INSTALLATIE- EN PROGRAMMEERHANDLEIDING
3. FUNCTIES BEDIENDEEL
Alle code bediendelen leveren volledige informatie en bieden volledige controle over het paneel.
Een LED code bediening geeft door middel van indicatorlampjes de functies weer en heeft afzonderlijke groep
indicatorlampjes voor de alarmcircuits.
Gebruikt u een LED code bediening dan functioneert de "Systeem LED" als Storing, Geheugen, Program of
Overbruggings lampje.
Een LCD code bediening geeft de functies weer aan de hand van indicatorlampjes en de groepenstatus in
tekstvorm.
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het systeem in- en uitgeschakeld kan worden en hoe u de andere
bediendeel functies kunt gebruiken.
3.1 IN- / UITSCHAKELING
Voor de beschrijving van het standaard in- en uitschakelen verwijzen wij u naar de gebruikers handleiding.
Om valse alarmen te voorkomen zal de „Hoorbare uitgangsfout" de gebruiker erop attenderen dat er een
foutieve inschakeling heeft plaatsgevonden.
Als een niet geforceerde inschakel groep van type vertraagd 1 of vertraagd 2 na de uitgangsvertraging open
blijft, zal gedurende de ingangsvertraging de sirene constant geactiveerd worden. Als het systeem niet
uitgeschakeld wordt voor het einde van de ingangsvertraging, wordt een alarm veroorzaakt.
Deze functie kan uitgeschakeld worden in parameter [013], optie [6] (zie hoofdstuk 5.17 „Opties In- /
uitschakeling").
3.2 AUTO BYPASS - AANWEZIG INSCHAKELEN
Aanwezig inschakelen laat de gebruiker toe, het systeem in te schakelen, zonder het gebouw te verlaten, elke
als Aanwezig / Afwezig geprogrammeerde groep wordt overbrugd (zie hoofdstuk 5.2 „Groep definiëring").
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld en één of meerdere groepen van het systeem werden
geprogrammeerd als Aanwezig / Afwezig groepen, zal op de bediening het lampje "Overbruggen" gaan
branden. Het paneel zal dan alle groepen controleren die werden geprogrammeerd als Vertraagd 1 en
Vertraagd 2. Als geen van de groep's binnen de uitlooptijd word verstoord, zal het systeem alle Aanwezig /
Afwezig groepen "overbruggen". Het lampje "Overbruggen" zal dan blijven branden om de gebruiker duidelijk
te maken dat het systeem automatisch de interieurbeveiliging heeft overbrugd.
Als tijdens de uitlooptijd een groep met vertragingstijd werd verstoord, zullen de Aanwezig / Afwezig groepen
actief zijn nadat de uitlooptijd is verlopen.
De gebruiker kan ten allen tijde de Aanwezig / Afwezig groepen terug aan het systeem toevoegen door middel
van het commando [*] [1] (zie hoofdstuk 3.4 * commando's).
Het systeem kan ook Aanwezig ingeschakeld worden middels het bedienen van een als zodanig
geprogrammeerde functietoets op het LED CLASIC en LCD5500Z-bediendeel.
3.3 AUTO INSCHAKELING
Het systeem kan geprogrammeerd worden om elke dag op een specifiek tijdstip automatisch te worden
ingeschakeld.
Omdat de auto inschakeling op een bepaald tijdstip moet worden geactiveerd, zal de huidige tijd moeten
worden ingevoerd. Voor de programmering van de Tijd en datum en de Tijd auto inschakeling zie „[*] [6]
Gebruikersfuncties".
Wanneer de interne systeemklok de Tijd auto inschakeling bereikt, zal het systeem de status controleren.
Is er ingeschakeld dan zal het systeem niets doen (de volgende dag zal deze bij het bereiken van de Tijd auto
inschakeling het systeem opnieuw controleren); Is het systeem uitgeschakeld dan zal het systeem gedurende
één minuut de zoemers van alle bediendelen laten klinken. Is de optie Sirenestoot tijdens auto inschakeling
geactiveerd (parameter [014], optie [2]), dan zal het systeem de sirene iedere 10 seconden een keer laten
klinken binnen de auto inschakeltijd.
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.
Rev. INS.INB.EC6150V2.1DJRU.DSC.106TVE.V1.1.NL
Centraal Controle Paneel
EC 6150
PC 1565 versie 2.1DJRU
18