Advertenties
ChamSys
Om de programmer te wissen over een bepaalde tijd, geeft u een nummer in alvorens de
CLEAR toets te drukken, bijvoorbeeld druk 5 CLEAR om de programmer over 5 seconden te
wissen.
Om alle kanalen in te stellen op de default waardes gebruikt u CTRL + CLEAR (ondersteund
vanaf v1.7.2.1 en hoger).
Het is mogelijk om alle LTP kanalen te forceren naar waarde 0 door SHIFT + CTRL + CLEAR
te gebruiken. (ondersteund vanaf v1.7.2.1, in vorige versies was dit ondersteund via CTRL +
CLEAR).
12.3. Activering per kanaal of per toestel?
Nadat de CLEAR toets gedrukt is, is de programmer leeg, d.w.z. dat er geen kanalen actief
zijn in de programmer. Wanneer de waarde van een dimmerkanaal of een attribuut van een
intelligent toestel gewijzigd wordt voor de eerste keer, dan wordt het actief in de programmer.
Voor toestellen met meerdere kanalen, is er een keuze in hoe de andere attributen van een
toestel beïnvloedt worden, door de activering van 1 toestel attributen.
Standaard, indien één van de attributen gewijzigd wordt van een toestel, dan wordt alleen dat
attribuut geactiveerd, dit verwijst naar "Activation by Chan". Dit kan gewijzigd worden in het
Setup venster in "Activate chans/head". Wanneer ingesteld op "head", zullen indien één van
de attributen van een toestel gewijzigd wordt, alle attributen van het toestel geactiveerd
worden. Voor LTP kanalen worden de waardes van de attributen in de programmer geplaatst
op de huidige uitgangswaarde. HTP kanalen worden op nul geplaatst.
MagicQ ondersteunt "IPCB", "IPC" en "COL". Dit groepeert gelijkaardige parameters samen,
bijvoorbeeld indien u een colour attribuut aanraakt, zullen de colour attributen in de
programmer geladen worden. "IPCB" betekent dat alle Intensity, Position, Colour en Beam
attributen op deze manier werken, terwijl bij "IPC" dit enkel werkt op Intensity, Position en
Colour attributen, niet op Beam attributen.
Uitvoeren van een LOCATE activeert alle parameters.
Op om het even welk ogenblik, kunnen alle attributen van de geselecteerde toestellen,
geforceerd getransfereerd worden naar het programmer venster door het drukken van SHIFT
en de ACTIVE softtoets.
12.4. Bewaren van een Cue
De basis eenheid voor opslag op de console is de Cue, welke bewaart:
Informatie i.v.m. de waardes
Informatie i.v.m. de tijden
FX informatie
Dit komt overeen met de informatie in de programmer, bewaren van een Cue is eenvoudig
weg transfereren van wat zich in de programmer bevindt in een Cue.
Om een Cue te bewaren, stelt u eerst de scène in, druk dan RECORD. U kunt een naam
toekennen aan een Cue welke al bewaard is door de naam in te geven, druk SET en de
select toets van de playback waaronder u de Cue bewaard hebt.
Om de Cue te testen, wist u eerst de programmer door het drukken van de CLEAR toets en
verplaats dan de playback fader of druk de playback FLASH toets.
Wanneer een Cue bewaard is, wordt hij automatisch toegevoegd aan de Cue Store, welke
een lijst is van alle Cues bewaard in de console. De Cue krijgt een uniek Cue nummer
toegekend (bijvoorbeeld Q1). Op deze manier kan de Cue opnieuw gebruikt worden bij
programmering in de toekomst.
AUDIO VISUAL LIGHTING bvba, D'Helst 21, 9280 Lebbeke, Belgium
Tel 052-41.29.24 Fax 052-41.25.30 E-mail: info@avl.be
MagicQ Gebruikershandleiding
Pagina 136 van 520
- © Copyright AVL 2008-2018 -
Versie 1.7.9.3
Website: www.avl.be
Advertenties
