Opstelling binnen
Algemene informatie m.b.t. kanaalmontage
De oorzaak voor de vorming van
condenswater (zweetwater) hangt
enerzijds samen met de ruimte-
temperatuur en anderzijds met de
relatieve vochtigheid die in de lucht
van het vertrek aanwezig is. Bij een
ongunstige verhouding tussen deze
beide componenten kan er afscheiding
van condens ontstaan (zweetwater).
Maatregelen om het probleem tot een
minimum te beperken:
Koudebruggen vermijden
Geen contact tussen muur en lucht-
stroom of luchtkanaal incl. afdekkap.
Een goede doorvoer van het
luchtkanaal door de muur.
(Afkoeling van de muur tegengaan).
Het kanaal moet door de buitenwand
tenminste tot over de buitenisolatie
worden getrokken.
De muurdoorvoer (resp. opening tussen
muur en luchtkanaal) moet d.m.v.
schuim (bijv. PUschuim) of isolatie-
materiaal (Sagex /Armaflex) gevuld,
respectievelijk worden afgedicht.
Kanaalisolatie
Het luchtkanaal moet beschikken over
een doorlopende warmtedempende
binnenisolatie (minimaal 25 mm).
De flexibele canvasmanchet (tegengaan
van contactgeluidoverdracht) moet
eveneens geïsoleerd zijn.
Dichtheid van het kanaalsysteem
Tussen de afzonderlijke verbindingen
van de luchtkanalen moet een af-
dichtingsband worden aangebracht
(in montageset aanwezig)
De raamwerkverbindingen moeten
bovendien d.m.v. profielklemmen
worden afgedicht (montageset)
22
Het probleem wordt bevorderd door
volgende factoren:
•
hoge bouwvochtigheid in het
eerste bedrijfsjaar
•
lage ruimtetemperaturen in de
opstellingsruimte
•
voor een deel wasruimtes in de
buurt of zelfs geïntegreerd
•
weinig luchtverversing in de
opstellingsruimte
juist
De afzetting van het condenswater
(zweetwater) vindt altijd plaats op de
koudste plekken in de ruimte. In ons
geval is dat het kanaal dat zorgt voor
de afzuiging van de lucht.
Koudebruggen
verkeerd
Uitsparingsisolatie aan de hoeken
dicht tegen elkaar aanbrengen (bij
wandopstelling zonder kanalen)