5-4. Storingen
Probleem
Geen uitgangsspanning voor het las-
sen; het apparaat werkt totaal niet.
Geen uitgangsspanning om te lassen;
Aan/Uit−lampje staat aan.
Geen uitgangsspanning om te lassen;
Oververhittingslampje staat aan.
Onregelmatige of onjuiste
lasuitgangsspanning.
Geen 115V AC uitgangsspanning bij de
duplex contrastekker.
De ventilator werkt niet.
De wolfraam elektrode oxydeert en blijft
niet helder na het voltooien van de las.
Zet de lijnscheidingsschakelaar aan (zie Sectie 3-10).
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer
in (zie Sectie 3-10).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Sectie 3-10).
De ingaande spanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie Sectie 3-9).
Zie Sectie 5-3.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Sectie 3-3 en 5-3).
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Sectie 3-5).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast (zie Sectie 3-5).
Stel de zekering CB1 opnieuw in.
Kijk of er iets is dat de ventilator blokkeert, waardoor hij niet kan draaien.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de motor van de ventilator nakijken.
Scherm het lasgebied af tegen tocht.
Na het stoppen met lassen een voldoende lange gasnastroom toelaten om het wolfraam te beschermen.
Kijk alle gasfittingen na en draai ze aan (zie Sectie 3-7).
Water in de toorts. Zie handleiding van de toorts.
Oplossing
OM-2233 Pagina 25