6.5 Instelmode gebruikersniveau (X[[)
In de instelmode kunnen diverse instellingen naar behoefte gewijzigd worden. De
gewenste mode kan gekozen worden door de m-toets in te drukken totdat op het
'code'-venster ! verschijnt. Kies nu met de s-toets de gewenste code. Door ver-
volgens op de [+]-toets te drukken kan een instelling verhoogd worden, door op de [-]-
toets te drukken kan een instelling verlaagd worden.
De nieuwe instelling wordt opgeslagen door op de e-toets te drukken, de instelling
knippert tweemaal als bevestiging. Druk op de 'reset'-toets om terug te keren naar de
bedrijfsmode.
Omschrijving
Code
Maximale aanvoertempera-
!
tuur
(zie ook Par. 6.5.1)
Pompnadraaitijd c.v.-bedrijf.
@
(zie ook Par. 6.5.2)
Boilertemperatuur boiler.
#
(zie ook Par. 6.5.3)
Toestelregeling.
A
(zie ook Par. 6.5.4)
Voetpunt interne stooklijn
u
(zie Par. 6.5.5)
tabel 06
Instelmode gebruikersniveau
6.5.1 Maximale aanvoertemperatuur (ketelthermostaat;!)
Het instellen van de maximale aanvoertemperatuur dient als voorbeeld voor de ove-
rige instellingen. De maximale aanvoertemperatuur is instelbaar van 20 tot 90°C
(fabrieksinstelling: 90°C).
Opmerking:
Bij toepassing van een kamerthermostaat in combinatie met een buitentemperatuur-
sensor wordt hier de top van de interne stooklijn ingesteld (aanvoertemperatuur bij een
buitentemperatuur van -10°C).
(Zie voor toelichting m.b.t. de interne stooklijn Par. 8.4.3)
Instelbereik en eventuele toe-
lichting
20 t/m 90°C
(= instelling ketelthermostaat,
tevens instelling top stooklijn bij
toepassing van buitenvoeler).
00 nadraaitijd 10 seconden
01 t/m 15 nadraaitijd in
minuten
20 t/m 70°C (met boilertem-
peratuursensor).
Instelling regelmethode
15 t/m 60°C (alleen van toe-
passing als een buitenvoeler is
aangesloten)
24
Remeha
Quinta 45/65
Fabr.
Instelling
90
3
65
31
20