Tabblad Extra
Op dit tabblad selecteert u de uitvoeropties voor documenten.
Zie "Documenten afdrukken" op pagina 11 voor meer informatie
over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Klik op het tabblad Overige opties om toegang te krijgen tot de
volgende functies:
Watermerk
U kunt een afbeelding maken die als achtergrondtekst op elke pagina
in het document wordt afgedrukt. Voor meer informatie, zie "Watermerk
afdrukken" op pagina 20.
Overlay
Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier
of formulieren. Voor meer informatie, zie "Overlay afdrukken" op pagina 21.
Uitvoeropties
• Afdruksubset: u kunt instellen in welke volgorde de pagina's moeten
worden afgedrukt. Selecteer de afdrukvolgorde in de vervolgkeuzelijst.
- Normaal (1, 2, 3): de printer drukt alle pagina's af van de eerste tot de
laatste pagina.
- Alle pagina's omkeren (3,2,1): de printer drukt alle pagina's af van
de laatste tot de eerste pagina.
- Oneven pagina's afdrukken: de printer drukt alleen de pagina's
van het document met een oneven bladnummer af.
- Even pagina's afdrukken: de printer drukt alleen de pagina's
van het document met een even bladnummer af.
• Printerlettertypen gebruiken: als deze optie is ingeschakeld, gebruikt
de printer bij het afdrukken van uw document de lettertypen die in het
geheugen zijn opgeslagen en worden de lettertypen die in uw document
worden gebruikt niet gedownload. Omdat het downloaden van lettertypen
enige tijd in beslag neemt, verlopen afdruktaken mogelijk sneller als
u deze optie selecteert. Als u deze optie inschakelt, probeert de printer
lettertypen uit het geheugen te selecteren die zoveel mogelijk
overeenkomen met de lettertypen in het document. Als u in uw document
echter lettertypen gebruikt die sterk afwijken van de lettertypen in het
geheugen van de printer, zal de afdruk er heel anders uitzien dan het
document op het scherm.
Deze functie is alleen beschikbaar als
u het PCL 6-printerstuurprogramma gebruikt.
• Opslaan als formulier voor overlay: selecteer deze optie als u het
document als formulierbestand wilt opslaan (C:\FORMOVER\*.FOM).
Als u deze optie inschakelt, vraagt het printerstuurprogramma telkens
wanneer u afdrukt om de bestandsnaam en het bestemmingspad. Als u
de bestandsnaam en het pad van tevoren wilt instellen, klikt u op de knop
in het vak Uitvoeropties en geeft u een bestandsnaam en pad op.
Deze functie is alleen beschikbaar als u het PCL 6-
printerstuurprogramma gebruikt.
Taaktype
In het dialoogvenster Taaktype kunt u selecteren of het bestand moet
worden afgedrukt of opgeslagen via de optionele vaste schijf.
printers ondersteunen deze functie niet.
Gebruik van de on line Help
• Klik voor meer informatie over Taaktype op
rechterbovenhoek van het venster. Het Help-venster Taaktype wordt
geopend.?In dit venster wordt Help-informatie over de Taaktype
weergegeven.
Tabblad Info
Op het tabblad Info worden de copyrightinformatie en het versienummer
van het stuurprogramma weergegeven. Als u beschikt over een
internetbrowser, kunt u een verbinding maken met het internet door
op het website-pictogram te klikken. Zie "Documenten afdrukken" op
pagina 11 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
Tabblad Printer
Als u het venster Printereigenschappen opent via de map Printers,
is het tabblad Printer beschikbaar. Hier stelt u de printerconfiguratie in.
De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de desbetreffende
Windows-gebruikershandleiding of on line Help voor andere Windows-
besturingssystemen.
1
2
3
4
5
15
Standaard afdrukinstellingen
Klik op de knop Start van Windows.
Selecteer Printers en faxapparaten.
Selecteer het pictogram van het printerstuurprogramma.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het
printerstuurprogramma en selecteer Eigenschappen.
Klik op het tabblad Printer en stel de gewenste opties in.
Sommige
in de