Opstelling binnen
Montage hoekopstelling
AEROTOP T20-T35
18
Montage-informatie
•
Uitsparing met de zelfklevende
isolatie-elementen (2) isoleren.
De elementen zijn afgestemd op
de uitsparingsmaat. De breedte van
de elementen ( 400mm ) kan aan
3
de muurdikte worden aangepast.
Snij daarvoor de elementen met
een scherp mes af. De montage
van de uitsparingsisolaties is op de
volgende pagina's uitvoerig
beschreven.
2
•
Montage van de compriband (1)
rondom het buitenraamwerk van
de behuizing bij de aanzuiging en
de afvoer.
1
Belangrijk: De band moet rondom
aan het gehele raamwerk worden
bevestigd en mag geen
tussenruimtes vertonen.
•
De Zoals aangegeven in p. 19 en
20, moet de warmtepomp duwen
tegen de wand tot een afstand van
40 mm - met onregelmatige wanden
de afstand wordt verminderd tot 20
mm; Wel moet de warmtepomp niet
aan op welke wijze de muur.
Erop letten, dat er geen
nietgeïsoleerde wandgedeeltes
binnen de luchtweg aanwezig zijn.
(koudebruggen). Mocht dit het ge-
val zijn (wanneer bijv. de uitsparing
niet correct werd uitgevoerd) moet
dit wandgedeelte afzonderlijk
worden geïsoleerd.
•
Luchtafsluitingsrooster (3) aan de
buitenwand monteren.
Er kan daarbij uit maasrooster en
weerbeschermingsrooster worden
gekozen.
Voor AEROTOP T20- tot T35 moeten
eveneens de geluiddempers SI en
SO worden geïntegreerd!
De sensor voor de ontdooiing moet in
de luchtstroom zijn gepositioneerd.
Hij mag nooit tussen de lamellen van
de verdamper worden gestoken.