Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE- EN PROGRAMMEERHANDLEIDING
3. FUNCTIES BEDIENDEEL
[*] + [4] Akoestische signalering aan / uit
Als deze functie aanstaat, zal het code bediendeel 5 korte akoestische signalen laten horen wanneer een
groep wordt betreden en weer wordt verlaten. Het systeem zal dit enkel doen voor groepen waarbij de optie
"Zoemer" is geactiveerd (zie hoofdstuk 5.3 "Groep kenmerken").
Deze functie kan aan- of uitgeschakeld worden als het systeem in- of uitgeschakeld is.
[*] + [5] Programmering toegangscodes
Er zijn 37 toegangscodes beschikbaar:
•
Toegangscode (01) - (32) ............ Gebruikerscodes 1 tot 32
•
Toegangscode (33) - (34) ............ 2 dwangcodes
•
Toegangscode (40)..................... Hoofdcode
•
Toegangscode (41) - (42) ............ 2 supervisiecodes
Alle toegangscodes kunnen het systeem in / uitschakelen. Ze kunnen tevens gebruikt worden om de PGM
uitgangen te activeren met de commando's [*] [7]. De toegangscodes kunnen uit 4 of 6 cijfers bestaan
(hoofdstuk 5.1 „Programmering veiligheidscodes").
Gebruikerscodes (01) - (32)
Elke gebruikerscode kan geprogrammeerd worden om het systeem in / uit te schakelen.
Bovendien kan elke code worden geprogrammeerd om al dan niet groepen te kunnen overbruggen.
Dwangcodes (33) en (34)
Wanneer een dwangcode wordt gebruikt om een functie uit te voeren, zal het systeem een transmissiecode
Dwang verzenden.
OPMERKING: Als een code onder dwang is geprogrammeerd is, wordt deze altijd naar de meldkamer
verzonden, ook al zijn de kenmerken van codes onder dwang uitgeschakeld.
Hoofdcode (40)
De systeem hoofdcode is standaard geprogrammeerd en kan elke bediendeel functie uitvoeren.
Deze code kan gebruikt worden voor het programmeren van alle gebruikerscodes.
Als de optie Hoofdcode niet veranderbaar is geselecteerd (parameter [015], optie [6]), kan de hoofdcode
alleen worden gewijzigd in de installateurs programmeermode.
Supervisie codes (41) - (42)
Deze codes worden gebruikt om algemene toegangscodes en codes onder dwang te programmeren. Deze
twee supervisie codes hebben standaard het kenmerk van de hoofdcode. De instellingen kunnen veranderd
worden.
Kenmerken van toegangscodes
Er bestaan 2 kenmerken t.b.v. toegangscodes welke voor elke toegangscode geprogrammeerd kunnen
worden.
Het programmeren van de kenmerken per toegangscode gaat als volgt;
Voer [*] [5] [Hoofdcode] [9] in, hierna voert u het codenummer [01-32, 33, 34, 41, 42], vervolgens kunt u het
kenmerk nummer invoeren:
•
Kenmerk [1]
•
Kenmerk [2]
•
Kenmerk [3]
•
Kenmerk [4]
OPMERKING: Kenmerken voor de hoofdcode kunnen niet gewijzigd worden.
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.
Rev. INS.INB.EC6150V2.1DJRU.DSC.106TVE.V1.1.NL
Gebruiker toegelaten voor in- / uitschakeling, alarmannulering, [*] [7] [1-2] opties, auto
inschakeling annuleren;
Niet gebruikt;
Groep overbruggen geactiveerd;
Niet gebruikt;
Centraal Controle Paneel
EC 6150
PC 1565 versie 2.1DJRU
22
Advertenties
Inhoudsopgave
