PCA
3 Handleiding
5.
Pas de Regelaar aan voor een debietmeter indicatie van ongeveer 2
SCFH. Wacht totdat de gemeten waarde zich stabiliseert (duurt circa 3
minuten) en druk vervolgens op ENT om de gemeten NO-waarde te
kalibreren tot die van de toegepaste waarde. Vervolgens verschijnt kort
het bericht 'Goede Kalibratie' en wordt het KALIBRATIELIJST-scherm
opnieuw geopend.
OPMERKING: Als de uitgangsspanning van de sensor laag is maar
wel bruikbaar dan verschijnt het bericht 'Goede kalibratie
WAARSCHUWING sensor Laag'. Nu wordt in het DIAGNOSE-
scherm aangegeven dat de sensor Laag is.
OPMERKING: Als de uitgangsspanning van de sensor te laag is
om te worden gebruikt, verschijnt het bericht 'Slechte kalibratie
Sensor heeft einde levensduur bereikt, Ingave wordt niet
opgeslagen' gevolgd door het KALIBRATIELIJST-scherm dat
opnieuw wordt weergegeven. Nu wordt de sensor aangemerkt als
SLECHT in het DIAGNOSE-scherm.
6.
Schakel de Regelaar UIT en verwijder de gascilinder.
6.10. Kalibratie van de NO
Deze procedure kalibreert de optionele stikstofdioxide-sensor op een bekend
gasniveau.
6.10.1. Benodigd materiaal
•
Kalibreerset
•
Gascilinder
6.10.2. Procedure
1.
Schakel de analysator IN als u dit nog niet heeft gedaan en open het
Calibration-scherm (zie Kalibratie op bladzijde 67).
Gebruik de ▲▼ toetsen om NO
2.
ENT om het KALIBRATIE NO
78
Afbeelding 6-10. Kalibratie van de NO-sensor
-sensor
2
(onderdeelnummer 0024-7059)
(100 ppm NO
in Stikstof, Ond. nr. 0024-1157)
2
te selecteren en druk vervolgens op
2
-scherm te openen.
2
0024-9473 Rev 4