Gebruiken van de easy functie
De easy functie elimineert problematische instellingen. Deze
functie wordt aanbevolen aan diegenen die pas beginnen met
digitale fotografie.
1.
Druk tijdens de opnamemodus op [SET]
(instellen).
2.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de tweede optie
van onderen in het bedieningspaneel (easy
modus).
3.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] "
druk vervolgens op [SET] (instellen).
Hierdoor wordt de easy functie ingeschakeld.
4.
Stel scherp op het beeld.
Druk de sluitertoets halverwege in terwijl het
scherpstelkader gericht staat op het onderwerp.
5.
Neem het beeld op.
Druk de sluitertoets geheel in wanneer goed op het beeld is
scherpgesteld.
■
Gebruiken van het easy menu
Het easy menu bevat instellingen voor de flitser, de
zelfontspanner en beeldgrootte, plus een item voor het verlaten
van de easy functie.
Terwijl de easy functie ingeschakeld is bij de camera zijn alle
andere instellingen (behalve Zelfontspanner, Beeldgrootte en
easy functie) op de OPNAME indextab (pagina 246) en de
Kwaliteit indextab (pagina 247) vastgezet op vooringestelde
optimale waarden. Eventuele instellingen die u op deze
indextabs configureerde worden niet gebruikt tijdens de easy
functie.
ON" (aan) en
• Om het Instellingen indextabmenu te gebruiken (pagina
65
BELANGRIJK!
248), dient u de easy functie te verlaten. Selecteer hiertoe
het "easy modus" item in stap 2 van de volgende procedure
en selecteer
in stap 3. Daarna kunt u het Instellingen
tabmenu gebruiken zoals u dat gewoonlijk doet.
OPNEMEN VAN EEN FOTO