Pagina 1
Draagbare Verbrandingsanalysator (Siegert uitvoering) Handleiding bediening en onderhoud Instructie 0024-9473 Rev. 4 – Augustus 2014 Productleiderschap * Training • Training • Service • Betrouwbaarheid...
Pagina 2
3 Handleiding GARANTIEVOORWAARDEN Bacharach, Inc. staat er jegens Koper voor in dat dit Product op het moment van de levering vrij is van materiaal- en constructiefouten en hoofdzakelijk voldoet aan de specificaties van Bacharach Inc. De aansprakelijkheid van Bacharach Inc. en de genoegdoening van de Koper uit hoofde van deze garantie is beperkt tot, naar keuze van Bacharach Inc., de reparatie of vervanging van dit product of van onderdelen daarvan die...
3 Handleiding INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING ................ 7 1.1. Toelichting ....................7 1.2. Aanwijzingen voor het gebruik ..............7 1.3. Veiligheid: ....................7 1.4. Algemene beschrijving ................. 9 1.5. Overzicht bediening ................... 10 ® 1.5.1. Inschakelen van de PCA 3..............
Pagina 4
3 Handleiding 4.8. Oliederivaat ....................29 4.9. Keteltemperatuur ..................30 4.10. Datuminstellingen ..................30 4.11. Instellen tijd ..................... 31 4.12. Instellen van O referentie ............... 32 4.13. Selecteren Printdruk ................33 4.14. Selecteren Zoomweergave ..............33 4.15. Selecteren Log-registratie ................ 35 4.16.
Pagina 5
3 Handleiding 5.13.2. Ophalen van verbrandingstestgegevens ........58 5.13.3. Ophalen van logging-testgegevens..........59 5.13.4. Geheugen wissen................. 60 5.13.5. Print gemiddeld ................60 5.14. Downloaden van opgeslagen gegevens op een computer ...... 61 5.15. Importeren van opgeslagen gegevens in een spreadsheet ..... 62 5.16.
Pagina 6
3 Handleiding 7.1. Overzicht ....................82 ® 7.2. PCA 3 Demontage ..................82 7.2.1. Benodigd gereedschap ..............82 7.2.2. Procedure ..................82 7.3. Legen van de kamer van de condensaatval ..........87 7.4. Vervangen van het filterelement ............... 87 7.4.1.
HOOFDSTUK 1. INLEIDING 1.1. Toelichting ® Gefeliciteerd aanschaf Bacharach verbrandingsanalysator. Lees voor de veiligheid van de gebruikers en een juist ® gebruik van de PCA 3 deze handleiding. Deze bevat belangrijke informatie over de bediening en het onderhoud van de analysator.
LET OP! Behalve voor het vervangen van de sensor of de batterij mag deze analysator uitsluitend worden geopend en/of gereviseerd door een bevoegd medewerker van Bacharach. Niet-naleving van deze voorschriften maakt de garantie ongeldig. WAARSCHUWING GEVAARLIJK GEBIED: Dit instrument is niet bestemd voor intrinsiek veilig gebruik in gebieden die als gevaarlijke locaties worden aangemerkt.
3 Handleiding 1.4. Algemene beschrijving ® De PCA 3 is een in de handel verkrijgbare, draagbare uitstoot- en verbrandingsanalysator en is bestemd voor het ter plaatse nemen van monsters uit ovens, apparaten en ketels die worden gebruikt binnen de lichte industrie en instellingen, of die bestemd zijn voor commerciële doeleinden of voor huishoudelijk gebruik.
3 Handleiding 1.5. Overzicht bediening ® 1.5.1. Inschakelen van de PCA ® Druk voor het inschakelen van de PCA 3 op de rode I/O-toets. De opwarmtijd duurt 60 seconden. Intussen voert de analysator auto-diagnose uit. Wanneer het is instrument is opgewarmd en er geen fouten zijn gedetecteerd verschijnt het Stop verbrandingstest-scherm.
3 Handleiding sensorkamers abnormaal hoog is. Wanneer de sonde is verwijderd uit het rookgas en de verse lucht-monsters, reinigt analysator zichzelf totdat gedetecteerde gasconcentraties onder een vooraf bepaald niveau zijn gedaald. 1.6. Functies en mogelijkheden • Voeding door middel van 4 AA-alkaline-batterijen of oplaadbare NiMH-batterijen. Een optionele wisselstroomadapter zorgt voor een langere gebruiksduur.
3 Handleiding 1.8. Specificaties Meting (op basis van geïnstalleerde sensoren) Weergavebereik Zuurstof 0,1 tot 20,9% Rookgastemperatuur -20 tot 1.200°C (-4 tot 2.192°F) Temperatuur primaire lucht/omgevingslucht -20 tot 537 °C (-4 tot 999 °F) Koolstofmonoxide (CO) (H -gecompenseerd) 0 tot 4.000 ppm Druk/trek ±...
Pagina 14
3 Handleiding Vergelijkingen (sommige berekeningen verschillen van land tot land) Definities = gemeten zuurstof (in %) = gemeten rookgastemperatuur (in °C) = gemeten temperatuur van de primaire lucht (in °C) LUCHT = gemeten koolstofmonoxide (in ppm) = berekende koolstofdioxide (in ppm) = berekend rookgasverlies (in %) Lambda = berekende luchtovermaat...
Pagina 15
3 Handleiding Waarde Nauwkeurigheid van de gemeten waarden ± 0,3%O2 bij toegepaste rookgasconcentraties (mengsel van O , CO en N Grootste van ± 5% van de waarde of ± 10 ppm, tussen 0-2.000 ppm. ± 10% van de waarde tussen 2.001 en 4.000 ppm. Grootste van ±...
3 Handleiding 2.2. Toetsen op het voorpaneel ® De PCA 3 wordt bediend met behulp van verschillende toetsen. Daarnaast wordt een grafisch LCD-kleurenscherm (met automatische dimfunctie) gebruikt voor het weergeven van alle verbrandings- en uitstoot-testgegevens en analysator- parameters. Hieronder vindt u de beschrijvingen van de toetsen op het voorpaneel.
3 Handleiding Let op! Een toets kan afhankelijk van het scherm waarin deze wordt weergegeven verschillende functies hebben. De functies van de F1, F2 en F3- toetsen worden bijvoorbeeld bepaald door de labels die boven deze toetsen verschijnen in het LCD-scherm. De labels die verschijnen zijn afhankelijk van de functies die kunnen worden uitgevoerd in het specifieke weergegeven scherm.
3 Handleiding Afbeelding 2-4. Aansluitingen Afbeelding 2-3. Batterijcompartiment van onderaf getoond 2.6. Aansluitingen sonde (Gas, druk en T-rga) De sonde/slang-set worden aangesloten op de analysator via de volgende aansluitingen. • Rookgas-thermokoppel op de T-STACK-aansluiting van de analysator • Rookgas-slang op de GAS-aansluiting van de analysator •...
3 Handleiding 2.7. Verschildruk-aansluiting (∆P) De trek wordt gemeten door het aansluiten van de trek-slang van de ∆P sonde op de + -fitting, en de -∆P-fitting blijft open voor de atmosferische druk. Zie Afbeelding 2-5 pagina 21. Naast het meten van de trek worden de '+' en '-' ∆P-fittingen ook gebruikt voor het meten van de verschildruk tussen twee gebieden.
3 Handleiding HOOFDSTUK 3. BEGIN-INSTALLATIE 3.1. Overzicht ® Voordat u de PCA 3 instelt of gebruikt: • aansluiten op een voedingsbron • aansluiten van de sonde/slang-set 3.2. Voeding ® Er zijn drie voedingsmogelijkheden voor de PCA • alkaline wegwerpbatterijen •...
3 Handleiding OPMERKING: Zodra de nieuwe batterijen zijn geplaatst wordt het opladen-pictogram groen. 3.3. Aansluiten van de sonde/slang-set Voer voor het aansluiten van de sonde/slang-set op de analysator de volgende stappen uit (zie Afbeelding 3-2 op pagina 25): Plug de gasmonster-slang, de grootste van de twee aansluitingen (draai daarbij licht), in de GAS-aansluiting van de analysator.
Pagina 23
3 Handleiding Afbeelding 3-2. Aansluiten van de sonde op de analysator 0024-9473 Rev 4...
3 Handleiding HOOFDSTUK 4. CONFIGURATIEPROCEDURES 4.1. Standaard-bedrijfsparameters ® In de fabriek zijn de volgende bedrijfsparameters ingesteld op de PCA 3: Volg voor het wijzigen van deze parameters de volgende stappen uit: Voor het wijzigen van Parameter Fabrieksinstellingen de waarde zie... Brandstof Aardgas Pagina 24...
Pagina 25
OPMERKING: Naast standaardbrandstoffen zijn ® geprogrammeerd Bacharach specifieke brandstofcodes toevoegen op basis van specifieke wensen van ® klanten. U kunt twee extra brandstoffen programmeren in de PCA via de Fyrite gebruikerssoftware (FUS). Neem contact op met de fabriek voor een prijsopgave en de levering.
3 Handleiding 4.3. Selecteren van Auto/handmatig CO-nul ® Selecteer de wijze waarop de PCA 3 een nul-functie uitvoert. Geef het hoofdmenu weer en druk hiervoor op de MENU-toets (F2). Druk zo nodig op ESC totdat MENU verschijnt boven F2. Gebruik de ▲▼...
3 Handleiding Auto-nul bepaalt de nul-waarde van het CO-kanaal in verse lucht en biedt een ijkpunt voor de CO-metingen. Handmatig-nul wordt gebruikt voor het detecteren van CO mogelijk aanwezig bij het opstarten. De gebruiker selecteert de startmodus door middel van de optie auto/handmatig terugstellen naar 0. De gebruiker selecteert de startmodus vanuit het menu Instellen CO-nul of Setup.
3 Handleiding Gebruik de ▲▼ toetsen om de gewenste drukeenheid te selecteren. In het getoonde voorbeeld is InchWater geselecteerd. Druk op ENT om op te slaan en het SETUP MENU opnieuw te openen. Afbeelding 4-5. Selecteren van de drukeenheid 4.6.
3 Handleiding 4.7. Roetgetal ® Drie roetgetallen, gemeten door de Bacharach True Spot rookgastester, kunnen handmatig in de analysator worden ingevoerd en het gemiddelde wordt automatisch berekend. Het gemiddelde Roetgetal wordt weergegeven in het Run/Hold-scherm. Voer de roetgetallen in.
3 Handleiding Gebruik de ▲▼ toetsen om oliederivaat JA of NEE te selecteren en druk vervolgens op ENT om deze informatie op te slaan en terug te gaan naar het SETUP-menu. Afbeelding 4-8. Instellen van de aanwezigheid van Oliederivaten 4.9.
Bacharach adviseert de knoopcelbatterij (onderdeelnummer 0204-0020) elke 5 jaar te vervangen. Afbeelding 4-10. Datuminstellingen 4.11. Instellen tijd Te tijd wordt opgeslagen in het formaat: uu:mm:ss. De waarde is een onderdeel van de datum en het tijdslabel die samen worden opgeslagen met het verbrandingstest-record.
3 Handleiding Gebruik eerst de ◄► toetsen om de cursor over het scherm te verplaatsen totdat de cursor op het te wijzigen cijfer staat. Druk vervolgens op de ▲▼ toetsen totdat de gewenste waarde wordt weergegeven. Herhaal Stap 4 totdat de waarden voor het uur en de minuut zijn ingesteld.
3 Handleiding Druk op ENT om de selectie op te slaan en het O REFERENTIE- scherm opnieuw te openen of druk op ESC om deze procedure te annuleren en de oude O2 referentie-instellingen te behouden. Als de O referentiewaarde wordt ingesteld voor meer dan een gas, herhaal dan de stappen 4, 5 en 6 voor elke meting.
Pagina 34
3 Handleiding zoomniveaus instellen op Standaard, 2X of 3X. De standaard-zoominstelling geeft zeven regels met verbrandingstestgegevens tegelijk weer; 2X geeft vijf regels met verbrandingstestgegevens weer met vergrote tekens en 3X geeft vier regels met verbrandingstestgegevens weer met vergrote tekens. De gebruiker kan door de complete lijst met gemeten en berekende gegevens scrollen, ongeacht het geselecteerde zoomniveau.
3 Handleiding 4.15. Selecteren Log-registratie Wanneer de logging-functie is geactiveerd worden tot maximaal 500 verbrandingstest-records automatisch opgeslagen in het geheugen met een vooraf ingestelde interval over een vooraf bepaalde tijdsduur. Zie Loggen gegeven op pagina 54 voor gedetailleerde informatie over het selecteren van de Logging-functie;...
3 Handleiding 4.17. Informatie Test ID Test-records worden geïdentificeerd (bijvoorbeeld klantnaam, nummer en plaats van de brander) door de handmatig invoer van tot maximaal drie tekstregels. Elke regel bevat maximaal 20 alfanumerieke tekens. Wanneer een Test ID wordt geselecteerd, wordt deze informatie toegevoegd aan alle volgende test-records en opgenomen bovenin elk afgedrukte test-record en in CSV-bestanden wanneer records worden gedownload naar een PC.
3 Handleiding Afbeelding 4-17. Bewerken van een Test ID 4.17.2. Selecteren van een Test ID Gebruik de ▲▼ toetsen om BEWERK TEST ID te selecteren en druk vervolgens op ENT om het BEWERK TEST ID-menu weer te geven. Nu wordt de eerste regel van elk Test ID-record weergegeven.
3 Handleiding Druk op ESC om de procedure te beëindigen en terug te gaan naar het Test ID-menu of op de RUN/HOLD-toets om terug te keren naar het Run/Hold-scherm. Afbeelding 4-19. Wissen van een Test ID 4.18. Gebruikers ID U kunt de naam van de gebruiker of de eigenaar van de analysator (bijvoorbeeld: bedrijfsnaam, adres, telefoonnummer) opslaan in het geheugen.
3 Handleiding Druk op ESC om naar het hoofdmenu te gaan of op de RUN/HOLD- toets om terug te keren naar het Run/Hold-scherm. Afbeelding 4-20. Invoeren van een Gebruikers ID 4.18.2. Wissen van een gebruikersnaam Geef het hoofdmenu weer en druk hiervoor op de menu-toets (F2). Druk zo nodig op ESC totdat MENU verschijnt boven F2.
3 Handleiding Geef het hoofdmenu weer en druk hiervoor op de menu-toets (F2). Druk zo nodig op ESC totdat MENU verschijnt boven F2. Gebruik de ▲▼ toetsen om SETUP te selecteren en druk vervolgens op ENT om het SETUP-menu te openen. Gebruik de ▲▼...
3 Handleiding OPMERKING: Voor nauwkeurige kalibratieherinneringen dienen de datum- en tijdsinstellingen correct te zijn. Afbeelding 4-23. Selecteren van de Kalibratieperiode herinnering 4.21. Afmetingen Run/Hold-scherm ® 3 testgegevens vindt u in het Run/Hold-scherm. Druk op de RUN/HOLD- toets om de pomp te horen werken. Dan wordt het woord RUN weergegeven links bovenin de display.
Pagina 42
3 Handleiding OPMERKING: Een nummerteken (#) duidt de op dat moment geselecteerde O referentie aan. Er verschijnen sterretjes (***) in de meet- en berekeningvelden voor sensoren die niet zijn geplaatst. Volg de volgende stappen om de volgorde van de weergegeven gegevens te veranderen.
3 Handleiding Gebruik de ▲▼ toetsen to select JA en druk vervolgens op ENT om de weergave te resetten en terug te keren naar het Run/Hold format-scherm. Afbeelding 4-25. Resetten van Display format naar fabrieksinstellingen 4.22. NOX Berekening NOx is een combinatie van NO en NO2. De werkelijke NOx waarde op de PCA3 is de som van beide NO en NO2 metingen (NOx = NO + NO2) vanaf de sensoren in posities 4 en 3, respectievelijk.
3 Handleiding HOOFDSTUK 5. GEBRUIK 5.1. Gebruiksaanwijzingen • Laat een analysator die uit een koud voertuig komt langzaam opwarmen om condensvorming tot het minimum te beperken. Temperaturen onder vriespunt zijn niet schadelijk voor de analysator. LET OP! Een extreme koude omgeving is niet schadelijk voor de analysator zelf, maar de elektrochemische sensoren kunnen wel beschadigd raken.
3 Handleiding • Kalibreer de analysator voor nauwkeurige meetgegevens om de 6-12 maanden. 5.2. Inschakelen van de analysator Sluit de sonde/slang-set aan en zorg dat de analysator goed is ingesteld volgens Initial Setup (pagina 23) en Configuration Procedures (pagina 24).
3 Handleiding 80% rendement-oven met Ketel met 90% rendement-oven met ventilator of machinaal atmosferische/natuurlijke condensatie aangedreven afblazing ontluchting Afbeelding 5-5. 90% Afbeelding 5-6. 80% Afbeelding 5-7. Ketel rendement-oven met rendement-oven met condensatie ventilator of machinaal atmosferische/natuurlij aangedreven afblazing ke ontluchting Ovens met Verbrandingstesten van Ketels, met bovenop een...
Pagina 48
3 Handleiding Afbeelding 5-8. Uitvoeren van een verbrandingstest Druk op de RUN/HOLD-toets om de test te starten. U hoort nu dat de pomp begint te werken en bovenin de verbrandingstest-scherm verschijnt het woord RUN (start). Sensor-indicatoren: De volgende indicators verschijnen in het gegevensveld van de sensor, afhankelijk van de omstandigheden: (***) Sensor is niet gekalibreerd of niet geplaatst.
Pagina 49
3 Handleiding Lijst met verbrandingstestgegevens Weergave Beschrijving van de meting of berekening van de naam % Zuurstof Koolmonoxide (1) Lambda Luchtovermaat % Koolstofdioxide Koolstofdioxide in rookgas uitgaande van een perfecte verbranding CO/CO PPM CO gedeeld door PPM CO T-RGA Rookgastemperatuur Temperatuur van de primaire/omgevingslucht, zoals inwendig T-LUCHT...
3 Handleiding 5.6. Selecteren van een Druk-label De drukmeting kan worden gelabeld met types, waaronder: verschiltemperatuur in de warmtewisselaar, trek-waarde en verschildruk. Zie pagina 51 voor procedures voor het meten van druk en van trek. Labelen van gegevens: Geef het hoofdmenu weer en druk hiervoor op de menu-toets (F2). Druk zo nodig op ESC totdat MENU verschijnt boven F2.
3 Handleiding Druk op ENT om op te slaan en het TEMPERATUUR-menu opnieuw te open of druk op ESC om terug te gaan naar het hoofdmenu. Afbeelding 5-10. Uitvoeren van een temperatuurmeting 5.8. Uitvoeren van een trek/drukmeting De verschildruk (∆P) tussen twee gebieden wordt gemeten via de twee druk- poorten en het DRUK-scherm.
3 Handleiding Afbeelding 5-11. Uitvoeren van een trek/drukmeting Ga voor het meten van trek of verschildruk als volgt te werk. • Plaats voor het meten van de trek de sonde in het rookkanaal en lees de trek-waarde af van het DRUK- scherm.
3 Handleiding OPMERKING: Wanneer het geheugen volg is wordt de volgende waarde niet opgeslagen totdat ruime beschikbaar is. Verwijder hiervoor gegevens (zie Clearing Memory op pagina 66). Afbeelding 5-14. Opslaan van testgegevens 5.10. Beëindigen van een verbrandingstest WAARSCHUWING: Brandgevaar. Raak de sonde niet aan nadat u deze uit het rookkanaal hebt verwijderd.
3 Handleiding Contoleer het filterelement van de condensaatval na elke verbrandingstest. Vervang het filter wanneer het verontreinigd is (zie Replacing the Filter Element op pagina 88). Afbeelding 5-15. Legen van de condensaatval 5.12. Registratie van gegevens 5.12.1. Overzicht Wanneer de logging-functie is geactiveerd worden tot maximaal 500 verbrandingstest-records automatisch in het geheugen opgeslagen met een vooraf ingestelde interval, gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur.
3 Handleiding Afbeelding 5-16. Loggen gegeven inschakelen 5.12.3. Instellen van de logging-interval en de logging-duur De logging-interval is de tijdsduur tussen metingen en de logging-duur is de tijd die aan het log-proces wordt toegewezen. Ga als volgt te werk voor het instellen van de logging-interval en de logging-duur.
3 Handleiding 5.12.4. Beëindigen van het Gegevens log-proces Na het INSCHAKELEN van Loggen gegeven en het instellen van de interval en de duur, zal de analysator stoppen bij het LOGGING SAMENVATTING-scherm. Hierin worden de huidige interval en tijdsduur weergegeven. Druk op ENT om de verbrandingstest en het log-proces te starten.
3 Handleiding 5.13. Geheugenfuncties 5.13.1. Overzicht Er zijn twee geheugenbanken en beide bevatten 500 geheugenlocaties. De eerste bank wordt gebruikt voor het opslaan van verbrandingstestgegevens (zie Saving Test Data op pagina 58) en de tweede bank voor het opslaan van gelogde verbrandingstestgegevens (zie Data Logging op pagina 60).
3 Handleiding Afbeelding 5-19. Ophalen van verbrandingstestgegevens 5.13.3. Ophalen van logging-testgegevens Ga voor het ophalen van individuele logging-verbrandingstestgegevens-records als volgt te werk. Geef het hoofdmenu weer en druk hiervoor op de menu-toets (F2). Druk zo nodig op ESC totdat MENU verschijnt boven F2. Gebruik de ▲▼...
3 Handleiding 5.13.4. Geheugen wissen Wanneer alle geheugenlocaties die worden gebruikt voor de opslag van individuele verbrandingstest-records zijn gevuld, zal het volgende opgeslagen verbrandingstest-record de oudste niet overschrijven. Wanneer all Log geheugenlocaties in de Log bibliotheek vol zijn, moeten ze handmatig worden leeggemaakt om de nieuwe gegevens op te kunnen slaan.
3 Handleiding Gebruik de ▲▼ toetsen om GEHEUGEN te selecteren en druk vervolgens op ENT om het GEHEUGEN-menu te openen. Gebruik de ▲▼ toetsen om PRINT GEMIDDELD te selecteren en druk op de ENT-toets om een bibliotheek met opgeslagen testgegevens te openen.
3 Handleiding de Bacharach website (www.MyBacharach.com). Zie handleiding 0024-9465. ® Minimale specificaties computer voor de installatie en het gebruik van de Fyrite gebruikerssoftware: ® Minimumeisen computer voor de Fyrite gebruikerssoftware Categorie Minimumeisen Besturingssysteem Windows XP of hoger Schijf Cd-rom Toegangspoort USB-poort (USB 1.1, 2.0 of 3.0)
3 Handleiding afdruk getoond Afbeelding Afbeelding 5-23 bevat typische verbrandingstest-resultaten van een analysator met O , CO , NO en NO sensoren. Let op dat er omdat de SO -sensor niet is geïnstalleerd drie sterretjes (* * *) in de gegevensvelden verschijnen. OPMERKING: Er verschijnen drie sterretjes (***) in het gegevenveld van sensoren die niet zijn gekalibreerd of geïnstalleerd...
'levensduur'-toestand (Goed, Beperkt, Slecht). ® B-Smart sensoren dienen om de 6-12 maanden te worden gekalibreerd door een Bacharach Service Center (zie Service Centers op pagina 110), zodat de ® meetnauwkeurigheid van de analysator gewaarborgd blijft. B-Smart sensoren...
Kalibratie-menu. Als u een onjuiste code hebt ingevoerd wordt 'Ongeldige code' weergegeven. Controleer of u de juiste code hebt ingevoerd. Neem als het probleem hiermee niet is opgelost contact op met het dichtstbijzijnde Bacharach Service Center. ®...
3 Handleiding Bacharach biedt ook een handig inruilprogramma, waarbij de klant regelmatig oude sensoren opstuurt en periodiek gekalibreerde vervangende sensoren ontvangt. Neem contact op met de klantenservice van Bacharach voor meer informatie over het inruilprogramma. 6.4. Kalibreren van een druk-sensor Deze procedure kalibreert de druk-sensor op een bekende druk-waarde.
3 Handleiding OPMERKING: Het kalibratiebereik is tussen -6 en -2 inch waterkolom (-15 tot -5 mb). Als u probeert een kalibratie uit te voeren buiten dit meetbereik, verschijnt het bericht 'Toegepaste waarde hoog' (of Laag) onderin het scherm. Afbeelding 6-2. Kalibreren van een druk-sensor Wacht totdat de gemeten waarde zich stabiliseert en druk vervolgens op ENT om de door de druk-sensor gemeten waarde te kalibreren op die van de toegepaste waarde.
3 Handleiding Gebruik bij voorkeur een elektronische thermokoppelsimulator voor het produceren van de gewenste kalibratietemperaturen. Een andere mogelijkheid is dat containers met ijswater en kokend water worden gebruikt. 6.5.1. Benodigd materiaal • Thermokoppelsimulator (K-type): Bereik: 0 tot 300°C Nauwkeurigheid: ± 0,3°C •...
3 Handleiding waarde. Hierna verschijnt kort het bericht 'Goede kalibratie' en daarna wordt het KALIBRATIE T-RKG-1 scherm geopend. Afbeelding 6-4. T-RGA-nul en T-RKG-1 6.5.3. T-RKG-1-procedure Stel de thermokoppelsimulator in op 300 °C (572 °F) en gebruik vervolgens de ▲▼ en ◄► toetsen om een toegepaste waarde in te voeren die exact gelijk is aan de instellingen van de simulator.
3 Handleiding 6.6.2. T-RKG-0-procedure Stel de thermokoppelsimulator in op kamertemperatuur en plug de buitenkant in de T-AIR-aansluiting onder de analysator. Andere mogelijkheid: Plug de thermokoppel van de sonde in de T-AIR- aansluiting onder op de analysator. Sluit de gas-slang van de sonde NIET AAN op de GAS-aansluiting van de analysator, anders wordt er water in de analysator gezogen! Schakel de analysator IN als u dit nog niet heeft gedaan en open het...
3 Handleiding Andere mogelijkheid: Dompel de sondekop in een bad met kokend water met een thermometer; wacht een aantal minuten en gebruik vervolgens de ▲▼ en ◄► toetsen om een toegepaste waarde in te voeren die exact gelijk is aan de thermometerwaarde. OPMERKING: Het kalibratiebereik is tussen 90 en 110 °C (194-230°F).
Pagina 74
3 Handleiding OPMERKING: 'Gemeten' is de huidige CO-waarde en 'Toegepast' is een bekend CO-niveau dat wordt toegepast voor kalibratiedoeleinden. Sluit een 500 ppm CO-cilinder aan op de Regelaar van de kalibratiefitting die is getoond in afbeelding Afbeelding 6-12 op pagina Gebruik de ▲▼...
Pagina 75
3 Handleiding Schakel de Regelaar van de kalibratiefitting UIT en verwijder de CO- cilinder. Sluit een combinatie 1.000 ppm CO en 1.000 ppm H -cilinder aan op de Regelaar van de kalibratiefitting en gebruik vervolgens de ▲▼ en ◄► toetsen om een toegepaste waarde in te voeren die exact gelijk is aan de CO-concentratie die is vermeld op de cilinder.
3 Handleiding 6.8. Kalibratie van de SO -sensor Deze procedure kalibreert de optionele zwaveldioxide-sensor op een bekend gasniveau. 6.8.1. Benodigd materiaal • Kalibreerset ( Ond. nr. 0024-7059) • Gascilinder (100 ppm SO in Stikstof, Ond. nr. 0024-1158) 6.8.2. Procedure Schakel de analysator IN als u dit nog niet heeft gedaan en open het Calibration-scherm (zie Kalibratie op bladzijde 67).
3 Handleiding OPMERKING: Als de uitgangsspanning van de sensor laag is maar wel bruikbaar dan verschijnt het bericht 'Goede kalibratie WAARSCHUWING sensor Laag'. Nu wordt in het DIAGNOSE-scherm aangegeven dat de sensor Laag is. OPMERKING: Als de uitgangsspanning van de sensor te laag is om te worden gebruikt, verschijnt het bericht 'Slechte kalibratie Sensor heeft einde levensduur bereikt, Ingave wordt niet opgeslagen' gevolgd door het KALIBRATIELIJST-...
3 Handleiding Afbeelding 6-10. Kalibratie van de NO-sensor Pas de Regelaar aan voor een debietmeter indicatie van ongeveer 2 SCFH. Wacht totdat de gemeten waarde zich stabiliseert (duurt circa 3 minuten) en druk vervolgens op ENT om de gemeten NO-waarde te kalibreren tot die van de toegepaste waarde.
Pagina 79
3 Handleiding OPMERKING: 'Gemeten' is de huidige NO -waarde en 'Toegepast' bekend -niveau wordt toegepast voor kalibratiedoeleinden. Sluit een 100 ppm NO -cilinder aan op de Regelaar van de kalibratiefitting getoond in afbeelding Afbeelding 6-12 op pagina 81. Gebruik de ▲▼ en ◄► toetsen om een toegepaste waarde in te voeren die exact gelijk is aan de concentratie die is vermeld op de NO cilinder.
3 Handleiding 6.11. Kalibratie van de CO -sensor HIGH Deze procedure kalibreert de optionele koolstofmonoxide hoog-sensor (4.001 tot 20.000 ppm) op een bekend gasniveau. 6.11.1. Benodigd materiaal • Kalibreerset (onderdeelnummer 0024-7059) • Gascilinder (4.000 ppm CO in de lucht, Ond. nr. 0024-1155) Afbeelding 6-12.
Pagina 81
3 Handleiding OPMERKING: Het kalibratiebereik is 250 tot 11.000 ppm. Als u probeert een kalibratie uit te voeren buiten dit meetbereik, verschijnt het bericht 'Slechte kalibratie onjuiste KAL ingave' onderin het scherm. Afbeelding 6-13. Kalibratie van de CO -sensor HIGH Pas de Regelaar aan voor een debietmeter indicatie van ongeveer 2 SCFH.
(zie pagina 89) • reinigen van de sonde (zie pagina 92). Alle andere onderhoudswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door een erkend Bacharach servicecentrum. Zie Service Centers op pagina 110. ® 7.2. PCA 3 Demontage De volgende procedure beschrijft en toont hoe de analysator kan worden gedemonteerd.
Pagina 83
3 Handleiding Til de printplaat van de analysator. Afbeelding 7-1. Verwijderen van het achterste deel van de behuizing Modelnummer en corresponderende configuratie van de sensor Positie van de sensor Leeg Leeg Leeg HIGH Leeg Leeg HIGH 0024-9473 Rev 4...
Pagina 84
3 Handleiding Afbeelding 7-2. Weergave van de binnenkant, waarbij het achterste deel van de behuizing is verwijderd 0024-9473 Rev 4...
3 Handleiding 7.3. Legen van de kamer van de condensaatval De kamer van de condensaatval dient na elke test te worden geleegd en wanneer het condenswater de bovenzijde van de stijgbuis bereikt. Verwijder de kamer van de condensaatval (zie ook pagina 48). Voer het vloeibare condensaat af en voeg vervolgens de condensval vervolgens weer samen.
3 Handleiding 7.5. Vervangen van de sensor Alle sensoren worden op dezelfde wijze vervangen. Ga als volgt te werk voor het vervangen van een van de volgende sensoren: O , CO , CO , NO, NO HIGH de SO sensor.
Pagina 89
3 Handleiding LET OP! Afbeelding 7-7. Montage van de sensor 12. Zorg dat de net geïnstalleerde sensor genoeg tijd heeft om zich te stabiliseren in het circuit voordat u verder gaat met de procedure. De benodigde stabilisatietijd is voor alle sensoren (met uitzondering van de NO-sensor) circa 1 uur.
3 Handleiding 7.6. Vervangen van de batterij van de stikmonoxide-sensor (NO) Een enkele lithiumbatterij, in de NO Smart Sensor-set, stuurt een voorspanning naar de NO-sensor om te voorkomen dat de sensor onstabiel wordt wanneer de analysator wordt uitgeschakeld. De levensduur van de NO-roosterbatterij is ongeveer gelijk aan die van de NO-sensor.
3 Handleiding 7.7. Reinigen van de sonde sondebuis gasmonster-slang raken onder normale gebruiksomstandigheden verontreinigd. OPMERKING: Het filterelement van de condensaatval moet voorkomen dat roet de inwendige componenten van de analysator bereikt. Als u de sonde niet schoon houdt, kan die verstopt raken en in de analysator belemmeren.
3 Handleiding HOOFDSTUK 8. PROBLEMEN OPLOSSEN 8.1. Foutsymbolen Foutsymbolen worden weergegeven gegevensvelden verbrandingstest-schermen en op de afdruk en duiden het volgende aan: Foutsymbool Beschrijving Drie liggende streepjes of koppeltekens geven aan dat de berekende gegevens niet kunnen worden weergegeven omdat de gemeten gegevens die nodig zijn voor deze berekening buiten het bereik - - - liggen.
3 Handleiding 8.3. Openen van het Diagnose-menu (diagnose) Geef het hoofdmenu weer en druk hiervoor op de menu-toets (F2). Druk zo nodig op ESC totdat MENU verschijnt boven F2. Afbeelding 8-2. Openen van het Diagnose-menu Gebruik de ▲▼ toetsen om DIAGNOSE te selecteren en druk vervolgens op ENT om het DIAGNOSE-menu te openen.
Pagina 94
3 Handleiding Foutbericht Beschrijving Lage Voltage batterij laag. Vervangen van batterijen (pagina 21). voedingsspanning cel niet Zuurstof-sensor niet geïnstalleerd. Plaats zuurstof-sensor. Zie aanwezig Sensor Replacement op pagina 89. SLECHTE De uitgangsspanning van de zuurstof-sensor is te laag en kan sensoren niet worden gekalibreerd in het instrument.
(Maintenance). Alle andere reparaties dienen te worden uitgevoerd door een erkend Bacharach (zie Service Centers op pagina 110). Alle reparaties die worden uitgevoerd door een niet-erkend onderhoudsbedrijf maken de garantie van de analysator ongeldig en ontslaan Bacharach, Inc. van elke impliciete en/of schriftelijk vastgelegde productaansprakelijkheid. 8.9. Servicecentra Verenigde Staten Bacharach, Inc.
Radiostoringskenmerken - Grenswaarden en meetmethoden Richtlijn(en): 2004/108/EG EMC Richtlijn Handtekening: Naam: Doug Keeports Functie: VP Product Development Datum: 18 oktober 2010 Het technische documentatiebestand dat op grond van deze richtlijn vereist is, wordt bijgehouden op het hoofdkantoor van Bacharach, Inc. 0024-9473 Rev 4...