PCA
3 Handleiding
Afbeelding 5-11. Uitvoeren van een trek/drukmeting
5.
Ga voor het meten van trek of verschildruk als volgt te werk.
•
Plaats voor het meten van de trek de sonde in het
rookkanaal en lees de trek-waarde af van het DRUK-
scherm.
•
Sluit voor het meten van de verschildruk twee
monsterslangen aan op de +∆P-poort en de -∆P-poort en
breng het open uiteinde van de slangen aan in de te
meten gebieden. Het drukverschil tussen de twee
gebieden wordt nu weergegeven op het DRUK-scherm.
Als de druk bij de +∆P-poort hoger is dan bij de -∆P-poort,
zal de druk-waarde positief zijn. Is die druk lager, is zal de
waarde negatief zijn.
Afbeelding 5-12. Druk nul-scherm
5.9. Opslaan van testgegevens
Er kunnen maximaal 500 individuele sets ('snap shots') van verbrandingstest-,
druk- of temperatuurgegevens worden opgeslagen in het geheugen. U kunt deze
later ophalen uit de Geheugen-bibliotheek om ze te bekijken (zie Recalling
Combustion Test Data op pagina 65).
1.
Geef eerst het scherm weer met de gegevens die u wilt opslaan. In het
hieronder getoonde voorbeeld worden alle gegevens die zijn gekoppeld
aan het Start verbrandingstest-scherm opgeslagen.
2.
Druk op de SAVE-toets (F3) om de testgegevens op te slaan op de
volgende beschikbare geheugenlocatie.
52
Afbeelding 5-13. Slangkoppelingen
trek/druk-meting
0024-9473 Rev 4