4-2. Keuze van kabeldiameters*
LET OP − De totale kabellengte in het lascircuit (zie onderstaande tabel) is de gecombineerde lengte van beide laskabels. Als bijvoorbeeld de
stroombron is opgesteld op 30 meter van het werkstuk, dan is de totale kabellengte 60 meter (2 x 30 m). Gebruik dan die 60 meter voor het bepalen
van de kabelafmetingen.
Laskabeldikte** en totale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring Niet langer dan***
30 m of minder
10 − 60%
inschakelduur
Lasstroom (A)
2
AWG (mm
)
100
4 (20)
150
3 (30)
200
3 (30)
250
2 (35)
300
1 (50)
350
1/0 (60)
400
1/0 (60)
500
2/0 (70)
600
3/0 (95)
Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel
*
die één maat dikker is.
** Het laskabelformaat (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 mils/A.
Bij metrische kabels gelden de kabeldoorsneden in vierkante millimeter.
*** Raadpleeg voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids een vertegenwoordiger van de leverancier. De Amerikaanse
telefoonnummers zijn 920−735−4505 (Miller) en 1−800−332−3281 (Hobart).
4-3. Klemmen lasuitgangen
.
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
45 m
60 − 100%
inschakelduur
2
AWG (mm
)
4 (20)
4 (20)
3 (30)
2 (35)
2 (35)
1 (50)
1 (50)
1/0 (60)
1/0 (60)
2/0 (70)
2/0 (70)
3/0 (95)
2/0 (70)
3/0 (95)
3/0 (95)
4/0 (120)
4/0 (120)
2x2/0 (2x70)
1
60 m
70 m
10 − 100% inschakelduur
AWG (mm
3 (30)
2 (35)
1 (50)
1/0 (60)
1/0 (60)
2/0 (70)
2/0 (70)
3/0 (95)
3/0 (95)
4/0 (120)
4/0 (120)
2x2/0 (2x70)
4/0 (120)
2x2/0 (2x70)
2x2/0 (2x70)
2x3/0 (2x95)
2x4/0 (2x120)
2x3/0 (2x95)
2x4/0 (2x120)
2
90 m
105 m
2
)
1 (50)
1/0 (60)
2/0 (70)
3/0 (95)
3/0 (95)
4/0 (120)
4/0 (120)
2x2/0 (2x70)
2x2/0 (2x70)
2x3/0 (2x95)
2x3/0 (2x95)
2x3/0 (2x95)
2x4/0 (2x120)
2x3/0 (2x95)
2x4/0 (2x120) 2x4/0 (2x120)
3x3/0 (3x95)
3x3/0 (3x95)
3x4/0 (3x120) 3x4/0 (3x120)
Ref. S−0007−L 2015−02
Schakel de elektrische voeding uit
vóór aansluiting op de klemmen
van de lasuitgangen.
Gebruik geen versleten,
beschadigde, te dunne of
herstelde kabels.
1
Positieve (+) klem lasuitgang
2
Negatieve (−) klem lasuitgang
.
Zie voor aansluitingen van de
klemmen van de lasuitgangen
hoofdstuk 6-1 tot en met 8-1 voor
typische aansluitprocessen.
output term1 2015−02
OM−255083 Pagina 15
120 m
1/0 (60)
3/0 (95)
4/0 (120)
2x2/0 (2x70)
2x3/0 (2x95)
3x3/0 (3x95)