lterdeksel (20) (pijl 1). 7. Schoonmaken: Dompel de warmtewisselaar (10) onder in een menge- 2. Draai aan de onderkant van het apparaat de Torx 30 ling van water en schoonmaakmiddel en spoel af met schroeven (22) los.
12.6. DE HOOFDPRINTPLAAT VERVANGEN MATERIËLE SCHADE De hoofdprintplaat moet tijdens het vervangen wor- den beschermd tegen elektrostatische ontlading, om elk risico op schade uit te sluiten. Vermijd elektri- sche lading in het lichaam, bv. door het lichaam te ontladen en te aarden. 1.
12.7. DE VOCHT /TEMPERATUURSENSOREN VERVANGEN 1. Verwijder het fi lterdeksel (20) (pijl 1). 2. Draai aan de onderkant van het apparaat de Torx 30 schroeven (22) los. 3. Draai aan de bovenkant van het apparaat (pijl 2) de Torx 30 schroeven (21) los. 4.
13. ONTMANTELEN/VERWIJDEREN 13.1. DEMONTEREN EN ONTMANTELEN Alleen bevoegde deskundigen mogen het systeem ont- mantelen. • Koppel het systeem los van de netspanning. • Koppel alle polen van het volledige systeem los van het elektriciteitsnet. 13.2. VERPAKKINGSMATERIAAL Het verpakkingsmateriaal dat wordt gebruikt voor het vervoer en de bescherming is grotendeels gemaakt van recyclebare materialen.
15. ErP GEGEVENS Ecodesign Verordening van de Europese Commissie (EU) nr. 1253/2014 van juli 2014 Informatievereisten (bijlage V) SABIK SABIK 210 SABIK 350 SABIK 500 Handelsmerk S&P Referentiecode 5153139800 5153139200 5153139300 SEC gematigd klimaat (kWh/m².a) -39,3 -39,4 -38,3 SEC klasse SEC koud klimaat (kWh/m².a)
Pagina 62
Ecodesign Verordening van de Europese Commissie (EU) nr. 1253/2014 van juli 2014 Informatievereisten (bijlage V) SABIK E SABIK 210 E SABIK 350 E SABIK 500 E Handelsmerk S&P Referentiecode 5153187600 5153187700 5153187800 SEC gematigd klimaat (kWh/m².a) -36,7 -38,0 -35,6 SEC klasse SEC koud klimaat (kWh/m².a)
Pagina 64
S&P SISTEMAS DE VENTILACIÓN, S.L.U. C. Llevant, 4 Polígono Industrial Llevant 08150 Parets del Vallès Barcelona - España Tel. +34 93 571 93 00 www.solerpalau.com Ref. 9023105404-01...