PCA
3 Handleiding
HOOFDSTUK 5.
5.1. Gebruiksaanwijzingen
•
Laat een analysator die uit een koud voertuig komt langzaam opwarmen om
condensvorming tot het minimum te beperken. Temperaturen onder
vriespunt zijn niet schadelijk voor de analysator.
•
Zorg dat de analysator verse lucht-monsters neemt wanneer het instrument
is INGESCHAKELD. Door het Trekken van een rookgasmonster door de
analysator tijdens het opwarmen raakt de analysator niet beschadigd. Wel
veroorzaakt dit onjuiste sensorwaarden en kunnen sensor-foutmeldingen
verschijnen wanneer de opwarmcyclus is voltooid.
•
Let op! Rookgascondensaat is zuur en sterk bijtend. Het is belangrijk dat u
voorkomt dat de inwendige componenten van de analysator langdurig in
aanraking komen met het condensaat.
•
Inspecteer voorafgaand aan het gebruik het filterelement van de
condensaatval/filter-set. Vervang het filter als dat er vuil uitziet. Zie
Replacing the Filter Element op pagina 96.
•
Houd wanneer u rookgasmonsters neemt de analysator boven de
condensaatval en houd deze vast in een verticale positie. Dit zorgt voor een
maximale effectiviteit van de condensaatval en voorkomt dat het vloeibare
condensaat direct in de analysator wordt gezogen.
•
Leeg de condensaatval als u vloeibaar condensaat ziet en voorkom dat de
condensaatval vol raakt. Zie Emptying the Water Trap op pagina 53 en 88.
•
De analysator moet na een verbrandingstest worden gereinigd. Laat de
pomp nadat u de sonde het verwijderd uit het rookkanaal gedurende ten
minste tien minuten werken om eventuele rookgassen te verwijderen en
eventueel aanwezig condensaat vanuit de binnenzijde van de sensorkamer
en de sonde-set te drogen. Als u de analysator UITSCHAKELT terwijl het
rookgasniveau in de analysator hoog is, gaat de pomp door met zuiveren en
verschijnt het bericht 'sensoren worden gereinigd' op de display totdat alle
rookgasniveaus lager zijn dan de vooraf vastgestelde drempelwaarden.
•
Het is verstandig om de condensaatval te legen en open te laten drogen als
u de analysator opbergt.
44
GEBRUIK
LET OP! Een extreme koude omgeving is niet schadelijk voor
de analysator zelf, maar de elektrochemische sensoren kunnen
wel beschadigd raken. De elektrolyt van de O
bij circa -29 ºC en van de andere sensoren bij circa -70 ºC. Als
de analysator aan extreme kou wordt blootgesteld, raden we u
sterk aan de behuizing van de sensor te controleren op kleine
scheurtjes. Bedenk dat een lekkende sensor chemische
brandwonden op de huid en mogelijk ook beschadiging van de
printplaatsets kan veroorzaken.
-sensor bevriest
2
0024-9473 Rev 4