FUNKTIECONTROLE VAN DE STEMPELTERUGSLAGKLEPPEN:
-
de hoogwerker afstempelen en voor gebruik bereid stellen
-
voertuigmotor uitmaken, hoofdschakelaar op bedienpult ingeschakeld laten
-
herhaaldelijk de handels van de stempels op en neer bewegen en vaststellen of geen van de
stempels beweegt
-
start de voertuigmotor; bestuur vanaf de benedebediening de hoogwerker, zonder dat er
personen in de werkbak zijn, eenmaal geheel de hoogwerker door om vast te stellen of geen
van de stempels een lekkage heeft
FUNKTIECONTROLE VAN DE STEMPELVRIJGAVE
Controleer of de aansturing van de hoogwerker alleen dan plaatsvindt, indien de stempels stevig op
de bodem staan en de wielen van de grond zijn.
Terwijl de mast in de rustpositie zich bevindt, bedien iedere keer een stempel om te controleren of
bij het intrekken, iedere keer het vrijgavelampje uitgaat.
Hef de mast licht aan en controleer door het aansturen van de stempels of de hydraulische
vergrendeling (ofwel mast aansturing, ofwel stempel aansturing) goed funktioneert.
FUNKTIECONTROLE
TELESKOOPARM:
-
de teleskooparm gedeeltelijk aanheffen
-
voertuigmotor uitmaken, hoofdschakelaar op bedienpult ingeschakeld laten
-
herhaaldelijk de handels van de hoogwerkerfuncties op en neer bewegen en vaststellen, dat
de teleskooparm niet beweegt
CONTROLE VAN DE LASTMOMENTBEGRENZING/BEREIKBEGRENZING
(zie bijbehorend hoofdstuk)
VAN
DE
TERUGSLAGKLEPPEN
VAN
DE
25