.
7-2. MIG lasstand − GMAW/FCAW-proces
De
lasklemmen
komen
spanning door de afstandsbediening
in de MIG lasstand.
1
Functieschakelaar
2
Volt-indicatie
3
Linker Display
4
Rechter Display
5
Instelknop
6
Draadtype-indicatielampje
7
Indicatie boogregeling
8
Setup-toets
9
Gastype-indicatielampje
Instellen
Zie
Hoofdstuk
7-1
voor
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand MIG zoals aangegeven.
De
vooringestelde
spanning
weergegeven in het linker scherm waarbij
het spannings-indicatielampje oplicht.
Bediening
Terwijl de spannings-indicator oplicht onder
het linker scherm, wordt de afstelknop
gebruikt om de vooringestelde spanning bij
te regelen.
.
De vooringestelde spanning kan op
afstand worden bijgesteld als de
OM−255083 Pagina 32
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
3
25. 0
2
onder
draadaanvoerunit
regeling heeft.
regeling krijgt de voorkeur boven de
regelknop op de lasstroombron.
Als u op de setup-toets drukt, kunt u
de boogregeling, het draadtype, gassoort
en de vooringestelde spanning bij regelen.
.
Kies voor de beste resultaten het juiste
draad- en gastype dat past bij de draad
en het gas dat wordt gebruikt. Zie de
tabel MIG − Draad- en gastype kiezen
voor de beschikbare draden en gassen
(zie Hoofdstuk 7-3).
Een Draad en Gas kiezen
Druk enkele malen op de Setup-toets tot
gangbare
het indicatielampje voor draadtype oplicht.
Het actieve draadtype wordt getoond
in de linker en het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste
wordt
draad te kiezen.
Druk nogmaals op de Setup-toets tot het
indicatielampje
Het actieve gastype wordt getoond in de
linker en het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om het gewenste
gas te kiezen.
Druk op de setup-toets om de keuze
te bevestigen. Het apparaat geeft aan dat
de wijziging van de draad- en gasinformatie
4
1
een
spannings-
goed is ontvangen door even PROG LOAD
Deze
spannings-
op de display aan te geven.
Boogregeling (inductantie)
Druk enkele malen op de Setup-toets tot
het indicatielampje voor de boogregeling
oplicht. Er verschijnt INDU op het linker
scherm, en de bijbehorende inductantie-
instelling verschijnt op het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste
inductantie-instelling te kiezen van 0
tot 100. Gebruik de lagere inductantie-
instellingen om de boog harder te maken
en de vloeibaarheid van het lasbad
te verminderen.
inductantie-instellingen om
zachter te maken en de vloeibaarheid
van het lasbad te verhogen.
Zie MIG − Keuzetabel draad- en gastype
(zie hoofdstuk 7-3) voor aanbevolen
inductantie-instellingen voor de specifieke
draad en het specifieke gas dat wordt
gebruikt.
voor
gastype
oplicht.
Druk op de setup-toets om weer terug
te gaan naar het instellen van de
vooringestelde spanning.
.
5
6
7
255 075−A
Gebruik
de
hogere
de
Elke combinatie gas/draad heeft eigen
instellingen
voor
vooringestelde
spanning
en
inductantie.
Deze
instellingen worden opgeslagen als het
apparaat wordt uitgeschakeld.
8
9
boog