Symptomen
Oorzaak
Het product staat
De klep is gesloten, maar de knop START is
urenlang geparkeerd
niet ingedrukt.
in het laadstation.
De parkeermodus is geactiveerd.
Het product mag niet werken als de tempera-
tuur van de accu te hoog of te laag is.
Ongelijkmatige maai-
Het product werkt te weinig uren per dag.
resultaten.
Vanwege de vorm van het werkgebied moet
de functie
dat het product de weg naar alle afgelegen
gebieden vindt.
De instelling
stemd op de indeling van het werkgebied.
Het werkgebied is te groot.
Botte messen.
Lang gras ten opzichte van de ingestelde
maaihoogte.
Grasophoping bij de maaischijf of rond de
motoras.
6.6 Breuken in de lusdraad opsporen
Breuken in de lusdraad zijn meestal te wijten aan
onbedoelde fysieke beschadigingen van de draad,
bijvoorbeeld door het gebruik van een schop bij het
tuinieren. In landen met nachtvorst kan de draad
ook beschadigd raken door scherpe stenen die in de
grond bewegen. Breuken in de draad kunnen ook
worden veroorzaakt door overmatig strekken tijdens het
installeren.
De kabelisolatie kan worden beschadigd wanneer het
gras meteen na de installatie te kort wordt gemaaid.
Beschadigingen aan de isolatie zorgen soms pas weken
of maanden later voor problemen. Om dit te voorkomen,
moet u de eerste weken na het installeren altijd de
maximale maaihoogte selecteren en de maaihoogte
vervolgens elke tweede week een stap verlagen totdat
de gewenste maaihoogte is bereikt.
Een foutieve las in de lusdraad kan soms weken nadat
de las werd gemaakt voor problemen zorgen. Een
foutieve las kan onder meer worden veroorzaakt doordat
de koppeling niet stevig genoeg werd samengedrukt
met behulp van een tang of doordat een koppeling
1201 - 006 - 04.03.2022
Tuindekking worden gebruikt, zo-
Hoe vaak? is niet goed afge-
van een mindere kwaliteit dan de originele koppeling
werd gebruikt. Controleer eerst alle bij u bekende lassen
voordat u verder gaat met de foutopsporing.
Een draadbreuk kan worden opgespoord door de
afstand van de lus waar de breuk kan zijn opgetreden
steeds te halveren, totdat er nog maar een kort stuk
draad over is.
De volgende methode werkt niet wanneer de
modus actief is. Zorg dat de ECO-modus eerst wordt
uitgeschakeld. Zie
1.
Actie
Druk op de STOP-knop om de klep te ope-
nen. Voer de pincode in en bevestig met de
knop OK. Druk op de knop START en sluit
de klep.
Wijzig de bedieningsmodus. Zie
modi - Parkeren op pagina 35 .
Controleer of het laadstation in een tegen
zonlicht beschermd gebied is geplaatst.
Verleng de maaitijd. Zie
23 .
Stuur het product naar een afgelegen ge-
bied. Zie
Tuindekking op pagina 26 .
Hoe vaak? is ingesteld op de
Controleer of
juiste waarde.
Probeer het werkgebied te verkleinen of de
schema-instelling uit te breiden. Zie
op pagina 23 .
Vervang alle messen. Zie
gen op pagina 37 .
Verhoog de maaihoogte en stel hem later
weer lager in.
Controleer of de maaischijf vrij en soepel
draait. Als dat niet het geval is, schroeft u
de maaischijf los en verwijdert u alle gras en
vreemde voorwerpen. Zie
schijf op pagina 36 .
ECO mode op pagina 30 .
Controleer of het indicatielampje in het
laadstation blauw knippert, wat een breuk in de
begrenzingslus aangeeft. Zie
laadstation op pagina 45 .
Probleemoplossing - 47
Bedienings-
Schema op pagina
Schema
De bladen vervan-
Chassis en maai-
ECO-
Indicatielampje in het