260
Gegevensbronnen van de stuurautomaat
Zorgt voor automatische en handmatige selectie van
gegevensbronnen voor de stuurautomaat voor de
buitenboordmotor.
Inbedrijfstelling
Deze functie wordt gebruikt om de stuurinrichting van uw boot
(kabelstuurinrichting of hydraulisch stuursysteem) te kalibreren met
de NAC-1.
Ú Notitie:
De stuurautomaat moet in bedrijf worden gesteld voor
eerste gebruik en elke keer nadat de stuurautomaat is
teruggezet op de standaardinstellingen.
Kabelstuurinrichting kalibreren
1.
Selecteer Inbedrijfstelling.
2.
Selecteer Roerstandterugmelder kalibratie.
3.
Volg de instructies op het scherm.
Ú Notitie:
De motor dient tijdens het kalibreren visueel te worden
gecentreerd. In het dialoogvenster Roestandterugmelder
kalibratie kan staan aangegeven dat de motor is gecentreerd
(00 waarde), terwijl de motor niet is gecentreerd. Druk na het
visueel centreren van de motor op OK om de kalibratie voor de
middenstand van het roer in te stellen op gecentreerd (00
waarde).
4.
Selecteer Roertest.
5.
Als de kalibratie de roertest niet doorstaat, doet u het volgende:
- Controleer of de motor beweegt.
- Controleer of de roerstandterugmelding meebeweegt.
- Controleer de NAC-1 aandrijfkabel.
- Controleer of de motor handmatig gemakkelijk is te sturen in
beide richtingen.
- Controleer of er andere mechanische problemen zijn.
- Controleer de aansluiting van de bedrading.
- Herhaal de stappen voor het kalibreren van het roer.
Kalibratie hydraulisch systeem
Kalibratie van de virtuele roerstandterugmelder (VRF) is van
toepassing op vaartuigen met een hydraulisch stuursysteem.
Systeem instellen
| Elite FS Gebruikershandleiding