Inhoudsopgave
Advertenties
6
6.1
Constructie
6.2
Veiligheidstechnische
constructie
6.2.1 Gebruiksvoorschriften
6.3
Beschermingsgraad
6.4
Bedrading
TECHNISCHE GEGEVENS
Het elektrisch gedeelte is in een kunststop kastje gemonteerd, dat direct in
het bedieningspaneel van de ketel geplaatst wordt.
De afmetingen zijn standaardmaten voor regelapparatuur van 144 x 96 mm
(zie hoofdstuk inbouwmaten). De elektrische aansluitingen zijn aan de ach-
terkant en kunnen met onverwisselbare stekerverbinding of via schroefver-
bindingen Voor het in bedrijf nemen zijn een externe ontsteking en een ex-
terne 230 V transformator bestemd.
De uitvoering van de aansturing van de brander geschiedt vlg. EN 298 en
voldoet daarmee aan alle veiligheidstechnische normen van vlambewakings-
systemen van de betreffende Europese gebruiksnormen.
Als alternatief voor continue-bedrijf is ter verhoging van de veiligheid een met
regelmatige tussenpozen een onafhankelijke 24 uurs bedrijfsonderbreker
met zelftest ingebouwd.
Bij transport en opslag van het apparaat dient er op gelet te worden om de
volgende invloeden te vermijden:
mechanische invloeden, zoals; vervorming, knellen en krassen
elke vorm van verontreinigingen zoals; water, olie, vet, oplosmiddelen,
stof, vreemde voorwerpen, agressieve dampen, etc.
elektrische invloeden zoals; elektrostatische ontlading, onnatuurlijk grote
elektromagnetische velden (zie normen betreffende elektrostatisch ge-
voelige componenten)
klimatologische belasting, zoals; temperaturen beneden –20 °C of boven
60 °C, condensatie als gevolg van dauw, relatieve luchtvochtigheid ho-
ger dan 75 % jaargemiddelde (kortstondig 95 %).
De ketelmodule dient in een geschikte verpakking opgeslagen en getrans-
porteerd worden. Hiervoor zijn de transport- en verpakkingsvoorschriften
voor gevoelige artikelen (zoals glas of computeronderdelen) in acht te ne-
men. Bij vermoeden van eventuele beschadigde (bijv. losse of vervormde
onderdelen, bekraste of beschadigde printgeleiderbanen, beschadigde
soldeerpunten, corrosie van de printplaat, brandvlekken, etc.) het apparaat
niet gebruiken, omdat de veiligheid van het apparaat hierdoor aanzienlijk in
gevaar gebracht kan worden.
Eventuele reparaties mogen alleen door de fabrikant worden uitgevoerd in
geen geval mogen reparaties zelf worden doorgevoerd.
Bij ingebouwde toestand is de bedieningskant van het apparaat overe-
enkomstig beschermingsgraad IP40. De achterzijde van de module is met
aangesloten stekerverbindingen overeenkomstig IP20.
Het is verreist om constructieve maatregelen te nemen voor beveiliging te-
gen elektrische schokken.
Om veiligheidsbeperkingen en beschadigingen van de elektronica en het ap-
paraat te vermijden, is het noodzakelijk om een correcte aansluiting van alle
stekerverbindingen volgens schema in acht te nemen. Bovendien mogen
geen veranderingen aan het schema worden doorgevoerd.
Netspanningvoerende bedrading moet met minstens 0,75 mm
gevoerd.
KM01A
2
worden uit-
28
Advertenties
Inhoudsopgave
