VOORDAT U DE NETWERKSCANNERFUNCTIE GEBRUIKT
LDAP-SERVERINSTELLINGEN CONFIGUREREN
(WANNEER U EEN LDAP-SERVER GEBRUIKT)
Als op uw netwerk mailadressen worden beheerd via een LDAP-server, kunnen de e-mailadressen die zijn
opgeslagen op de DLAP-server worden gebruikt voor Scannen naar E-mail.
Ook kunt u gebruikersauthenticatie inschakelen om het gebruik van de netwerkscannerfunctie te beperken via
gebruikerswachtwoorden die zijn opgeslagen op de LDAP-server. (p.17)
Wil de machine e-mailadressen op de LDAP-server kunnen gebruiken, dan moet u de LDAP-serverinstellingen op
de webpagina configureren.
1
Klik op "LDAP" in het menuframe.
2
Selecteer "Inschakelen" in het menu
"LDAP-installatie".
3
Klik op "Indienen".
4
Configureer de instellingen in "Lijst
globale adresboeken".
Als u een uitvoerige uitleg wilt over het opgeven van
de instellingen, klikt u op "Help" in het menuframe.
5
Wanneer u alle instellingen hebt
ingevoerd, klikt u op "Indienen".
De ingevoerde instellingen worden opgeslagen.
8