Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking En Bedrading Keybus - Lasmo EC 6150 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

INSTALLATIE- EN PROGRAMMEERHANDLEIDING
2. INSTALLEREN VAN DE EC6150
Programmeerbare uitgangen - PGM1 en PGM2
Elke PGM uitgang is een open collectorschakeling naar massa, dit betekent dat wanneer de PGM uitgang
geactiveerd wordt door het paneel, het aansluitpunt naar massa wordt geschakeld.
Een relais, een buzzer of een ander apparaat met laag stroomverbruik kan hierop worden aangesloten.
AUX+ is de positieve en de PGM uitgang de negatieve aansluiting.
PGM1 kan maximaal 300 mA stroom leveren, PGM2 kan maximaal 50 mA stroom leveren.
Voor een lijst van opties m.b.t. de programmeerbare uitgangen, zie hoofdstuk 5.11 „PGM uitgang opties.
Aansluitpunten groep-ingang - Z1 tot Z6
Elke detector moet worden aangesloten op een groep van het paneel. Hoewel het mogelijk is verscheidene
detectoren op een zelfde groep aan te sluiten wordt aangeraden om op elke groep slechts één detector aan te
sluiten.
Voor specifieke informatie over de groepbedrading verwijzen we naar hoofdstuk 2.8 „Groepbedrading".
Telefoonaansluitingen TIP, RING, T1 en R1
De telefoonlijn wordt gebruikt voor de verbinding met de PAC of voor Up- Downloading van de systeem-
instellingen.
De telefoonaansluiting wordt als volgt aangesloten:
TIP .............. Blauwe ader PTT
RING ........... Rode ader PTT
T1 ............... Blauwe ader telefoontoestel
R2 ............... Rode ader telefoontoestel
OPMERKING: Voor de juiste werking mogen er geen andere apparaten worden aangesloten tussen de
RING, TIP en de PTT aansluiting. Sluit hiertussen dus geen FAX op aan. De FAX kan een "spraakfilter"
bevatten die de lijn afsluit zodra er een ander signaal dan een FAX signaal wordt gedetecteerd.
Hierdoor kan de transmissie worden verstoord.

2.4. WERKING EN BEDRADING KEYBUS

De KEYBUS is een vierdraads kabel waarop alle code bediendelen en modulen parallel kunnen worden
aangesloten.
De aansluitingen op de KEYBUS hoeven niet allemaal bij elkaar geplaatst te worden. De rode en zwarte
aansluitdraad worden gebruikt voor de voeding. De gele en groene aansluitdraden zijn respectievelijk bestemd
voor klok en data.
Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan voor een juiste KEYBUS aansluiting:
De modulen mogen niet verder dan op 300 meter afstand geplaatst worden.
Voorbeeld KEYBUS bedrading:
PANEEL
OPMERKING:
Module A en B zijn correct aangesloten omdat deze zich binnen 300 meter van de basisprint bevindt.
Module C is FOUTIEF aangesloten omdat deze zich BUITEN 300 meter van de basisprint bevindt.
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.
Rev. INS.INB.EC6150V2.1DJRU.DSC.106TVE.V1.1.NL
A
50m
50m
B
150m
C
200m
Centraal Controle Paneel
EC 6150
PC 1565 versie 2.1DJRU
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave