Instellen van de beeldhelderheid
Stel de helderheid van een foto in d.m.v. de volgende
procedure.
1.
Blader tijdens de weergavemodus d.m.v. [ ]
en [ ] door de beelden en toon de foto
waarvan u de helderheid wilt bijstellen.
2.
Druk op [MENU].
3.
Selecteer bij de "WEERGAVE" indextab
"Helderheid" en druk vervolgens op [ ].
• Merk op dat de bovenstaande stap enkel mogelijk is
wanneer een foto op het beeldscherm wordt
weergegeven.
4.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
Om dit te doen:
Helderder
Donkerder
• Druk op [ ] of [MENU] om de bewerking voor de
instelling van de helderheid te annuleren.
BELANGRIJK!
• Door de instelling van de helderheid van een beeld te
veranderen wordt een nieuw beeld gecreëerd met het
nieuwe helderheidsniveau. Het oospronkelijke beeld blijft in
het geheugen.
• Als een beeld waarvan de helderheid bijgesteld is,
weergegeven wordt op het beeldscherm van de camera
geven de datum en de tijd aan wanneer het beeld
oorspronkelijk opgenomen was, dus niet wanneer de
helderheid was bijgesteld.
169
Selecteer deze instelling:
+2
+1
0
–1
–2
BEWERKEN VAN BEELDEN