Inhoudsopgave
Advertenties
Systeeminstelling
Systeeminstelling
De handrem moet aangetrokken zijn om het scherm van de
System-modus te kunnen raadplegen. Als u tijdens het rijden dit
scherm tracht te openen, wordt de waarschuwing "Can't operate
while driving" weergegeven.
Stappen 1 tot 4 hieronder zijn algemene handelingen voor elk
"instellingsitem" bij System Setup. Raadpleeg elke sectie voor
meer informatie.
1
Raak [
] aan op het hoofdscherm.
Het selectiescherm SETUP (instelling) wordt weergegeven.
2
Raak de titelbalk van System Setup aan.
Het scherm System Setup (systeeminstelling) verschijnt.
3
Raak [ ] of [ ] aan van het gewenste item om de
instelling te wijzigen.
Instellingsitems:
Camera IN / Nav. IN / Nav. Mix* / AUX1 IN / AUX2 IN / AUX Front
/ AUX Out / BLUETOOTH IN / Illumi Color
* Wordt weergegeven wanneer ON is ingesteld in "De navigatiemodus
instellen" (pagina 40).
4
Raak [
] aan om naar het vorige scherm terug te
keren.
• Wanneer u [Exit] aanraakt, wordt het System Setup-scherm
uitgeschakeld en keert u terug naar het vorige hoofdscherm.
• Zet de contactsleutel niet op OFF onmiddellijk na het wijzigen van
de instelling van de systeemmodus (terwijl het systeem automatisch
gegevens schrijft).
Anders zijn de instellingen mogelijk niet gewijzigd.
De invoer van de camera achteraan
instellen
Met een optionele achteruitrijcamera aangesloten, wordt het zicht achter
de wagen naar de monitor gestuurd.
Instellingsitem: Camera IN
Inhoud instelling: OFF / ON
OFF:
De cameramodus wordt niet weergegeven in het
modusomschakelscherm.
ON:
Gebruik dit wanneer optionele achteruitrijcamera is
aangesloten op de ingaande CAMERA-aansluiting.
• Door de auto in achteruit (R) te schakelen, worden de beelden van de
achterzijde uitgevoerd.
Deze functie is van kracht als de achteruit-kabel correct is
aangesloten.
Nadat u dit item op ON hebt ingesteld, raakt u de titelbalk aan van
Camera IN. De volgende verdere instellingsitems kunnen worden
aangepast.
De signaalinvoer voor de achteruitrijcamera instellen
Het invoertype voor het videosignaal kan worden gekozen.
Verder instellingsitem: Camera Signal
Inhoud instelling: NTSC/PAL / Auto
NTSC/PAL: Hiermee kiest u het invoertype voor het
videosignaal handmatig.
Auto:
Het toestel kiest automatisch het geschikte
invoertype voor het videosignaal uit NTSC en PAL.
• Wanneer Auto is ingesteld, is het mogelijk dat het beeld onstabiel is
bij het afspelen van bepaalde zwart-witvideosignalen. Stel in dat
geval NTSC of PAL handmatig in.
Weergave-instelling richtlijn achteruitrijcamera
U kunt kiezen of de richtlijn voor de achteruitrijcamera al dan niet
wordt weergegeven.
Verder instellingsitem: Guide Line
Inhoud instelling: OFF / ON
39
-NL
Advertenties
Inhoudsopgave
