Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mark ECOFLEX Technische Handleiding pagina 42

Inhoudsopgave

Advertenties

communicatie (open Therm OT + versie 3.0) moet worden aangesloten naar de nummers 1 en 2
van de strip C2. Kies uit het technicusmenu, geavanceerde CV-instellingen,
CV-verzoek voor kamer Tstat. Voor digitale communicatie met EBV zoals RS30 of Theta een extra
communicatiemodule is vereist. Voor de interne OTC (buitentemperatuurregelaar) a 12
kohm bij 25 ° C (zie NTC-tabel bij 6.7.2) moet worden aangesloten op de nummers 5 en 6 van strip
C2 en er moet een korte draadlus worden geplaatst tussen de nummers 1 en 2 van strip
C2. Instellen vanaf de technicusmenu, geavanceerde CV-instellingen, CV-verzoek, selecteer alleen
OTC.
7. Als een opslagtank is aangesloten op de ketel, moet de tankthermostaat (of de tank-NTC) zijn
aangesloten op de nummers 7 en 8 op de strip C2. Selecteer in het technicusmenu, geavanceerd
Warmwaterinstellingen, type warmwatervraag. Merk op dat een tank-NTC 12 kohm moet zijn bij
25 ºC (zie NTC-tabel bij 6.7.2.)
8. De CV-systeempomp moet worden aangesloten op de nummers 3 (= PE), 4 (= L), 5 (= N) op strip
C1, indien in gebruik in combinatie met een driewegklep (zie ook hoofdstuk 4.3). Op strip C1
moet een PWM-pomp op 14 (= PE), 12 (= L) en 13 (= N) worden aangesloten. Het PWM-signaal
moet worden aangesloten op 14 (PWM-signaal) en 13 (PWM-aarding) op strip C2. Via het menu van
de technicus, systeeminstellingen en ketelparameters kunnen de max. En min. Pomptoerental worden
ingesteld.
9. De warmwaterpomp (of 230 VAC driewegklep) moet worden aangesloten op 6 (= PE), 7 (= L) en
8 (= N) op strip C1. Als een CV-pomp wordt gebruikt, moet deze worden aangesloten op
11 (= PE), 9 (= L) en 10 (= N) op strip C1.
10. Als de systeempomp, de CV-pomp, de PWM-pomp, de warmwaterpomp, de alarmaansluiting of de
driewegklep meer dan 0,8 A, verbruikt moet het worden geschakeld door een hulprelais.
11. De alarmuitgang op de nummers 17 en 18 op strip C1 is een potentiaalvrije relaisuitgang (230 VAC),
max. 0,8 A). De output van de cascade / systeempomp op de nummers 19 en 20 op strip C1 is een
potentiaalvrije relaisuitgang (230 VAC, 0,8A).
12. De B-B (branderblok) op de nummers 21 en 22 op strip C1 levert een extern (afstands-)
branderblok (fout 77). Het externe contact moet een potentiaalvrij contact (230 VAC) zijn.
13. De SPS_B (branderblok) op de nummers 11 en 12 op strip C2 verschaft ook een extern (op
afstand) branderblok (fout 77). In dit geval moet het externe contact potentiaalvrij zijn (24 VDC).
14. De B-L (brandervergrendeling) op de nummers 9 en 10 op strip C2 biedt een externe
brandervergrendeling (fout 3). Het externe contact moet een potentiaalvrij contact zijn (24 VDC).
15. De hoofdzekering (5,0 A) bevindt zich in de buurt van de aan / uit-schakelaar aan de rechterkant van
het bedieningspaneel.
Algemene opmerkingen: Gebruik de onderste buis aan de rechterkant om de laagspanningsaansluitingen
van C2 te geleiden. Gebruik de twee bovenste buizen aan de rechterkant om de 230 V-aansluitingen van
C1 te geleiden. Zie ook het bedradingsschema op de volgende pagina.
42

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave