2.2 INSTALLATIE PRODUCT.
1 - Breng de boiler naar de installatieplaats.
2 - Open de verpakking.
3 - Scheid de boiler van de pallet en plaats hem
ter hoogte van de wateraansluiting.
De boiler moet geïnstalleerd worden op een
glad en waterpas oppervlak (± 1°).
Anders, moet men de positie regelen met
de voetjes.
Als dit niet gebeurt, kunnen problemen
ontstaan bij het elimineren van het condens,
met als gevolg ijsvorming.
2-5
2-6
Het is verplicht (overeenkomstig art. 20
van de norm EN 60335-1) de boiler te be-
vestigen aan de vloer met de meegeleverde
bevestigingen (Fig. 2-5).
4 - Regeling mondstukken ingang en uitgang
lucht.
• Verwijder de schroeven aan de achterkant
van de richtbare uitgangen met een schroe-
vendraaier (Fig. 2-6).
• Eens de schroeven verwijderd zijn, kunnen
de uitgangen gedraaid worden (tot 360°) om
het product vlotter te installeren (Fig. 2-7).
• Om de correcte positionering van de leidin-
gen op de richtbare uitgangen te vergemakke-
lijken, is een specifieke positie voorzien (Fig.
2-8) om de uitgangen uit hun relatieve zitting
te verwijderen.
N.B.: de configuratie weergegeven in Fig. 2-10
is verboden: het apparaat zuigt afvoerlucht aan
die kouder is.
Dit verschijnsel, recirculatie genoemd, vermin-
dert de prestaties van het apparaat aanzienlijk.
2.3 HYDRAULISCHE AANSLUITING.
Aansluiting op de aansluiting van het koud
water.
Vooraleer de aansluiting op de waterleiding uit
te voeren, moet men de leidingen zorgvuldig
reinigen om elk risico van penetratie van metalen
of andere deeltjes in het reservoir van de boiler
te voorkomen.
Het is verplicht een beveiliging te installeren,
geregeld om in te grijpen op 0,7 MPa (7 bar)
(niet geleverd samen met de boiler), met afme-
tingen 3/4", overeenkomstig de norm EN1487
of latere wijzigingen en aanvullingen en in elk
geval overeenkomstig de lokale voorschriften;
deze beveiliging moet bevestigd worden bij de
inlaat van het koud water van de boiler en moet
beschermd worden tegen vorst.
2-7
2-8
13
N.B.: geen hydraulische verbindingen aanbrengen
(afsluitklep drukbegrenzer enz.) tussen de beveili-
gingseenheid en de ingang van het koud water van de
boiler, met uitzondering van een koperen buis.
Sluit de veiligheidsinrichting aan op een afvoerbuis die
naar een externe vorstvrije omgeving afgeleid wordt,
met een permanente neerwaartse helling, om het
uitzettingsvocht van de verwarming of het aftapwater
van de boiler af te voeren.
De gerealiseerde buizen moeten bestand zijn tegen een
temperatuur van 85°C en een druk van 1 MPa (10 bar).
Wanneer de waterdruk bij de ingang 0,5 MPa
overschrijdt (5 bar), moet men een drukbegren-
zer monteren (niet meegeleverd).
De drukbegrenzer moet geïnstalleerd worden
bij de aanvang van het algemeen distributienet.
Men raadt aan de druk in te stellen tussen 0,3 en
0,4 MPa (3 en 4 bar).
Aansluiting op de aansluiting van het warm water.
N.B.: het warm water niet rechtstreeks aansluiten
op de koperen buizen, om de galvanische koppe-
ling koper/ijzer (risico van corrosie) te vermijden.
Het is dus verplicht een diëlektrische verbinding
te monteren op de uitgang van het warm water
(geleverd samen met het apparaat) (Fig. 2-9).
De aanwezigheid van corrosie op de schroef-
draad van de verbinding van de uitgang van het
warm water, te wijten aan de afwezigheid van
de meegeleverde verbinding, zal de garantie
van het product doen vervallen.
Indien buizen van synthetisch materiaal gebruikt
zijn (vb. PER, meerlagig...), raadt men sterk aan
een thermostatische regelaar te monteren op de
uitgangen van de boiler en die in te stellen in func-
tie van de prestaties van het gebruikte materiaal.
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN VOOR
VERSIE MET SLANG.
Men raadt aan, vooral voor het model Rapax 300
V3, gebruik te maken van de recirculatie; dit type
van installatie kan leiden tot de destratificatie
van het water in het reservoir, met als gevolg
een frequenter gevolg van de warmtepomp en
de elektrische weerstand.
Aansluiting op de recirculatie.
N.B.: de recirculatie niet rechtstreeks aanslui-
ten op de koperen buizen, om de galvanische
koppeling koper/ijzer (risico van corrosie) te
vermijden. Het is dus verplicht een diëlektrische
verbinding te monteren op de aansluiting van de
recirculatie (geleverd samen met het apparaat).
De aanwezigheid van corrosie op de schroef-
2-9
draad van de aansluiting van de recirculatie, te
wijten aan de afwezigheid van deze verbinding,
zal de garantie van het product doen vervallen.
N.B.: als de recirculatie niet gebruikt wordt, sluit
de verbinding met de groep "dop + pakking"
(geleverd met het apparaat).
Aansluiting van het primair circuit van de ketel.
N.B.: beschermen tegen overdruk veroorzaakt
door de uitzetting van het water tijdens de
verwarming aan de hand van een klep van 0,3
MPa (3 bar) en een expansievat met gesloten
membraan (indien niet aanwezig in de ketel).
De bedrijfsdruk van het circuit mag 0,3 MPa (3
bar) niet overschrijden en de temperatuur mag
2-10
niet meer bedragen dan 85°C.