Controleer of de waakvlam gaat branden (kijkglas).
Aansteekknop bij brandende waakvlam nog 30 secon-
den ingedrukt houden en dan langzaam loslaten.
Controleer of de waakvlam blijft branden, indien deze
dooft: voorgaande handelingen herhalen.
Als het cv-toestel langere tijd buiten gebruik is
geweest, of bij nieuwe installatie, kan het wel langer
duren eer de waakvlam zal gaan branden; doordat er
lucht in de gasleidingen zit.
Blijft de waakvlam branden, dan de ketel- en kamer-
thermostaat hoog instellen. De hoofdbrander zal nu
inkomen.
Controleer de goede werking van het toestel en stel nu
de ketel- en kamerthermostaat in op de gewenste
temperatuur.
Plaats uiteindelijk de siermantel om het toestel.
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN:
Geadviseerd wordt om door de installateur minstens één
maal per jaar de warmtewisselaar, de gasbrander en de
ventilator te laten inspecteren en eventueel te laten reini-
gen. Tevens dient dan de goede werking van de veilig-
heids- en bedieningsapparatuur te worden gecontroleerd.
Ga als volgt te werk:
Trek de steker uit het stopcontact en sluit de toestel-
gaskraan.
Verwijder de siermantel.
Deksel ventilatiekast d.m.v. 2 koffersluitingen bovenop
verwijderen.
Voorplaat verbrandingskamer verwijderen. 4 buitenste
schroeven losdraaien.
De warmtewisselaar kan nu geïnspecteerd worden.
Indien deze vervuild is, de wisselaar met een nylon
borstel en stofzuiger schoonmaken.
Brander verwijderen door de opsluitplaat rechts van de
brander naar U toe te trekken.
De openingen van de brander inspekteren op
KODENUMMER T.B.V. OMSLAG
74-00-08 G 0395
18
beschadigingen of vervuiling, altijd met een zachte
borstel schoonmaken.
De venturi, (de primaire lucht-aanzuigbuis) inspecteren
op vervuiling. Eventueel met een zachte borstel
schoonmaken.
Waakvlambrander schoonblazen. De primaire lucht-
openingen kunnen in een stoffige omgeving verstopt
raken, dit veroorzaakt een slappe waakvlam en
daardoor problemen in het thermokoppelcircuit.
Brander weer monteren.
Branderdruk controleren en zonodig bijstellen, zoals
aangegeven op blz. 12.
N.B. Bij een modulerende brander altijd de druk
controleren en instellen met de temperatuur-
instelling op maximaal en een lage water-
temperatuur.
Eenmaal per jaar dient de ventilator gecontroleerd te
worden op vervuiling en eventueel te worden
gereinigd, zie fig. 29a en b. Hiertoe dienen de 3 tap-
boutjes, 29.1 los geschroefd te worden en daarna de
2 parkerschroeven 29.2 aan de voorzijde van de
ventilatorvoet.
U kunt nu de voorzijde van de ventilator, inclusief het
elektrisch gedeelte met schoepenrad los nemen.
Met een zachte borstel en stofzuiger het binnenwerk
goed schoonmaken. Daarna weer monteren.
Let op de juiste aansluitingen van de siliconen-
slangetjes vanaf de luchtdrukschakelaar 29.3 naar de
nippels op de ventilator en ventilatiekast. fig. 29B.
Waterdruk controleren.
Toestel weer in bedrijf stellen.
Controleer of de pomp draait, te voelen aan een lichte
trilling van het pomphuis.
Controleer de opbrengst van het sanitairwater. Bij te
weinig water (<5,4 l/min): Zie storingswijzer punt 6.
Minstens eenmaal per jaar de spindel van de drieweg
klep smeren met een siliconen olie/vet.
Bij te lage temperatuur : Zie storingswijzer punt 5.
Controleer de instelling van de anticipatieweerstand
van de kamerthermostaat : 0,2A.
WIJZIGINGEN VOORBEHOUDEN