OPMERKING: 'Gemeten' is de huidige NO
is
kalibratiedoeleinden.
3.
Sluit een 100 ppm NO
kalibratiefitting getoond in afbeelding Afbeelding 6-12 op pagina 81.
Gebruik de ▲▼ en ◄► toetsen om een toegepaste waarde in te
4.
voeren die exact gelijk is aan de concentratie die is vermeld op de NO
cilinder.
OPMERKING: Het kalibratiebereik is 9 tot 150 ppm. Als u probeert
een kalibratie uit te voeren buiten dit meetbereik, verschijnt het
bericht 'Slechte kalibratie onjuiste KAL ingave' onderin het scherm.
5.
Pas de Regelaar aan voor een debietmeter indicatie van ongeveer 2
SCFH.
circa 3 minuten) en druk vervolgens op ENT om de gemeten
NO
-waarde te kalibreren tot die van de toegepaste waarde.
2
Vervolgens verschijnt kort het bericht 'Goede Kalibratie' en wordt het
KALIBRATIELIJST-scherm opnieuw geopend.
OPMERKING: Als de uitgangsspanning van de sensor laag is maar
wel bruikbaar dan verschijnt het bericht 'Goede kalibratie
WAARSCHUWING sensor Laag'. Nu wordt in het DIAGNOSE-
scherm aangegeven dat de sensor Laag is.
OPMERKING: Als de uitgangsspanning van de sensor te laag is
om te worden gebruikt, verschijnt het bericht 'Slechte kalibratie
Sensor heeft einde levensduur bereikt, Ingave wordt niet
opgeslagen' gevolgd door het KALIBRATIELIJST-scherm dat
opnieuw wordt weergegeven. Nu wordt de sensor aangemerkt als
SLECHT in het DIAGNOSE-scherm.
6.
Schakel de Regelaar UIT en verwijder de gascilinder.
0024-9473 Rev 4
een
bekend
2
Afbeelding 6-11. Kalibratie van de NO
Wacht totdat de gemeten waarde zich stabiliseert (duurt
NO
-niveau
2
-cilinder aan op de Regelaar van de
PCA
-waarde en 'Toegepast'
2
dat
wordt
toegepast
-sensor
2
3 Handleiding
voor
-
2
79