VEREISTE INSTELLINGEN EN
PROGRAMMERING VOOR DE
NETWERKSCANNERFUNCTIE
Wilt u de netwerkscannerfunctie kunnen gebruiken, dan moeten instellingen voor de SMTP-server, DNS-server en
bestemmingsadressen zijn opgegeven.
Geef deze instellingen met een computer die is aangesloten op hetzelfde netwerk als het apparaat waarmee u de webpagina van het apparaat
opent. De webpagina kan worden weergegeven met uw webbrowser (Internet Explorer 6.0 of later, Netscape Navigator 7.0 of later, of Safari 1.2
of later).
VEREISTE INSTELLINGEN VOOR DE NETWERKSCANNERFUNCTIE
Wilt u afbeeldingen verzenden met de netwerkscannerfunctie, configureer dan de instellingen op de webpagina's als volgt:
Scannen naar FTP
Configureer de SMTP- en DNS-serverinstellingen (p.7)
U kunt ook de volgende instellingen configureren om handig gebruik te maken van de netwerkscannerfunctie:
• Aangepast indexnamen programmeren. (p.9)
• Wachtwoorden instellen. (p.16)
WEBPAGINA'S OPENEN
U opent de webpagina's als volgt.
1
Open de webbrowser op uw
computer.
Ondersteund worden de browsers:
Internet Explorer 6.0 of later (Windows)
Netscape Navigator 7.0 of later
Safari 1.2 of later (Macintosh)
4
Scannen naar FTP (Hyperlink)
Open de webpagina's (zie hieronder)
Configureer de basisinstellingen voor netwerkscanning (p.6)
Configureer de LDAP-serverinstellingen
(wanneer u een LDAP-server gebruikt) (p.8)
Bewaar bestemmingsgegevens (p.10 op 13)
Bewaar uw afzendergegevens (p.15)
Scannen naar E-mail
2
In veld "Adres" van uw webbrowser
typt u het IP-adres van het apparaat
als URL.
Wanneer de verbinding tot stand is gekomen,
verschijnt de webpagina in uw webbrowser. (p.5)
Scannen naar desktop
Typ het IP-adres dat
voordien is opgegeven in
dit product.
Weet u het IP-adres niet,
kijk dan op pagina 36.