3.7 BLOKKERING BEDIENINGEN.
Druk op de toets (
), gedurende enkele se-
conden, om de bedieningen te blokkeren/vrij
te geven.
3.8 MODUS IN INSTALLATIE "ALLEEN
WARMTEPOMP".
• Auto.
De temperatuur van de set-point wordt auto-
matisch geregeld tussen 50 en 62°C in functie
van het verbruik van de afgelopen dagen. De
boiler geeft de voorkeur aan de warmtepomp
om te functioneren. De elektrische integratie
kan automatisch geactiveerd worden ter
ondersteuning.
• MANUEEL–ECO Niet-actief.
De temperatuur van de vaste set-point wordt
door de gebruiker vastgelegd tussen 50 en
62°C. De boiler geeft de voorkeur aan de
warmtepomp om te functioneren. De elek-
trische integratie kan automatisch geactiveerd
worden om een toereikend volume van warm
water te waarborgen.
• MANUEEL-ECO Actief.
De temperatuur van de vaste set-point wordt
door de gebruiker vastgelegd tussen 50 en 55°C.
De boiler werkt uitsluitend met de warmtepomp
om d e b e s p ar i ng t e opt i m a l i s e re n .
De elektrische integratie is geautoriseerd
om in werking te treden enkel wanneer de
temperatuur van het water de werkingszones
overschrijdt.
3.9 MODUS IN INSTALLATIE
"AANSLUITING MET KETEL".
• MANUEEL.
De temperatuur van de vaste set-point wordt
door de gebruiker vastgelegd tussen 50 en
62°C (55°C indien ECO Actief). De boiler
geeft de voorkeur aan de warmtepomp om
te functioneren. De elektrische integratie
kan automatisch geactiveerd worden om een
toereikend volume van warm water te waar-
borgen. Als de ketel geen ondersteuning kan
bieden (ketel gestopt, vb.), zal de elektrische
integratie bijspringen.
• Functie "SMART Energy".
Een warmtepomp benut de energie die be-
schikbaar is in de lucht en geeft deze energie
af aan het warm water aan de hand van warm-
tewisseling in het reservoir. De prestaties van
een warmtepomp zullen dus veel hoger zijn
wanneer de parameters deze uitwisselingen
bevorderen; d.w.z. wanneer de lucht warm is
en het water in het reservoir koud is. Ons pro-
duct berekent voortdurend, in functie van de
temperatuur van de lucht en het water, welke
energie voordeliger is. Deze functie SMART
Energy kan beslissen de verwarming te starten
met de warmtepomp en de laatste graden te
bereiken met integratie van de ketel.
Prioriteit
T° water
PDC
Ketel
Ketel
Verder kan de functie Smart Energy ingesteld
worden met 4 verschillende prioriteitsniveaus:
De integratie is actief
slechts op het einde van
Prioriteit PDC
de verwarming voor heel
lage temperaturen van de
lucht (< 7°C)
De integratie is actief
slechts op het einde van
Optimalisatie
de verwarming en ± snel in
PDC
functie van de temperatuur
van de lucht
De warmtepomp is ac-
tief op het einde van de
Optimalisatie
verwarming en ± snel in
ketel
functie van de temperatuur
van de lucht
De warmtepomp is actief
bij het begin van de ver-
Prioriteit ketel
warming en voor tempe-
raturen van de lucht > 10°C
3.10 MODUS IN INSTALLATIE
"AANSLUITING MET ZONNE-
APPARAAT".
De boiler werkt enkel buiten de zonneperiodes
(wanneer het een signaal ontvangt van de zonne-
-installatie). In de zonneperiodes wordt het warm
21
Optimalisatie
Optimalisatie
PDC
Ketel
T° lucht
water geproduceerd door de interne wisselaar
en zijn zowel de warmtepomp als de elektrische
integratie niet actief.
•
MANUEEL–ECO Niet-actief
De temperatuur van de vaste set-point wordt
door de gebruiker vastgelegd tussen 50 en 62°C.
De boiler geeft de voorkeur aan de warmtepomp
om te functioneren. De elektrische integratie kan
automatisch geactiveerd worden om een toerei-
kend volume van warm water te waarborgen.
•
MANUEEL-ECO Actief
De temperatuur van de vaste set-point wordt
door de gebruiker vastgelegd tussen 50 en 55°C.
De boiler werkt uitsluitend met de warmtepomp
om de besparing te optimaliseren. De elektrische
integratie is geautoriseerd om in werking te
treden enkel wanneer de temperatuur van het
water de werkingszones overschrijdt.
N.B.: de elektrische integratie werkt nooit als de
instelling "elektrische integratie" uitgeschakeld is.
Prioriteit
Ketel
Warmte
Warmte
pomp
pomp
3-3