Ontdooien
Geleidelijk zal zich op de koelvlakken ijs vastzetten. Dit
mag niet te dik worden omdat het koelvermogen hierdoor
afneemt.
Controleer regelmatig het koelelement, elke week.
Als de ijslaag 3 mm dik of dikker is, moet de koelkast
ontdooid worden.
Bij ontdooien:
• Schakel de koelkast uit.
• Neem levensmiddelen en ijsbakjes uit de koelkast.
• Zet de deuren op een kier.
Probeer niet om het ontdooien te versnellen door verwar-
ming, dit kan de plastic oppervlakken van de kast bescha-
digen. Gebruik geen scherpe voorwerpen om het ijs weg
te schrapen.
Het smeltwater van het koelelement loopt via een opvang-
goot door een buis naar een reservoir op de achterkant
van de koelkast, waar het gewoonlijk verdampt.
Bij sterke ontdooiing en veel smeltwater dient u de draina-
geslang uit de schaal op te tillen (deze is bereikbaar vanaf
de buitenzijde van de auto, via het ventilatierooster) en het
water uit de slang te laten weglopen in een opvangbak.
Leg de drainageslang na het ontdooien weer terug in de
schaal. U kunt het smeltwater uit het vriesvak verwijderen
met een doek.
Als alles is gesmolten kunt u de koelkast afdrogen.
Plaats de levensmiddelen weer terug maar wacht met het
maken van ijs tot de koelkast weer koud is.
Let op!
De laag aangevroren ijs mag niet met ge-
weld verwijderd worden.
Het ontdooien mag niet worden versneld
met behulp van een warmtebron.
Opmerking!
Als de koelkast voor een langere periode niet
wordt gebruikt, moeten de afsluitkraan in de cam-
per en de kraan op de gasfles worden gesloten.
17-2
Beschrijving Koelkast
Reinigen van de koelkast
De koelkast moet regelmatig gereinigd worden.
1 Schakel de koelkast uit.
2 Reinig de binnenkant van de koelkast met water en
een mild ongeparfumeerd vaatwasmiddel.
Gebruik geen sterke chemische of schurende midde-
len.
Gebruik nooit reinigingsmiddel, schuurpoeder, sterk
geparfumeerde producten of polish voor het reinigen
van de binnenkant van de koelkast omdat deze mid-
delen de oppervlakken kunnen beschadigen of een
sterke geur kunnen achterlaten.
3 Reinig de buitenkant van de koelkast met een vochtige
doek en een mild reinigingsmiddel.
4 Reinig de deurlijst met water en zeep. Droog de koel-
kast.
5 Reinig het koelelement op de achterzijde van de ko-
elkast met een borstel. Zorg ervoor dat de koelkast is
uitgeschakeld als u hem reinigt.
Als de koelkast niet werkt
Controleer voordat u een onderhoudsmonteur belt het
volgende:
1 Of de koelkast horizontaal staat.
2 Of het mogelijk is om de koelkast te starten met een
van de aangesloten soorten energie.
3 Als de koelkast niet werkt op gas, controleer dan
• of er voldoende gas in de gasfles zit.
• of de gaskranen geopend zijn.
4 Als de koelkast niet werkt op 12V, controleer dan:
• of de koplampen van de auto branden.
• of de zekering voor 12V onbeschadigd is.
5 Als de koelkast niet werkt bij 230V, controleer dan
• of de 230V-voeding op de koelkast is aangesloten
• of de zekering voor 230V onbeschadigd is.
Als de koelkast niet voldoende koud is, kan dit zijn omdat:
1 de thermostaat onjuist is ingesteld.
2 er teveel (warme) levensmiddelen tegelijk in de koel-
kast zijn geplaatst.
3 de deur niet goed gesloten is of de deurpakking is
beschadigd.
4 de koelelementen zijn dichtgevroren.
5 er onvoldoende ventilatie is doordat een rooster is ge-
blokkeerd of doordat winterluikjes de ventilatieopening
blokkeren.
6 de omgevingstemperatuur te hoog is (bijv. doordat
de ventilatieopeningen zich in een gesloten voortent
bevinden).
Als de koelkast abnormaal blijft werken kunt u contact
opnemen met onderhoudspersoneel.
4-13