Printerinstellingen
Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot
alle informatie die u nodig hebt als u de printer gebruikt. Als de
printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen
die u voor uw afdruktaak nodig hebt controleren en wijzigen.
Afhankelijk van het besturingssysteem kan het venster Eigenschappen
van de printer er anders uitzien. Deze softwarehandleiding geeft het
venster Eigenschappen van Windows XP weer.
Het venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma in de
gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet,
omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
Als u de printereigenschappen opent via de map Printers, kunt u
aanvullende Windows-tabbladen openen (zie de handleiding van
Windows) en het tabblad Printer (zie "Tabblad Printer" op pagina 15).
NB
• De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma
opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst de
afdrukinstellingen in uw programma te wijzigen en alleen instellingen
die u daar niet vindt, aan te passen in het printerstuurprogramma.
• Deze instellingen gelden zolang u uw programma niet afsluit.
Als u wilt dat uw wijzigingen permanent behouden blijven,
brengt u ze aan in de map Printers.
• De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de desbetreffende
Windows-gebruikershandleiding of on line Help voor andere
Windows-besturingssystemen.
1.
Klik op de knop
Start
van Windows.
2.
Selecteer Printers en faxapparaten.
3.
Selecteer het pictogram van het printerstuurprogramma.
4.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
van het printerstuurprogramma en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
5.
Wijzig de instellingen op elk tabblad en klik op OK.
Tabblad Lay-out
Het tabblad Lay-out bevat opties waarmee u de weergave
van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen.
Onder Lay-outopties hebt u de keuze uit Meerdere pagina's per
kant en Poster afdrukken. Zie "Documenten afdrukken" op
pagina 11 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
Afdrukstand
Met behulp van Afdrukstand kunt u de richting selecteren waarin
informatie wordt afgedrukt op een pagina.
• Staand drukt af over de breedte van de pagina, zoals in een brief.
• Liggend drukt af over de lengte van de pagina, zoals bij een
spreadsheet.
• Met behulp van Draaien kunt u de pagina het opgegeven aantal
graden draaien.
Lay-outopties
Via Lay-outopties kunt u geavanceerde afdrukopties selecteren.
U hebt de keuze uit Meerdere pagina's per kant en Poster afdrukken.
• Voor meer informatie, zie "Meerdere pagina's afdrukken
op één vel papier (N op een vel)" op pagina 17.
• Voor meer informatie, zie "Posters afdrukken" op pagina 18.
• Voor meer informatie, zie "Boekjes afdrukken" op pagina 18.
Dubbelzijdig afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken biedt u de mogelijkheid om op beide zijden van
het papier af te drukken.
weergegeven, beschikt uw printer niet over deze
functie.
• Voor meer informatie, zie "Afdrukken op beide zijden van
het papier" op pagina 19.
12
Standaard afdrukinstellingen
Staand
Liggend
Als deze optie niet wordt