3.4.3.1 De begrenzingsdraad op een helling plaatsen
Het product kan gebruikt worden op hellingen van 45%.
Hellingen die te steil zijn, moeten worden uitgesloten
met de begrenzingsdraad. De hellingsgraad (%) wordt
berekend als hoogte per m. Voorbeeld: 10 cm/100 cm =
10%.
10%
10 cm/4"
•
Voor hellingen steiler dan 45% binnen
het werkgebied isoleert u de helling met
begrenzingsdraad.
•
Voor hellingen steiler dan 15% langs de buitenrand
van het gazon plaatst u de begrenzingsdraad 20
cm/8 inch (A) van de rand.
>10%
A
•
Voor hellingen grenzend aan een openbare weg
plaatst u een afzetting van minimaal 15 cm / 6 inch
langs de buitenrand van de helling. U kunt een
muur of hek als afzetting gebruiken.
3.4.3.2 Doorgangen
Een doorgang is een sectie met begrenzingsdraad aan
elke kant die 2 delen van het werkgebied verbindt. De
afstand tussen de begrenzingsdraad moet aan elke kant
van de doorgang minimaal 60 cm/24 inch bedragen.
Let op:
Als een doorgang minder dan 2 m/6.5
ft breed is, installeert u een geleidingsdraad door de
doorgang.
De aanbevolen minimumafstand tussen de
geleidingsdraad en de begrenzingsdraad is 30
cm/12 inch. Het product loopt altijd links van
de geleidingsdraad, gezien in de richting van het
laadstation. Het is raadzaam om te zorgen voor zo veel
mogelijk vrije ruimte links van de geleidingsdraad (A).
1201 - 006 - 04.03.2022
100 cm/40"
0-25%
3.4.3.3 Een eiland maken
A
>60 cm / 24"
>30 cm / 12"
OPGELET:
Kruis geen gedeelte van
de begrenzingsdraad over een ander
gedeelte. De begrenzingsdraadgedeelten
moeten evenwijdig lopen.
OPGELET:
Kruis de geleidingsdraad
niet over de begrenzingsdraad.
OPGELET:
Isoleer of verwijder
obstakels die lager zijn dan 15 cm/6 inch.
Isoleer of verwijder obstakels met een lichte
helling, zoals stenen, bomen en wortels. Dit
voorkomt schade aan de messen van het
product.
>2 m / 6.5 ft
Installatie - 17