elk seizoen worden gecontroleerd en in geval van
beschadiging of slijtage worden vervangen. De lagers
moeten soepel functioneren en mogen geen tekenen
van beschadiging vertonen zoals oververhitting, lawaai,
speling of tekenen van corrosie (roest).
Als gevolg van de werkomstandigheden waaraan deze
lagers/afdichtingen blootstaan (zoals zand, chemicaliën
voor gazononderhoud, water, schokken, enz.), zijn zij
onderhevig aan normale slijtage. Mankementen aan
lagers die niet te wijten zijn aan materiaalgebreken of
fabricagefouten, vallen niet onder de garantie.
Opmerking: De levensduur van lagers kan worden
bekort door verkeerde wasmethoden. Was de machine
niet als deze nog heet is en richt een hogedruk- of
hogevolumespuit nooit op de lagers.
De smeerpunten en de hoeveelheden zijn:
Tractie-eenheid
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
• Lagers van draaipunt van remas (5) (Figuur 34)
• Lagerbus van draaipunt van tractiepedaal (1)
(Figuur 35)
• Lagerbussen van draaipunt van voor- en achteras (2)
(Figuur 36)
• Kogelverbindingen van stuurcilinder (2) (Figuur 37)
• Kogelverbindingen van spoorstang (2) (Figuur 37)
• Lagerbussen van koppelpen (2) (Figuur 37).
De bovenste nippel op de koppelpen hoeft
slechts één keer per jaar te worden gesmeerd
(twee keer pompen).
Figuur 34
Maaidek, midden
• Bovenste scharnierverbinding (4) (Figuur 38)
• Onderste scharnierverbinding (4) (Figuur 38)
• Draaipunt van sluiting (2) (Figuur 38)
36
Figuur 35
Figuur 36
Figuur 37