Systeemvoorwaarden
Bluetooth-verbinding
activeren
Verbinding maken
Authentificeren
PIN invoeren
Verbinding gemaakt
FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART
9
Met PC/notebook in bedrijf nemen
(Bluetooth)
9.1
Voorbereidingen
Waarborg, dat uw PC/notebook aan de volgende systeemvoorwaar-
den voldoet:
•
Besturingssysteem Windows 10
•
DTM Collection 12/2020 of nieuwer
•
Bluetooth 4.0 LE of nieuwer
Activeer de Bluetooth-verbinding via de projectassistent.
Opmerking:
Oudere systemen beschikken niet altijd over een geïntegreerde
Bluetooth LE. In deze situaties is een Bluetooth-USB-adapter nodig.
Activeer de Bluetooth-USB-adapter via de projectassistent.
Na het activeren an de geïntegreerde Bluetooth resp. Blue-
tooth-USB-adapter worden instrumenten met Bluetooth gevonden en
in de projectboomstructuur aangemaakt.
9.2
Verbinding maken
Kies in de projectboom het gewenste instrument voor de online-para-
metrering.
Bij de eerste keer verbinding opbouwen moeten de bedieningstool en
het instrument zich onderling authentificeren. Na de eerste correc-
te authentificatie wordt elke volgende verbinding gemaakt zonder
opnieuw de vraag naar authentificatie.
Voer in het volgende menuvenster voor de authentificatie de 4-cijferi-
ge PIN in. U vindt deze op:
•
De typeplaatdrager op de sensorkabel
•
Een bijlageblad in de sensorverpakking
Opmerking:
Wanneer een verkeerde sensor-PIN wordt ingevoerd, dan is het
opnieuw invoeren pas na een bepaalde vertragingstijd mogelijk. Deze
tijd wordt na elke verkeerde invoer verlengd.
Nadat de verbinding is gemaakt verschijnt de sensor-DTM.
Wanneer de verbinding wordt onderbroken, bijv. bij te grote afstand
tussen instrument en bedieningsapparaat, dan wordt dit overeenkom-
stig op het bedieningsapparaat getoond. Wanneer de verbinding weer
wordt hersteld, dan verdwijnt de melding.
9 Met PC/notebook in bedrijf nemen (Bluetooth)
67