3. Open het toegangspaneel tot het moederbord. Draai de schroef los, licht
het toegangspaneel lichtjes op en trek het naar rechts.
4. Plaats de connector op de vaste schijf tegenover de connector op het
moederbord. Duw de connector van de vaste schijf in de connector op
het moederbord totdat de vaste schijf goed vastzit.
.
5. Draai de vier schroeven vast die bij uw nieuwe vaste schijf zijn geleverd.
6. Plaats het toegangspaneel tot het moederbord terug en schroef het vast.
7. Plaats de achterklep terug en schroef deze vast.
8. Sluit het netsnoer en de printerkabel opnieuw aan, en zet het apparaat
9. Druk een configuratiepagina af via het bedieningspaneel om na te gaan
10. Als u het PS-stuurprogramma gebruikt, moet u de toegevoegde vaste
Afdrukken met een optionele vaste schijf
Als de optionele vaste schijf is geïnstalleerd, kunt u gebruikmaken van
1
Klep
geavanceerde afdrukfuncties, zoals een afdruktaak opslaan of in de wachtrij
moederbord
zetten op de vaste schijf, een afdruktaak controleren en een persoonlijke
afdruktaak specificeren in het venster met printereigenschappen.
Zodra u de bestanden op de vaste schijf hebt opgeslagen, kunt u ze
makkelijk afdrukken of verwijderen via het bedieningspaneel van uw printer.
aan.
of de vaste schijf juist is geïnstalleerd. Zie "Rapporten afdrukken" op
pagina 57.
schijf activeren in de eigenschappen van het PS-stuurprogramma.
Zie "Toegevoegde accessoires in de printereigenschappen activeren"
op pagina 89.
Een afdruktaak opslaan
U kunt afdruktaken opslaan op de geïnstalleerde vaste schijf.
1. Open het bestand dat u wilt opslaan.
2. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken
verschijnt.
3. Klik op Eigenschappen. Als u Instellen, Afdrukken of Opties ziet,
klik dan op deze knop.
4. Klik op het tabblad Overige opties op Taaktype.
5. Selecteer de gewenste afdrukmodus in de vervolgkeuzelijst.
• Normaal: afdrukken in de normale modus.
• Drukproef: drukt het eerste bestand af en na een korte pauze het
volgende bestand.
• Vertrouwelijk: slaat de bestanden op en beveiligt ze met een
wachtwoord.
• Opslaan: slaat het bestand op op de vaste schijf.
• Wachtrij: plaatst het bestand in de wachtrij op de vaste schijf en
drukt het vanuit deze wachtrij af.
• Afdrukschema: drukt het bestand af op een opgegeven tijdstip.
6. Voer de gebruikersnaam en de bestandsnaam in.
7. Klik op OK tot het venster Afdrukken wordt weergegeven.
8. Klik op OK of Afdrukken om het afdrukken te starten.
Een opgeslagen afdruktaak afdrukken
U kunt afdruktaken afdrukken die op de vaste schijf zijn opgeslagen.
1. Druk op Menu (
) tot Systeeminst. verschijnt op de onderste regel
van het display en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK zodra Taakbeheer verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Taak opslaan verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen totdat de gewenste gebruikers- en
bestandsnaam verschijnt en druk dan op OK.
5. In het geval van een vertrouwelijke afdruktaak voert u het eerder
opgegeven 4-cijferige wachtwoord in.
Druk op de pijltoetsen om het eerste cijfer in te voeren en druk op
OK. De cursor gaat automatisch naar de positie voor het volgende
cijfer. Voer het tweede, derde en vierde cijfer op dezelfde manier in.
6. Als Afdrukken verschijnt, drukt u op OK.
Als het ingevoerde wachtwoord niet correct is, verschijnt Ongeldig
wachtw. Voer het juiste wachtwoord in.
7. Druk op de pijltoetsen tot het gewenste cijfer verschijnt en druk op OK.
8. Druk op OK. Het afdrukken start.
Accessoires installeren
91
|