VOORDAT U DE NETWERKSCANNERFUNCTIE GEBRUIKT
Bestemmingen opslaan voor Scannen naar Desktop
De bestemming voor Scannen naar Desktop wordt opgeslagen door Sharp Network Scanner Tool Setup Wizard
(Installatiewizard Sharp Netwerkscanner-tool) wanneer u "Network Scanner Tool" (Netwerkscanner-tool) installeert
op uw computer. Daarom hoeft u de bestemming voor Scannen naar desktop niet op te slaan op de
webpagina.(Network Scanner Tool (Netwerkscanner-tool) vindt u op de CD-ROM in Netwerk Scanner Uitbreidings
Kit (het netwerkscanneruitbreidingspakket .)
Voor informatie over systeemvereisten voor Scannen naar Bureaublad, Network Scanner Tool installeren en de
bestemming opslaan, raadpleeg de Gebruiksaanwijzing voor Network Scanner Tool op de CD-ROM die
meegeleverd wordt bij de netwerkscanner uitbreidingskit.
Normaliter wordt uw computer opgeslagen als de bestemming volgens de hierboven aangegeven methode.
De volgende pagina voor het opslaan van bestemmingsinformatie voor Scannen naar desktop verschijnt wanneer u
"Bestemming" selecteert in het menuframe en daarna "Bureaublad". Deze pagina wordt hoofdzakelijk gebruikt door
de systeembeheerder in de volgende situaties.
• Wanneer een ander apparaat met de netwerkscannerfunctie is toegevoegd aan het netwerk en u vanaf dit
apparaat wilt Scannen naar desktop, naar een bestemming die is geprogrammeerd in het reeds aanwezige
apparaat.
Zie "Geprogrammeerde verzendbestemmingen bewerken en verwijderen" (p.14) en selecteer de
bestemmingsinformatie voor Scannen naar desktop die u wilt overdragen naar het nieuwe apparaat. Voer de
weergegeven informatie in in hetzelfde instellingenscherm van het nieuwe apparaat. (Wanneer u alle informatie hebt
ingevoerd, klikt u op "Indienen".)
Als u nog meer bestemmingen wilt overdragen naar het nieuwe apparaat, herhaalt deze procedure voor elke
bestemming.
Als er verschil is tussen de nieuw geprogrammeerde informatie en de informatie op de hostcomputer, zijn verzenden
en ontvangen wellicht niet mogelijk.
• Als u een uitvoerige uitleg wilt over het opgeven van de instellingen, klikt u op "Help" in het menuframe.
Opmerking
• Wanneer u een hostnaam hebt ingevoerd bij "Hostnaam of IP-adres", moet u de DNS-server- of
WINS-serverinstellingen invoeren. Klik op "Toepassing" in het menuframe en klik op "DNS" of "WINS" op de
pagina die verschijnt om de betreffende instellingen te configureren.
12