stellen, het sleuteltje verwijderen en de machine laten
herstellen.
Tractiepedalen
Vooruitrijden: Druk het tractiepedaal voor vooruit in
om de machine vooruit te rijden en de rijsnelheid te
verhogen. Laat het pedaal opkomen om de rijsnelheid
te verminderen
(Figuur
Achteruitrijden: Druk het tractiepedaal voor achteruit
in om de machine achteruit te rijden en de rijsnelheid
te verhogen. Laat het pedaal opkomen om de
rijsnelheid te verminderen
Stoppen (neutraal): Om de machine te stoppen,
volgt u 1 van de volgende procedures:
•
Laat het tractiepedaal opkomen en weer
terugkeren naar de neutraalstand. De machine
remt dynamisch en komt vloeiend tot stilstand.
•
Het achteruitrijpedaal aantikken of kortstondig
intrappen. Hierdoor stopt de machine sneller dan
bij dynamisch remmen.
1. Tractiepedaal voor
achteruit
Verstelbare stuurkolom
Stel het wiel en de stuurkolom alleen in wanneer
de machine geparkeerd staat op een horizontaal
oppervlak.
1.
Om het stuurwiel te kantelen, drukt u het pedaal
in.
2.
Breng de stuurkolom in de meest comfortabele
positie en laat het pedaal los
7).
(Figuur
7).
Figuur 7
2. Tractiepedaal voor vooruit
(Figuur
8).
Bedieningselementen
bestuurdersstoel
Instellen in de lengterichting
Beweeg de hendel naar boven om de stoel in de
lengterichting te verstellen. Laat de hendel los om de
stoel in zijn stand te vergrendelen
g014420
1. Hendel
12
Figuur 8
(Figuur
9).
Figuur 9
g014549
g327323