17. Ga op de bestuurdersplaats zitten
18. Stop de sleutel in het blok van de hoofdschakelaar en draai hem een kwartdraai rechtsom (op ON)
19. Parkeer de machine op een gesloten plek, waar geen letsels aan personen of schade aan voorwerpen
kunnen veroorzaakt worden, en waar ze wordt beschermd tegen het toevallig vallen van voorwerpen.
20. Draai de sleutelschakelaar een kwartdraai linksom (op OFF) en verwijder de sleutel
21. Hef het afvalreservoir op en koppel de connector van de batterijen los
AANDACHT: Laat de machine niet onbeheerd achter als u niet eerst de sleutel
uit de startschakelaar trekt en de parkeerrem op correcte wijze inschakelt.
Parkeer bovendien de machine niet op open plekken en laat hem niet stilstaan
op hellende vloeren.
NA DE WERKING
23