PCA
3 Handleiding
5.12.3. Instellen van de logging-interval en de logging-duur
De logging-interval is de tijdsduur tussen metingen en de logging-duur is de tijd
die aan het log-proces wordt toegewezen. Ga als volgt te werk voor het instellen
van de logging-interval en de logging-duur.
OPMERKING: Als de logging-duur wordt ingesteld op meer dan 10
uur, wordt aangeraden gebruik te maken van de optionele
wisselstroomadapter om de analysator van stroom te voorzien.
1.
Zodra Logging is INGESCHAKELD (zie Logging Selection op pagina
35) verschijnt het LOGGING INTERVAL-scherm.
Gebruik de ▲▼ toetsen om de gewenste interval te selecteren en druk
2.
vervolgens op ENT om de selectie te maken en terug te gaan naar het
LOGGING DUUR-menu. In het getoonde voorbeeld is 1 minuut
geselecteerd.
Gebruik de ▲▼ toetsen om de gewenste duur te selecteren en druk
3.
vervolgens op ENT om de selectie te maken en het LOGGING
SAMENVATTING-scherm te openen. In het getoonde voorbeeld is 2 uur
geselecteerd.
OPMERKING: Als de geselecteerde duur meer geheugen vereist
dan beschikbaar is op dat moment, zal de analysator automatisch
de voor de geselecteerde interval langst mogelijke duur kiezen.
Afbeelding 5-17. Instellen van de Logging-interval
56
Afbeelding 5-16. Loggen gegeven inschakelen
0024-9473 Rev 4