Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pgm Uitgangs Kenmerken; Telefoonlijn Monitoring Tlm - Lasmo EC 6150 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

INSTALLATIE- EN PROGRAMMEERHANDLEIDING
5. PROGRAMMA BESCHRIJVING
[22] 24 uur Luid (alleen PGM2)
Een paniekknop kan op het aansluitpunt PGM2 aangesloten worden voor het gebruik van een 24-uurs paniek
luidalarm. Na het indrukken van deze knop verschijnt op een LCD bediendeel de melding „Systeem in alarm",
de sirene wordt geactiveerd tot het einde van de sirenetijd of tot het invoeren van een geldige toegangscode.
De PGM2 alarm code wordt naar de meldkamer verstuurd. PGM optie [24] activeert geen anderen uitgangen
met uitzondering van uitgangen geprogrammeerd als [01]. De ingang volgt niet de swinger shutdown.
[26] Batterijtest (alleen PGM1)
Als de centrale iedere 10 seconden een accutest doet zal deze uitgang worden geactiveerd.
PGM kenmerken
Voor elke programmeerbare uitgang moeten tevens kenmerken worden geprogrammeerd.
PGM optie [09] „Systeemstoring" en [10] „Systeemgebeurtenis" hebben hun eigen specifieke kenmerken.
Hieronder vindt u een omschrijving van de beschikbare kenmerken.
De Beschikbare kenmerken voor de PGM opties 01, 03, 05-08, 11-26 zijn:
Indicatie (kenmerk 1) – Uitgang actief
Indicatie (kenmerk 3) – Uitgang normaal - geïnverteerd
Indicatie (kenmerk 4) – Uitgang Puls – Aan / Uit (alleen voor opties [19]-[20]).
Indicatie (kenmerk 5) – Code nodig voor activering (alleen voor uitgangen die door het bediendeel geactiveerd
Door het wijzigen van PGM uitgangsopties gaan de PGM kenmerken terug naar de fabriekinstellingen.
Zie de Programmabladen voor een lijst met standaard instellingen van elke PGM uitgang.
OPMERKING: Kenmerk [3] moet AAN zijn (standaard) voor de PGM uitgangsopties [16], [23] en [24].
OPMERKING: De instellingen voor kenmerk [1], [2] en [5] moeten gelijk zijn, als u meerdere uitgangen
met een gelijk type programmeert (b.v. PGM1 en PGM2 zijn allebei geprogrammeerd als [19] Bevel
uitgang #1, in dit geval moeten kenmerken [1], [2] en [5] hetzelfde geprogrammeerd worden). Dit geldt
niet voor uitgangen geprogrammeerd als [09] en [10].
PGM kenmerken......................................................................... Parameter [141]-[142]
5.12 TELEFOONLIJNMONITORING (TLM)
Het systeem zal testen of de telefoonlijn aanwezig is en een storing melden wanneer de verbinding wordt
verbroken. Als de indicatie TLM aanstaat, zal de installatie het aantal controles in Vertraging TLM-melding
uitvoeren alvorens de storing te melden, hiermee wordt vermeden dat een kortstondige onderbreking van de
telefoonlijn als storing zou worden opgegeven.
Het standaard aantal controles is 3, voer een nummer van [003] tot [255] in om het aantal controles te wijzigen.
Is de optie TLM luid als ingeschakeld gedeactiveerd dan wordt enkel als het systeem is ingeschakeld een
TLM storing op het bediendeel aangeduid.
Om de sirene te activeren in het geval van een TLM storing, moet de optie TLM Luid als ingeschakeld
geselecteerd zijn.
Wanneer de storing verholpen is, kan het systeem de Herstel TLM code verzenden. Alle Gebeurtenissen die
zich voordeden terwijl de telefoonlijn afwezig was, zullen tevens worden gemeld.
TLM ............................................................................................ Parameter [015]: [7]
TLM Luid als ingeschakeld......................................................... Parameter [015]: [8]
TLM storing en herstel codes..................................................... Parameter [349] en [350]
Vertraging TLM melding............................................................. Parameter [370]
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.
Rev. INS.INB.EC6150V2.1DJRU.DSC.106TVE.V1.1.NL
worden)
Centraal Controle Paneel
EC 6150
PC 1565 versie 2.1DJRU
46

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave