9.1
Service-onderhoudstabel
Bij inbedrijfstelling/inspectie van de ketel moeten CO2, CO, T flow, T retour, ΔP luchtdrukschakelaar
en Psyphon drukschakelaar worden gemeten en de gemeten waarden moeten in onderstaande tabel
worden opgeschreven.
Meet deze waarden wanneer de ketel in evenwicht is bij maximale belasting (zie ook hoofdstuk 5.5).
Herhaal dit voor minimale belasting.
Bij jaarlijkse inspectie en onderhoud adviseren wij om deze waarden ook te meten en op te schrijven en
te vergelijken met de vorige waarden en eventuele veranderingen te analyseren.
In de fabriek werd de maximale belasting van de ketel gemeten binnen een tolerantie van 5% van de
nominale belasting.
In het veld kan de belasting afnemen door verhoogde weerstand in de ketel, de luchtinlaat of de uitlaat of
door slecht functioneren van de ventilator of andere oorzaken.
Bij maximale belasting moet de installatie worden ontworpen voor een nominale ΔT van 15 K tot 20 K.
Als de ΔT hoger is dan 25 K, kan de ketel niet meer op maximale belasting doorgaan en zal hij gaan
moduleren omdat er onvoldoende water door de ketel stroomt.
T-flow en T-return zijn af te lezen in de "info-modus" op het display (zie 5.4 diagnose)
Kleppen, defecte pompen, vuil, corrosieproducten van de installatie, vuile filters etc. kunnen de
waterstroom door de ketel negatief beïnvloeden.
Voor het ontsteken controleert de ketelregeling ΔP aps tijdens het voorpompen. Tijdens branderbedrijf
wordt deze controle uitgevoerd. Als de waarde in opeenvolgende jaren afneemt, kan dit duiden op een
probleem, b.v. storing van de ventilator, vervuilde luchtinlaat, vuile brander, vuile warmtewisselaar of vies
uitlaatsysteem.
De sifondruk (P sps) moet lager zijn dan de maximaal toegestane rookgasweerstand. Als P sps te hoog is
(> 8,3 mbar), wordt de ketel gestopt.
In dit geval is het uitlaatsysteem mogelijk geblokkeerd.
58