5.4 Spanning- en stroommetingen
Opmerking: Als de gemeten spanning groter is dan 30 V DC of AC RMS, wordt de
weergegeven.
5.4.1 Basis spanningsmetingen
1.
Stel de functieschakelaar in op de positie V.
2.
Om AC of DC handmatig te selecteren, druk op de MODE knop.
3.
Om het meetbereik (maatverdeling) handmatig te selecteren, druk herhaaldelijk op de
RANGE
knop.
4.
Breng de zwarte sondekabel in de negatieve COM-aansluitklem en de rode sondekabel in
de positieve V-aansluitklem.
5.
Sluit de sondekabels in parallel aan op het te meten gedeelte.
6.
Lees de spanningswaarde af op het display.
5.4.2 'Lage Z' spanningsmetingen
Als de functieschakelaar op de positie
lage impedantie om fantoomspanningen te elimineren. De lage impedantie is circa 2,5 k
spanningsmetingen in de Lage Z-modus uit te voeren, selecteer de positie
hakelaar en volg de aanwijzingen betreffende de spanningsmetingen die in de vorige sectie zij
n vermeld.
FLIR CM174 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Zie sectie 5.2 Automatisch /Handmatig bereik-modus.
Figuur 5.1 Spanningsmetingen
is ingesteld, incorporeert de meter een circuit met
Document Identifier: CM174-nl-NL_AB
15
indicator
Ω
. Om
op de functiesc