Onderhoudsinterval
Om de 50 bedrijfsuren
Om de 250 bedrijfsuren
Om de 500 bedrijfsuren
Om de 1000 bedrijfsuren
Om de 1500 bedrijfsuren
Om de 3000 bedrijfsuren
Jaarlijks
Om de 2 jaar
Onderhoudsprocedure
• Spuit vet in de smeernippels die om de 50 uur gesmeerd horen te worden.
• Onderhoud van de accu.
• De mesbouten controleren.
• De messen op beschadiging en overmatige slijtage controleren.
• Zorg dat al de mesbouten aangedraaid zijn met een torsie van 45 N·m.
• Het scharnier van de maai-eenheid controleren.
• Controleer de rotorlagers op overmatige speling.
• De instelling van de achterrol controleren.
• De schraperdraadspanning van de achterrol controleren.
• Wielmoeren aandraaien.
• Controleer de transmissieregelkabel.
• De riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren.
• De slangen van het koelsysteem controleren.
• Het primaire luchtfilter vervangen.
• Motorolie verversen en filter vervangen.
• Het brandstoffilter vervangen.
• Vervang het motorbrandstoffilter.
• De leidingen en aansluitingen controleren op slijtage, beschadigingen of loszittende
verbindingen
• Het elektrische systeem controleren.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt
gevuld met een andere vloeistof, moet u de hydraulische filters vervangen.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt
gevuld met een andere vloeistof, moet u de hydraulische vloeistof verversen.
• Stel de motorkleppen af.
• Controleer het toespoor van de achterwielen.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u de hydraulische filters
vervangen.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u de hydraulische
vloeistof verversen.
• Controleer het ontluchtingssysteem van het carter.
• Spoel en vervang de koelvloeistof.
• Demonteer het roetfilter van het DPF, maak het schoon en monteer het geheel weer.
• Controleer het ECU en bijbehorende sensoren en actuators.
• Controleer de turbolader.
• Controleer, reinig en test de uitlaatgasrecirculatieklep.
• Controleer en test de inlaatgasklep.
• Controleer en reinig de injectors.
• Vervang de messen.
• Alle loszittende slangen vervangen.
• De transmissiekabel vervangen.
38