Samenvatting van Inhoud voor REMEHA Quinta Pro Series
Pagina 1
Nederland Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding Hoog rendement gaswandketel Quinta Pro 45 - 65 - 90 - 115...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
1 Veiligheid Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies Voor de installateur: Gevaar Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektrische contacten of schakelaars (bel, verlichting, motor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze onmiddellijk af.
Pagina 7
1 Veiligheid Gevaar Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektrische contacten of schakelaars (bel, verlichting, motor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4. Ontruim de woning. 5. Neem contact op met een erkend installateur. Gevaar Indien u rookgassen ruikt: 1.
1 Veiligheid Opgelet Zorg dat de ketel wordt onderhouden. Neem contact op met een erkend installateur of sluit een onderhoudscontract af voor de servicebeurt van de ketel. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. Belangrijk Controleer regelmatig of de verwarmingsinstallatie met water is gevuld en onder druk staat.
1 Veiligheid Waarschuwing Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant zelf, zijn dealer of vergelijkbare bekwame personen om gevaarlijke situaties te voorkomen. Waarschuwing Bij werkzaamheden aan de ketel, de ketel altijd spanningsvrij maken en de hoofdgaskraan sluiten.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk. Belangrijk Wijzigingen in de ketel mogen alleen uitgevoerd worden na schriftelijke toestemming van Remeha. Aansprakelijkheden 1.3.1 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen.
1 Veiligheid Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker. 1.3.3 Aansprakelijkheid van de gebruiker Om het optimaal functioneren van het apparaat te garanderen moet u de volgende aanwijzingen in acht nemen: Lees de voorschriften van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht. Vraag de hulp van een erkend installateur voor de installatie en de uitvoering van de eerste inbedrijfstelling.
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Gebruikte symbolen 2.1.1 In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Certificeringen Tab.1 Certificeringen CE-identificatienummer PIN 0063CL3333 NOx-klasse Type rookgasaansluiting (1) EN 15502–1 (2) Als een ketel wordt geïnstalleerd met een verbinding van het type B , dan wordt de IP-codering van de ketel verlaagd tot IP20. 3.1.2 Gaskeurlabels De ketel heeft diverse Gaskeurlabels.
3 Technische specificaties Belangrijk Bovengenoemde grenswaarden voor de Wobbe-index zijn de waarden die gewaarborgd worden door de tests volgens de toestelnorm EN 15502-2-1 met de extreme grensgassen die voor de genoemde toestelcategorieën gelden. 3.1.4 Richtlijnen Naast de wettelijke voorschriften en richtlijnen, moeten ook de aanvullende richtlijnen in deze handleiding worden opgevolgd.
Pagina 16
3 Technische specificaties Quinta Pro Combinatieverwarmingstoestel Prated Nominale warmteafgifte Nuttige warmteafgifte bij nominale 40,8 61,5 84,2 103,9 warmteafgifte en werking op hoge tem peratuur Nuttige warmteafgifte bij 30% van de 13,7 20,5 27,9 34,7 nominale warmteafgifte en werking op lage temperatuur ƞ...
3 Technische specificaties Afmetingen en aansluitingen Afb.2 Afmetingen 80/80 100/100 AD-0000016-01 Tab.9 Aansluitingen Symbool Aansluiting Quinta Pro Quinta Pro Quinta Pro Quinta Pro rookgasafvoer Ø 80 mm Ø 100 mm Ø 100 mm Ø 100 mm luchttoevoer Ø 80 mm Ø...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Algemene beschrijving De Quinta Pro is een ketel met de volgende eigenschappen: Hoog rendement verwarming. Geringe uitstoot van verontreinigde stoffen. Bij uitstek geschikt voor cascadeopstellingen. Mogelijkheid tot productie van sanitair warm water door een separaat geïnstalleerd warmwatertoestel.
4 Beschrijving van het product 4.2.5 Watertemperatuurregeling De ketel is voorzien van een elektronische temperatuurregeling met een aanvoer- en een retoursensor. De aanvoertemperatuur is instelbaar tussen 20°C en 90°C. De ketel moduleert terug als de ingestelde aanvoertemperatuur is bereikt. De uitschakeltemperatuur is de ingestelde aanvoertemperatuur + 5°C.
Op de ketel kan een boiler worden aangesloten. Ons leveringsprogramma bevat diverse boilers. Belangrijk Neem contact met ons op voor meer informatie. Opgelet De Remeha boilers hebben geen dubbele scheidingswand. Neem eerst contact op met het waterleidingbedrijf bij toepassing van deze boilers. 121803 - v.12 - 07112018...
4 Beschrijving van het product ECO-stand: De zuinige stand is geactiveerd. Storing: Ketel staat in storing. Dit wordt zichtbaar met code en rood display. Vorstbeveiliging: Ketel brandt voor vorstbeveiliging. Urentellermenu: Uitlezen van branduren, aantal succesvolle starts en uren aan netspanning. Aan/uit-schakelaar: Na 5 vergrendelingen dient de ketel opnieuw uit- / aan geschakeld te worden.
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Waarschuwing De installatie van de ketel moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regelgeving. Locatiekeuze 5.2.1 Typeplaat Afb.8 Positie typeplaat De typeplaat boven op de ketel vermeldt het ketelserienummer en belangrijke ketelspecificaties, zoals de uitvoering en toestelcategorie.
5 Voor de installatie Ventilatie Afb.10 Ruimte voor ventilatie (1) Afstand tussen de voorkant van de ketel en de binnenwand van de kast. (2) Afstand aan beide zijden van de ketel. Wordt de ketel in een gesloten kast geïnstalleerd, dan moeten de n .
Pagina 26
5 Voor de installatie De boilerregeling kan op twee manieren worden aangestuurd; regulier en progressief (zie parameter ). De ketel is standaard ingesteld op de reguliere boilerregeling. De progressieve regeling kan nodig zijn bij bepaalde oplaadboilersystemen, maar ook bij verwarmingsprocessen waar een sneller (progressiever) regelgedrag dan normaal gewenst is.
Pagina 27
5 Voor de installatie Aansluiten boiler met driewegklep Afb.12 Aansluiten boiler met driewegklep Aansluiting aanvoer CV Aansluiting retour CV 1 Ketel 2 Indirect gestookte boiler 3 Boilersensor 4 Ontluchtingsset boiler 5 Inlaatcombinatie 6 Expansievat 7 Verwarming-Installatie 8 Driewegklep 9 Veiligheidsventiel Op de standaard besturingsprint (PCU) kan een boilersensor/ boilerthermostaat worden aangesloten.
6 Installatie Installatie Algemeen Waarschuwing De installatie van de ketel moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regelgeving. Voorbereiding 6.2.1 Positionering van de ketel Afb.14 Ophangen ketel Dankzij de ophangstrip aan de achterzijde van de mantel, kan de ketel direct aan de ophangbeugel gehangen worden.
6 Installatie 6.3.2 Aansluiten van het verwarmingscircuit Afb.15 Aansluiten aanvoer CV 1. Verwijder de stofdop op de aansluiting aanvoer CV onder aan de ketel. 2. Monteer de uitgaande leiding voor CV-water op de aansluiting aanvoer CV. AD-0000022-02 Afb.16 Aansluiten retour CV 3.
6 Installatie 6.3.4 Aansluiten van de condensatie-afvoerleiding Afb.17 Aansluiten condensatie– 1. Monteer een kunststof afvoerpijp Ø 32 mm of groter, uitkomend op het afvoerleiding riool. 2. Steek hierin de flexibele condensafvoerslang 3. Monteer een stankafsluiter of sifon in de afvoerpijp. Gevaar De sifon moet altijd voldoende gevuld zijn met water.
Beschrijving Toegestane fabrikanten Gesloten uitvoering Geveldoorvoer en aansluitma teriaal: Uitmonding in de gevel. Luchttoevoeropening ligt in hetzelfde drukgebied als de uit Remeha, te combineren met monding (bijvoorbeeld een gecombineerde geveldoorvoer). aansluitmateriaal van Burger Parallel niet toegestaan. hout Burgerhout Cox Geelen AD-3000926-01 (1) Het materiaal moet ook voldoen aan de materiaaleigenschappen uit het desbetreffende hoofdstuk.
Pagina 32
6 Installatie Tab.14 Type rookgasaansluiting: C Principe Beschrijving Toegestane fabrikanten Aansluiting in verschillende drukgebieden Aansluitmateriaal en dakdoor voer: Gesloten toestel. Separaat luchttoevoerkanaal. Burgerhout Separaat rookgasafvoerkanaal. Cox Geelen Uitmondend in verschillende drukvlakken. Ubbink Luchttoevoer en rookgasafvoer mogen niet in tegenoverlig gende gevels worden geplaatst. AD-3000929-02 (1) Het materiaal moet ook voldoen aan de materiaaleigenschappen uit het desbetreffende hoofdstuk.
6 Installatie Uitvoering (D) Zonder luchttoevoer Met luchttoevoer Concentrisch 80/125 mm Ø 145 mm □ 145 x 145 mm Ø 145 mm □ 145 x 145 mm Concentrisch 100/150 mm Ø 170 mm □ 170 x 170 mm Ø 170 mm □...
6 Installatie Afb.21 Voorbeelden tekenreeks 1 EN 14471 of EN 1856–1: Het materiaal is CE-gekeurd volgens deze norm. Voor kunststof is dit EN 14471, Voor aluminium en roestvast staal is dit EN 1856-1. 2 T120: Het materiaal heeft temperatuurklasse T120. Een hoger EN 14471 - T120 P1 W 1 O50 LI E U0 getal is ook toegestaan, lager niet.
6 Installatie Afb.23 Afmetingen concentrische Buitenmaat rookgasafvoerleiding aansluiting Buitenmaat luchttoevoerleiding lengteverschil tussen rookgasafvoerleiding en luchttoevoerleiding Tab.21 Afmetingen leiding (min-max) (min-max) (min-max) 80/125 mm 79,3 - 80,3 mm 124 - 125,5 mm 0 - 15 mm 100/150 mm 99,3 - 100,3 mm 149 - 151 mm 0 - 15 mm (1) Kort de binnenpijp in wanneer het lengteverschil te groot is.
Pagina 36
6 Installatie Gesloten uitvoering (C Afb.25 Gesloten uitvoering (parallel) Aansluiting rookgasafvoer Aansluiting luchttoevoer Bij een gesloten uitvoering wordt zowel de rookgasafvoer- als de luchttoevoeropening (parallel) aangesloten. AD-0000027-02 Tab.23 Maximale lengte (L) Diameter leiding 80 mm 90 mm 100 mm 110 mm 110 mm 130 mm Diameter concentrische dakdoorvoer...
6 Installatie Aansluiting in verschillende drukgebieden (C Afb.27 Verschillende drukgebieden L Gezamenlijke lengte van het rookgasafvoer- en luchttoevoerkanaal Aansluiting rookgasafvoer Aansluiting luchttoevoer Verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer is mogelijk in verschillende drukgebieden, en halve CLV systemen. Met uitzondering van het kustgebied. Het maximaal toegestane hoogteverschil tussen verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer bedraagt 36 m.
6 Installatie Voor meer informatie, zie Parameters wijzigen op installateursniveau, pagina 61 6.5.7 Aanvullende richtlijnen Installatie Voor de installatie van het rookgasafvoer- en luchttoevoermateriaal wordt verwezen naar de voorschriften van de fabrikant van het betreffende materiaal. Controleer na montage tenminste alle rookgasvoerende en luchtvoerende delen op dichtheid.
6 Installatie 6.5.9 Aansluiting rookgasafvoer Afb.29 Aansluiten rookgasafvoer S Insteekdiepte 25 mm 1. Monteer de rookgasafvoerleiding op de ketel. 2. Monteer de opvolgende rookgasafvoerleidingen volgens de voorschriften van de fabrikant. 80 mm 100 mm Opgelet De leidingen mogen niet steunen op de ketel. Monteer de horizontale delen aflopend richting ketel, met een helling van 50 mm per meter.
X1. Een reservezekering zit in de behuizing van de besturingsautomaat. Opgelet Bestel een vervangend netsnoer altijd bij Remeha. De voedingskabel mag alleen door Remeha of een door Remeha gecertificeerde installateur vervangen worden. De stekker van de ketel moet altijd bereikbaar zijn.
6 Installatie 6.6.3 Toegang tot de aansluitconnectoren Afb.31 Toegang tot de aansluitconnectoren Op de standaard besturingsprint (PCU) kunnen diverse thermostaten en regelaars worden aangesloten (aansluitconnector X12). Toegang tot de aansluitconnectoren: 1. Draai de twee schroeven aan de onderzijde van de frontmantel een kwartslag los en verwijder de frontmantel.
6 Installatie 6.6.4 Aansluitmogelijkheden van de standaard besturingsprint Aansluiten PWM pomp Afb.32 Voedingskabel aansluiten De energiezuinige modulerende pomp moet op de standaard besturingsprint PCU worden aangesloten. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Sluit de voedingskabel en de kabel voor het PWM signaal aan op de pomp.
Pagina 43
6 Installatie Aansluiten pomp Afb.33 Voedingskabel aansluiten De pomp moet op de standaard besturingsprint PCU worden aangesloten. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Sluit de met de ketel meegeleverde kabel aan op de pomp. 2. Verwijder de tule uit de opening in het midden van de bodem van de ketel.
Pagina 44
6 Installatie Aansluiten modulerende thermostaat Afb.34 Aansluiten modulerende OT OpenTherm thermostaat thermostaat De ketel is standaard voorzien van een OpenTherm aansluiting. Hierdoor kunnen zonder verdere aanpassingen modulerende OpenTherm thermostaten worden aangesloten (ruimte-, weersafhankelijke- en cascadethermostaten). Tevens is de ketel geschikt voor OpenTherm Smart Power.
Pagina 45
6 Installatie Vorstbeveiliging in combinatie met aan/uit thermostaat Afb.36 Vorstthermostaat aansluiten Bij toepassing van een aan/uit thermostaat kunnen de leidingen en radiatoren in een vorstgevoelige ruimte beveiligd worden met een vorstthermostaat. De radiatorkraan in de vorstgevoelige ruimte moet open staan. 1.
Pagina 46
6 Installatie Instelling stooklijn Afb.38 Stooklijn F Stooklijn Als een buitensensor wordt aangesloten, dan kan de interne stooklijn worden aangepast. De instelling kan gewijzigd worden met behulp van parameters AD-3000038-01 Aansluiten boilersensor/boilerthermostaat Afb.39 Aansluiten boilersensor/ Ws Boilersensor boilerthermostaat 1. Sluit de boilersensor of boilerthermostaat aan op klemmen Tdhw van de aansluitconnector.
6 Installatie Blokkerende ingang Afb.41 Blokkerende ingang De ketel is voorzien van een blokkerende ingang. Deze ingang is uitgevoerd op de klemmen BL van de aansluitconnector. Waarschuwing Alleen geschikt voor potentiaalvrije contacten. Belangrijk Verwijder eerst de brug bij gebruik van deze ingang. De functie van de ingang kan met parameter gewijzigd worden.
6 Installatie 6.7.2 Vullen van de sifon Gevaar De sifon moet altijd voldoende met water gevuld zijn. Dit voorkomt dat er rookgassen in het vertrek komen. Afb.43 Sifon vullen 1. Demonteer de sifon. 2. Vul de sifon volledig met water. 3.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Volg de stappen uit de volgende paragrafen voor de inbedrijfstelling van de ketel. Waarschuwing Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet overeenkomt met de toegestane gassoorten. Gascircuit Afb.44 Gasblok meetpunten Waarschuwing Zorg dat de ketel spanningsloos is. 1.
Pagina 50
7 Inbedrijfstelling 1. Kantel de instrumentenbox weer omhoog en klik deze vast met de klipsluitingen aan de zijkanten. 2. Open de hoofdgaskraan. 3. Open de gaskraan van de ketel. 4. Steek de stekker van de ketel in een geaard stopcontact. 5.
7 Inbedrijfstelling Gasinstellingen 7.6.1 Aanpassing aan een ander type gas Waarschuwing Alleen een erkend installateur mag de volgende handelingen uitvoeren. De fabrieksinstelling van de ketel is voor werking op de aardgasgroep G25 (L-gas). Belangrijk Indien de ketel wordt aangepast voor bijvoorbeeld: G20 (H-gas) G31 (Propaan) Dan moet dit vermeld worden op de meegeleverde sticker: Dit CV-...
Pagina 52
7 Inbedrijfstelling Uitvoeren vollasttest Afb.46 Instellen op vollast 1. Druk tegelijk op de twee toetsen. Het symbool verschijnt in het display. De ketel is nu ingesteld op vollast. ºCºFh ºC barPsi kWµA l/min ± 30 AD-0000529-01 Controle-/instelwaarden O bij vollast 1.
Pagina 53
7 Inbedrijfstelling Afb.47 Positie afstelschroef A 4. Stel met behulp van afstelschroef A het percentage O van de toegepaste gassoort in op de nominale waarde. Maar in ieder geval binnen de hoogste en laagste instelgrens. AD-0000067-01 Uitvoeren laaglasttest Afb.48 Instellen op laaglast 1.
7 Inbedrijfstelling Tab.38 Controle-/instelwaarden O bij laaglast voor G31 (propaan) Waarden bij laaglast voor G31 (propaan) Quinta Pro 45 - 5,9 Quinta Pro 65 - 5,6 Quinta Pro 90 - 5,9 Quinta Pro 115 - 6,2 (1) Nominale waarde Opgelet De O waarden bij laaglast moeten hoger zijn dan de O waarden...
Pagina 55
7 Inbedrijfstelling Afb.50 Voorbeeld ingevulde sticker 10. Vul op de bijgeleverde sticker de volgende gegevens in, en plak deze naast de typeplaat op het toestel. Adjusted for / Réglée pour / Parameters / Paramètres / Indien ingesteld op een ander gas, het gastype; Ingesteld op / Eingestellt auf Parameter / Parametri / De gasaanvoerdruk;...
8 Werking Werking Gebruik van het bedieningspaneel Afb.51 Bedieningspaneel 1 Display Escape of toets CV-temperatuur of toets SWW-temperatuur of toets Enter of Toetsvergrendeling opheffen Schoorsteenveger toetsen De toetsen 2 en 3 tegelijk indrukken. Menu toetsen De toetsen 4 en 5 tegelijk indrukken. Aan/uit schakelaar Het display heeft meerdere posities en symbolen en geeft informatie over de bedrijfssituatie van de ketel en eventuele storingen.
Pagina 57
8 Werking Bij een watertemperatuur hoger dan 10℃ slaat de ketel af en draait de circulatiepomp kort na. Om bevriezing van de installatie en radiatoren in vorstgevoelige ruimten (bijvoorbeeld een garage) te voorkomen, kan er op de ketel een vorstthermostaat of buitensensor worden aangesloten. 121803 - v.12 - 07112018...
9 Instellingen Instellingen Beschrijving van de parameters Tab.39 Fabrieksinstelling Parameter Beschrijving Instelbereik Aanvoertemperatuur: T 20 tot 90 ºC Temperatuur SWW: T 40 tot 65 ºC 0 = CV uit / SWW uit 1 = CV aan / SWW aan Ketelregeling / SWW 2 = CV aan / SWW uit 3 = CV uit / SWW aan 0 = Comfort...
Pagina 59
9 Instellingen Parameter Beschrijving Instelbereik Setpuntverhoging boiler 0 tot 20 ºC Inschakeltemperatuur SWW boilersen 2 tot 15 ºC 0 = Normaal Aansturing driewegklep 1 = Omgekeerd 0 = Solo 1 = Open vented Keteltype 2 = Solo (boilerregeling progres sief) 0 = CV aan 1 = Blokkering zonder vorstbe...
9 Instellingen Tab.41 Aanpassing aan gassoort G25.3 (K-gas) Parameter Beschrijving Maximum toerental van de ventilator (CV) Maximum toerental van de ventilator (SWW) Minimum toerental van de ventilator (CV + SWW) Minimum toerental van de ventilator (offset) Starttoerental Tab.42 Aanpassing aan gassoort G31 (Propaan) Parameter Beschrijving Maximum toerental van de ventilator (CV)
9 Instellingen Opgelet Wijziging van de fabrieksinstellingen kan de werking van de ketel nadelig beïnvloeden. 9.2.1 Wijzigen van parameters op gebruikersniveau Afb.52 Wijzigen van gebruikersparameters De parameters op gebruikersniveau ( tot en met ) kunnen door de gebruiker naar behoefte gewijzigd worden. 1.
9 Instellingen 9. Druk 2 maal op toets om dit menu te verlaten en terug te keren naar de bedrijfsweergave. Belangrijk De ketel keert ook terug in bedrijfstoestand als er gedurende 3 minuten geen toetsen worden bediend. 9.2.3 Instelling van de maximale belasting voor CV-bedrijf Afb.54 Belasting Quinta Pro 45 M Maximale belasting...
9 Instellingen Afb.58 Zie grafieken voor de relatie tussen belasting en toerental bij aardgas. Het wijzigen toerental kan gewijzigd worden met behulp van parameter . Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Druk tegelijk op de twee toetsen en druk daarna op de toets totdat het symbool in de menubalk knippert.
9 Instellingen 9.2.5 Auto-detect uitvoeren Afb.60 Auto-detect uitvoeren Na het verwijderen van een besturingsprint dient er een Auto-detect uitgevoerd te worden. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Druk tegelijk op de twee toetsen en druk daarna op de toets totdat het symbool in de menubalk knippert.
Pagina 65
9 Instellingen = Zonneboilertemperatuur (°C). = Intern setpunt (°C). = Ionisatiestroom (µA). = Toerental van de ventilator (omw/min). = Waterdruk (bar (MPa)). = Geleverd relatief vermogen (%). De actuele waarden kunnen als volgt worden uitgelezen: Afb.62 Actuele waarden uitlezen 1. Druk tegelijk op de twee toetsen.
9 Instellingen 9.3.2 Uitlezen van de urenteller en percentage succesvolle starts Afb.63 Urenteller uitlezen 1. Druk tegelijk op de twee toetsen en druk daarna op de toets totdat het symbool in de menubalk knippert. 2. Druk op de toets Afwisselend verschijnt in het display en het aantal bedrijfsuren van de ketel, bijvoorbeeld 3.
Pagina 67
9 Instellingen Status Substatus SWW-bedrijf actief Temperatuurregeling Begrensde temperatuurregeling (ΔT beveiliging) Vermogensregeling Bescherming temperatuurgradiënt niveau 1 (Terugmoduleren) Bescherming temperatuurgradiënt niveau 2 (Laaglast) Bescherming temperatuurgradiënt niveau 3 (Blokkering) Opmoduleren voor vlambeveiliging Temperatuurstabilisatietijd Koude start Branderstop Brander uit Naventileren Sluit rookgasklep / externe gasklep Recirculatiebeveiliging Stop ventilator Ketelstop (einde warmtevraag)
De servicemelding geeft aan welke serviceset gebruikt moet worden. In deze servicesets zitten alle onderdelen en pakkingen, die nodig zijn voor de betreffende servicebeurt. Deze door Remeha samengestelde servicesets (A, B of C) zijn verkrijgbaar bij een spareparts leverancier. Belangrijk Een servicemelding moet binnen 2 maanden opgevolgd zijn.
Bij een tussentijdse onderhoudsbeurt is het raadzaam om in het Servicemenu van de ketel uit te lezen welke aanstaande servicebeurt zou moeten worden uitgevoerd. Maak gebruik van de aangegeven Remeha servicesets (A, B of C). Deze servicemelding moet met een reset- handeling worden voorkomen, zodat het volgende service-interval gestart wordt.
10 Onderhoud 2. Reinig of vervang de ionisatie-/ontstekingselektrode, wanneer de waarde lager is dan 4 µA. Voor meer informatie, zie Vervanging van de ionisatie-/ontstekingselektrode, pagina 74 10.3.3 Controle van de rookgasafvoer/luchttoevoer aansluitingen Afb.66 Controle rookgasafvoer/ 1. Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en de luchttoevoer op luchttoevoer aansluitingen conditie en dichtheid.
10 Onderhoud 10.3.5 Controle van de automatische ontluchter Afb.67 Controle van de automatische 1. Haal de stekker van de ketel uit het stopcontact. ontluchter 2. Sluit de gaskraan onder de ketel. 3. Sluit de hoofdgaskraan. 4. Draai de twee schroeven aan de onderzijde van de frontmantel een kwartslag los en verwijder de frontmantel.
10 Onderhoud 10.3.6 Reiniging van de sifon Afb.68 Reiniging sifon Gevaar De sifon moet altijd voldoende met water gevuld zijn. Dit voorkomt dat er rookgassen in het vertrek komen. 1. Demonteer de sifon en reinig deze. 2. Vul de sifon volledig met water. 3.
10 Onderhoud 10.3.7 Controle van de brander en schoonmaken van de warmtewisselaar Afb.69 Controle van de brander en 1. Haal de luchtinlaatpijp van de venturi. schoonmaken van de 2. Draai de wartel van het gasblok los. warmtewisselaar 3. Trek de stekkers uit de ventilator. 4.
10 Onderhoud 10.4 Specifieke onderhoudswerkzaamheden Verricht de specifieke onderhoudswerkzaamheden als dat na de standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden nodig blijkt te zijn. Ga voor de specifieke onderhoudswerkzaamheden als volgt te werk: 10.4.1 Vervanging van de ionisatie-/ontstekingselektrode Afb.70 Vervanging van de ionisatie-/ De ionisatie-/ontstekingselektrode moet vervangen worden indien: ontstekingselektrode De ionisatiestroom <...
10 Onderhoud 10.4.2 Controle van de terugslagklep Afb.71 Controle van de terugslagklep 1. Haal de luchtinlaatpijp van de venturi. 2. Draai de wartel van het gasblok los. 3. Trek de stekker uit de ventilator. 4. Verwijder de stekker van het gasblok. 5.
Belangrijk Noteer de weergegeven storingscode. De storingscode is belangrijk voor het correct en snel opsporen van de aard van de storing en bij eventuele ondersteuning door Remeha. 11.1.1 Blokkering Een (tijdelijke) blokkering is een status van de ketel, als gevolg van een ongewone toestand.
Pagina 77
11 Bij storing Blokkeringscode Beschrijving Geen vrijgavesignaal: Externe oorzaak: neem externe oorzaak weg Parameterfout: controleer parameters Slechte verbinding: de bedrading controleren Fase en nul van netspanning omgewisseld: Netvoeding fout bedraad: fase en nul omwisselen Zwevend net of 2 fasen net: zet parameter Blokkerende ingang is actief: Externe oorzaak: neem externe oorzaak weg Parameterfout: controleer parameters...
Belangrijk De storingscode is belangrijk voor het correct en snel opsporen van de aard van de storing en bij eventuele ondersteuning door Remeha. Druk 2 seconden op de toets. Wanneer de storingscode blijft verschijnen, zoek de oorzaak op in de storingstabel en los de storing op.
Pagina 79
11 Bij storing Storingscode Beschrijving Temperatuur warmtewisselaar te hoog: Slechte verbinding: controleer de bedrading Sensor niet of slecht aangesloten: Controleer de goede werking van de sensors Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor: vervang sensor indien nodig Geen doorstroming: Ontlucht CV-installatie Controleer de doorstroming (richting, pomp, kleppen) Controleer de waterdruk...
Pagina 80
11 Bij storing Storingscode Beschrijving Temperatuurwarmtewisselaar boven normaal bereik (maximaalthermostaat STB): Slechte verbinding: controleer de bedrading Sensor niet of slecht aangesloten: Controleer de goede werking van de sensors Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor: vervang sensor indien nodig Geen doorstroming: Ontlucht CV-installatie Controleer de doorstroming (richting, pomp, kleppen)
11 Bij storing Storingscode Beschrijving Aanvoer en retour verwisseld: Slechte verbinding Sensor niet of slecht aangesloten: Controleer de goede werking van de sensors Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor: Vervang sensor indien nodig Doorstroomrichting verkeerd: controleer de doorstroming (richting, pomp, kleppen) 5x Vlamverlies: Geen ionisatiestroom: Ontlucht de gasleiding...
11 Bij storing 11.2.1 Uitlezen storingsgeheugen Afb.73 Storing uitlezen 1. Druk tegelijk op de twee toetsen en druk daarna op de toets totdat het symbool in de menubalk knippert. 2. Selecteer het installateursmenu met de toets verschijnt in het display. 3.
11 Bij storing 11.2.2 Wissen storingsgeheugen Afb.74 Wissen storingsgeheugen 1. Druk tegelijk op de twee toetsen en druk daarna op de toets totdat het symbool in de menubalk knippert. 2. Selecteer het installateursmenu met de toets verschijnt in het display. 3.
12 Verwijdering 12 Verwijdering 12.1 Verwijdering/recycling Belangrijk Het verwijderen en afvoeren van de ketel moeten door een gekwalificeerd persoon worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regelgeving. Ga als volgt te werk om de ketel te verwijderen: 1. Haal de stekker van de ketel uit het stopcontact. 2.
(zie de algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden). Belangrijk Voeg altijd een volledig ingevuld retourformulier bij. Dit kan worden gedownload van de Remeha-website voor vaklieden. Door het invullen van dit formulier kan Remeha de garantieclaims sneller en efficiënter verwerken. 121803 - v.12 - 07112018...
14 Bijlage 14 Bijlage 14.1 ErP-informatie 14.1.1 Productkaart Tab.47 Productkaart Remeha - Quinta Pro Seizoensgebonden energie-efficiëntieklasse voor ruim teverwarming (Prated of Psup) Nominale warmteafgifte Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimtever warming Jaarlijks energieverbruik Geluidsvermogensniveau L binnen Voor specifieke voorzorgsmaatregelen voor assemblage, installatie en onderhoud: Veiligheid, pagina 6...
14 Bijlage 14.1.2 Pakketkaart Afb.79 Pakketkaart voor ketels met vermelding van de energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van het pakket Seizoensgebonden energie-effi ciëntie van ruimteverwarming door ruimteverwarmingstoestel met ketel ‘I’ Temperatuurregelaar Klasse I = 1%, Klasse II = 2%, Klasse III = 1,5%, Klasse IV = 2%, Klasse V = 3%, Klasse VI = 4%, overeenkomstig productkaart temperatuurregelaar Klasse VII = 3,5%, Klasse VIII = 5%...
14 Bijlage De waarde van de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van de hoofdverwarming, uitgedrukt in %. De factor voor het wegen van de warmteafgifte van hoofd- en aanvullende verwarmingstoestellen van een pakket zoals aangegeven in de volgende tabel. De waarde van de wiskundige formule: 294/(11 · Prated), waarbij "Prated"...
14 Bijlage 14.3.2 Aansluitmogelijkheden van de 0-10 V besturingsprint (IF-01) Afb.81 IF-01 print De IF-01 besturingsprint kan in de instrumentenbox of in de behuizing voor de besturingsprints worden ingebouwd. Zie de bij het product meegeleverde instructies. Opgelet Sluit geen vorstthermostaat of kamerthermostaat aan op de ketel bij toepassing van de 0-10 V besturingsprint.
14 Bijlage Analoge uitgang (0-10V) Afb.83 Jumper (1) omzetten Bij deze terugmelding kan worden gekozen voor temperatuur of vermogen. Hieronder worden beide regelingen kort toegelicht. Door middel van een jumper (1) op de interface wordt gekozen voor temperatuur ( ) of vermogen (%). Tab.51 Melding temperatuur Jumper 1 Uitgangssignaal (V)
14 Bijlage N = N pomp D = L pomp = PE pomp Opgelet Als de ruststand van de driewegklep met behulp van parameter is aangepast, moet de pomp als volgt worden aangesloten: N = N pomp C = L pomp = PE pomp Aansturing externe gasklep (EgV) Als er warmtevraag is komt er op de klemmen EgV van de...
14 Bijlage 1. Sluit de minimum gasdrukschakelaar aan op de klemmen Gps van de aansluitconnector. De aanwezigheid van de gasdrukschakelaar dient ingesteld te worden met behulp van parameter Aansluiting warmteterugwinunit (Hru) 1. Sluit de bedrading van de warmteterugwinunit aan op de klemmen Hru van de aansluitconnector.
14 Bijlage 1. Sluit de driewegklep aan op de klemmen X3 van de aansluitconnector: N = neutraal C = centrale verwarming D = warmtapwater Aansturing externe driewegklep (3wV) 24 VAC De externe driewegklep (24 VAC) kan worden gebruikt bij aansluiting van een indirect gestookte boiler.
14 Bijlage Opgelet Gebruik, indien mogelijk, het pompmodulatiesignaal. Dit geeft de meest nauwkeurige pompbesturing. In stand 3 t/m 9 ontvangt de besturingsprint geen signaal van de ketel en zal de pomp als in stand 0 reageren. Wanneer de branderautomaat geen pompmodulatie ondersteunt, zal de pomp zich gedragen als een aan/uit pomp.