5 Eerste stappen
5.2.5.
Waarden invoeren
Voor sommige functies moeten waarden worden ingevoerd
(getalwaarde, eenheid, teken). De waarden worden via een
keuzelijst of een input editor ingevoerd.
Keuzelijst
1. Kies de te veranderen waarde (getalwaarde, eenheid): [▲],
[▼], [◄],
2. druk op
3. Waarde instellen: [▲], [▼], [◄],
4. Invoer bevestigen: [OK].
5. Stappen 1 en 4 indien nodig herhalen.
6. Invoer opslaan: [Klaar].
38
[►]
[Wijzigen]
.
[►]