Remeha
Quinta 45/65
9
INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GASTECHNISCHE INSTALLATEUR
9.1 Gasaansluiting
Het toestel is geschikt voor het verstoken van alle kwaliteiten aardgas en propaan
categorie II
. Het toestel moet op de gasleiding worden aangesloten overeenkom-
2L 3P
stig de in de NEN 1078 (voor huishoudelijke gasleidinginstallaties) of NEN 2078 (voor
industriële gasinstallaties) gestelde eisen. In de nabijheid van het toestel dient een
gashoofdkraan te worden opgenomen. De gasaansluiting bevindt zich aan de onder-
zijde van het toestel (zie afb. 02). In de gastoevoerleiding dient een gasfilter te worden
geïnstalleerd om vervuiling van het gasblok te voorkomen.
9.2 Gasdrukken
De vereiste gasvoordruk bedraagt 20 tot 30 mbar. De juiste branderdruk instelling voor
aardgas L is op de fabriek uitgevoerd en hoeft in principe niet nageregeld te worden,
(zie voor het stoken op propaan Par. 9.4). Raadpleeg bij andere aardgassoorten onze
afdeling Sales support.
9.3 Gas / lucht verhoudingsregeling
Het toestel is voorzien van een gas / lucht verhoudingsregeling. Doel van de gas /
lucht-verhoudingsregeling is dat bij een variërende belasting de verhouding tussen de
hoeveelheid gas en de hoeveelheid lucht in de brander op een constant niveau wordt
gehouden. Hiermee wordt een schone en betrouwbare verbranding en een hoog ren-
dement over het gehele belastingsbereik zeker gesteld.
9.4 Propaanbedrijf
Voor propaanbedrijf is geen ombouw van het toestel nodig. Volstaan kan worden met
het opnieuw inregelen van het CO
-percentage (zie Par. 10.1) en het aanpassen van
2
het ventilatortoerental. De gebruikelijke voordruk van handelspropaan (37-50 mbar)
kan worden toegepast.
Let op:
Het toestel is ingesteld op aardgas L. Om de inbedrijfstelling op propaan mogelijk te
maken dient allereerst instelschroef 'vollast' 4¾ resp. 6½ slagen (Quinta 45 resp. 65)
rechtsom te worden gedraaid, (zie afb. 24). Verder dient het ventilatortoerental te wor-
den aangepast (Parameter ^ en parameter C instellen op 46, zie Par. 6.6).
62