Download Print deze pagina
Lowrance ELITE FS Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor ELITE FS:

Advertenties

ELITE FS
®
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
Softwareversie: 23.3
www.lowrance.com

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Lowrance ELITE FS

  • Pagina 1 ELITE FS ® Gebruikershandleiding NEDERLANDS Softwareversie: 23.3 www.lowrance.com...
  • Pagina 3 (Documentatie) kunnen zijn vertaald in, of zijn vertaald uit een andere taal (Vertaling). In het geval van enig conflict tussen een Vertaling van de Documentatie, is de Engelstalige versie van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie. Voorwoord | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 4 Discover® is een handelsmerk van Navico Group. • Easy Routing™ is een handelsmerk van Navico Group. • Elite FS® is een handelsmerk van Navico Group. • FishReveal™ is een handelsmerk van Navico Group. • Genesis® is een handelsmerk van Navico Group.
  • Pagina 5 De relevante conformiteitsverklaringen zijn beschikbaar in het productgedeelte op: www.lowrance.com Europa Hierbij verklaart Navico dat de radioapparatuur voldoet aan CE volgens Richtlijn 2014/53/EU. De relevante conformiteitsverklaring is beschikbaar in de betreffende productsectie op de volgende website: • www.lowrance.com Voorwoord | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 6 Verplaats de ontvangstantenne of richt deze opnieuw • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan waarop de ontvanger is aangesloten Voorwoord | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 7 Over deze handleiding Afbeeldingen die in deze handleiding worden gebruikt, komen mogelijk niet exact overeen met het scherm op uw unit. Handleidingversie Deze handleiding is geschreven voor softwareversie 23.3. De handleiding wordt voortdurend bijgewerkt en aangepast aan Voorwoord | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 8 Hieronder ziet u een voorbeeld van de bestandsnaam van een handleiding. De bestandsnamen van handleidingen kunnen variëren al naar gelang de unit. Voorwoord | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 9 Inzoomen op de kaart De kaart verschuiven Kaartoriëntatie Vooruit kijken Informatie over kaartitems weergeven Gebruik van de cursor op het paneel Panelen voor het zoeken van objecten op de kaart 3D kaarten Kaartoverlay C-MAP kaarten Navionics-kaarten Kaartinstellingen Inhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 10 Het beeld instellen Geavanceerde opties Meer opties Sonarinstellingen 82 SideScan Over SideScan Het SideScan paneel Het beeld zoomen Gebruik van de cursor op het paneel Historie weergeven SideScan gegevens opnemen Het beeld instellen Geavanceerde opties Meer opties Inhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 11 102 Het beeld instellen 107 LiveSight 107 Vereisten 107 Info over 107 Opstartwizard 108 LiveSight panelen 108 Het beeld zoomen 108 Gebruik van de cursor op het paneel 109 De sonar stoppen 109 LiveSight video opnemen Inhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 12 125 Over instrumentenpanelen 125 Een dashboard maken 127 Een dashboard selecteren 128 Buitenboord stuurautomaat 128 Veilige bediening met de stuurautomaat 129 Actieve stuurautomaat selecteren 129 Stuurautomaatcontroller voor buitenboordmotoren (NAC-1) 130 Inschakelen en uitschakelen van de stuurautomaat Inhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 13 160 Cursor op een radarpaneel gebruiken 161 Geavanceerde radaropties 163 Meer opties 169 EBL/VRM markering 170 Doelen volgen 172 Een veiligheidszone rond uw vaartuig instellen 173 Doelen bekijken 174 Doelsymbolen radar 175 Mogelijke fouten bij doeltracking Inhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 14 197 Weer-overlay 197 Weeropties 201 Weeralarmen 202 Menu Alarms (Alarmen) 202 Alarmsysteem 202 Typen meldingen 202 Alarmindicatie 203 Een melding bevestigen 203 Alarminstellingen 203 Dialoogvensters Alarmen 205 Internetverbinding 205 Internetgebruik 205 Ethernet verbinding 205 Draadloze instellingen Inhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 15 226 Integratie van Yamaha® motoren 226 Integratie BRP® motor 227 Power-Pole® ankers 229 Power-Pole® oplaadmodule 230 BEP® CZone® integratie 230 CZone® digitale switching bedieningsbalk 232 ITC Lighting 234 NMEA 2000® RGBW Lighting 246 De werkbalk 246 Waypoints 246 Alarmen Inhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 16 248 Systeeminstellingen 252 De optie Functies 252 Services 253 Alarmen 253 Sonarinstellingen 259 Stuurautomaat instellingen 264 Radarinstallatie 270 Fuel Settings 273 Draadloze instellingen 274 Netwerkinstellingen 279 Ondersteunde gegevens 279 Lijst van met NMEA 2000® compatibele PGN's Inhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 17 Door op beide knoppen tegelijk te drukken wordt een Man Overboard (MOB) waypoint opgeslagen op de huidige scheepspositie. Snelle toegang • Gebruik de optie voor snelle toegang in het dialoogvenster Systeeminstellingen om de knop te configureren. Basisbediening | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 18 U kunt de unit ook uitschakelen in het dialoogvenster Systeem regelingen. Voor de eerste keer opstarten Wanneer de unit de eerste keer wordt opgestart, of na het resetten, worden er verschillende dialoogvensters op de unit weergegeven. Basisbediening | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 19 Aan/uit-knop kort in te drukken. De Home pagina De Home pagina is op elk moment toegankelijk door kort op de knop Pagina’s te drukken. Instellingen Hiermee opent u het dialoogvenster Instellingen. Gebruik dit om het systeem te configureren. Basisbediening | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 20 Houd een favorietenknop ingedrukt om de bewerkingsmodus voor het favorietenpaneel te openen. Werkbalk Selecteer een knop voor toegang tot dialoogvensters waar u een taak kunt uitvoeren of waar u naar opgeslagen informatie kunt bladeren. Applicatiepagina's Bedieningsbalk Applicatiepaneel Menuknop Basisbediening | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 21 "De splitsing aanpassen op pagina’s met meerdere panelen" op pagina 26. Op een pagina met meerdere panelen kan er slechts een paneel tegelijk actief zijn. Het actieve paneel heeft een rand. U hebt alleen toegang tot het menu van het actieve paneel. Basisbediening | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 22 Voor functies die in- en uitgeschakeld kunnen worden, geeft een oranje balk aan de bovenzijde van de knop aan dat de functie is geactiveerd. Geef het dialoogvenster weer door: • op de Aan/uit-knop te drukken Displayverlichting Basisbediening | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 23 U wordt tijdens het opstarten gevraagd om uw apparaat te registreren. U kunt het apparaat ook registreren door de instructies te volgen bij het selecteren van de optie Aansluiten en registreren in het dialoogvenster met systeeminstellingen of het dialoogvenster met systeembesturingselementen. Basisbediening | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 24 Lowrance mobiele app U kunt de Lowrance: Vissen en navigeren app downloaden uit de Apple® App Store® en Google Play® stores. Ú Notitie: De mobiele app is optioneel en heeft geen invloed op de normale werking van uw display. Raadpleeg de beschrijving van de App Store om te controleren of de app compatibel is met uw mobiele apparaat.
  • Pagina 25 Als er verbinding is, wordt er een bericht weergegeven op zowel uw mobiele apparaat als het MFD en wordt uw gebruikers-ID weergegeven op de pagina Mijn Lowrance account. Als u zich wilt afmelden, gaat u naar Instellingen > Services >...
  • Pagina 26 Gebruik het aanpassingspictogram om de splitsing naar de gewenste positie te verplaatsen Gebruik de menuopties om uw wijzigingen op te slaan of te annuleren. Aanpassen van uw systeem | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 27 Selecteer in de bewerkingsmodus de dataoverlay die u wilt wijzigen, • gebruik de menuoptie om de gegevens te wijzigen of configureren • sleep het vak met de overlaygegevens om de positie van de overlay te wijzigen Favoriete pagina's aanpassen Aanpassen van uw systeem | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 28 Selecteer het toolpictogram op een favoriete knop om het dialoogvenster Pagina editor weer te geven De knop snelle toegang configureren De werking van de knop snelle toegang kan worden geconfigureerd. Zie "Systeeminstellingen" op pagina 248. Aanpassen van uw systeem | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 29 Een compatibel apparaat dat aan de unit is verbonden, wordt automatisch door het systeem geïdentificeerd. Als dat niet het geval is, kunt u deze functie inschakelen in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen. Zie "Geavanceerd" op pagina 251. Aanpassen van uw systeem | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 30 Ú Notitie: De kaartopties hangen af van de kaart die u gebruikt. Kaarten die op een elektronische kaart staan, worden gedeeld via het Ethernet-netwerk. Er is dus meer een elektronische kaart per vaartuig nodig. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 31 Op het kaartpaneel worden bereikschalen en bereikringen getoond (indien ingeschakeld). U kunt de schaal wijzigen door in en uit te zoomen op de kaart. De kaart verschuiven U kunt de kaart in alle richtingen verschuiven door: • Het scherm slepen Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 32 De kaartrichting hangt af van of u al dan niet navigeert: • Als u navigeert, is de gewenste koerslijn (B) naar boven gericht • Als u niet navigeert, is de richting waarin het vaartuig vaart (COG) naar boven gericht Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 33 Standaard wordt de cursor niet weergegeven op het paneel. Als u de cursor activeert, verschijnt een venster met de cursorpositie. Als de cursor actief is, pant of draait het paneel niet om het vaartuig te volgen. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 34 De meetpunten kunnen worden verplaatst door de pictogrammen te slepen. U beëindigt de meetfunctie door de meetoptie Meten stoppen te selecteren. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 35 Om de weergegeven richting te wijzigen, pant u horizontaal • Om de kantelingshoek van de weergave te wijzigen, pant u verticaal Ú Notitie: Als op de vaartuigpositie gecentreerd is, kan alleen de kantelingshoek aangepast worden. De weergaverichting wordt Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 36 StructureMap in dit document voor meer informatie. Warmte kaart overlay Met de functie Warmte kaart overlay kunt u op de kaart een geschiedenis weergeven van watertemperatuurkleuring. Een watertemperatuurbron is vereist om de temperatuurgegevens voor de overlay te leveren. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 37 Genesis live overlay Ú Notitie: Alleen beschikbaar bij het bekijken van Lowrance of C- Map kaartbronnen. Ú Notitie: Er moet een microSD™ geheugenkaart met beschikbare ruimte in het apparaat worden geplaatst voordat gegevens kunnen worden opgenomen.
  • Pagina 38 Navigatie - gebruikt het navigatiepalet. • Dieptearcering - gebruikt het dieptearceringspalet. • Papieren kaart - gebruikt het papieren kaart-palet. • Veiligheidsarcering - gebruikt de veiligheidsdiepte-instelling om de kleur te arceren van gebieden die ondieper zijn dan de Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 39 De beschikbare functies en menuopties kunnen per gebruikte kaart verschillen. In dit hoofdstuk ziet u de menu's van een C-MAP kaart. Ú Notitie: Menu-opties die niet beschikbaar zijn voor de getoonde kaart worden in grijs weergegeven. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 40 (gelijk aan of minder dan 1 knoop), afhankelijk van de stroming op die locatie. Als er geen stroming is (0 knopen) wordt dit weergegeven als een vierkant wit pictogram. Statische stromings- en Dynamische stromingspictogrammen getijdenpictogrammen Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 41 Met deze optie stelt u de doorzichtigheid van de foto-overlay in. Met minimale transparantie zijn de kaartdetails vrijwel verborgen door de foto. Minimale transparantie Transparantie op 80 Rasterkaarten Wijzigt de weergave in die van een traditionele papieren kaart. Rastertransparantie Regelt de transparantie van rasterbeelden. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 42 Filtert dieptewaarden uit die minder diep zijn dan de geselecteerde dieptefilterlimiet. Veiligheidsdiepte Op kaarten worden verschillende kleurschakeringen gebruikt om onderscheid te maken tussen diep en ondiep water. Nadat u het palet met de veiligheidsarceringsdiepte hebt ingeschakeld, geeft u Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 43 (transparantie) van kleurarcering voor de diepte op te geven. In het volgende voorbeeld wordt waterdiepte tussen 5 en 10 meter geel gearceerd op de kaart wanneer Diepte 1 de geselecteerde arcering in het menu is. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 44 U kunt ook een bericht ontvangen als u probeert een beschermde functie te gebruiken, terwijl de Navionics mediakaart niet is geactiveerd. Neem contact op met Navionics om de kaart te activeren. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 45 Vis afstand Selecteer het dieptebereik dat Navionics® met een witte kleur vult. Zo kunt u een bepaald dieptebereik markeren als u wilt vissen. Dit bereik is net zo nauwkeurig als de gegevens op de onderliggende Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 46 20 m. Daarna is alles wit. Community wijzigingen Hiermee schakelt u de kaartlaag met de Navionics-wijzigingen in. Dit zijn gebruikerswijzigingen of -informatie die door gebruikers zijn geüpload naar Navionics Community en die op Navionics-kaarten beschikbaar gemaakt worden. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 47 Voor het instellen van het kleurenpalet van het beeld. SCL geschiedenis Selecteer deze optie om eerder vastgelegde gegevens weer te geven op de kaart-overlay. Ú Notitie: SonarChart Live neemt niet op terwijl SCL geschiedenisbestanden worden weergegeven. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 48 De lengte van de pijl is afhankelijk van de snelheid, en het symbool draait mee met de richting van de stroming. De stromingssnelheid wordt in het pictogram getoond. Het rode pictogram wordt gebruikt als de huidige stromingssnelheid toeneemt, en het blauwe pictogram als deze afneemt. Hoogte getij Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 49 Met deze functie vergroot u de weergave van kaartitems en tekst. Ú Notitie: Op de kaart kunt u niet zien of deze functie geactiveerd Kaartinstellingen De opties in het dialoogvenster Kaartinstellingen zijn afhankelijk van de kaartbron die is geselecteerd in het systeem. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 50 Als voor een vaartuig geen opties worden ingeschakeld, dan worden er geen verlengingslijnen getoond. De koers van uw vaartuig wordt gebaseerd op informatie van de actieve koerssensor, en de COG wordt gebaseerd op informatie van de actieve GPS-sensor. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 51 Als u Sporen wilt weergeven in het kaartpaneel, moeten de optie Weergeven in het dialoogvenster Sporen en de optie Sporen in het dialoogvenster Kaartinstellingen allebei zijn ingeschakeld. Zie "Trails bewerken of verwijderen" op pagina 63. Kaarten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 52 Kaart verbergen Ú Notitie: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer Lowrance kaarten worden weergegeven. Als de optie is ingesteld op AAN, wordt de kaart (achtergrond) niet weergegeven in het kaartvenster. In plaats daarvan worden vaartuig, vaartuiguitbreidingen, waypoints en routes op een witte achtergrond weergegeven.
  • Pagina 53 De synchronisatiefunctie gebruiken U kunt een browser gebruiken om u aan te melden op https:// appchart.lowrance.com of u kunt zich vanaf uw mobiele apparaat of tablet aanmelden bij uw LOWRANCE® app-account om informatie te beheren (maken, wijzigen, verplaatsen en verwijderen): •...
  • Pagina 54 Raadpleeg "Internetverbinding" op pagina 205 om de unit met internet te verbinden. Synchroniseren Als u de MFD-gegevens en de accountgegevens van uw LOWRANCE® app wilt synchroniseren (inclusief uw gegevens op https://appchart.lowrance.com), opent u de functie Mijn gegevens synchroniseren vanuit het dialoogvenster Systeemregelingen of het dialoogvenster Services-instellingen.
  • Pagina 55 Deze selectie wordt de permanente modus. De volgende keer dat u een nieuw waypoint maakt, wordt het dialoogvenster Nieuw waypoint weergegeven. Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 56 In een noodsituatie kunt u een Man Overboord (MOB)-waypoint opslaan op de huidige positie van het vaartuig. Een MOB aanmaken Om een MOB-waypoint te maken: • Druk de knop Inzoomen (+) en de knop Uitzoomen (-) tegelijk in Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 57 Een route bestaat uit een serie routepunten die worden ingevoerd in de volgorde waarin u wilt navigeren. Als u ee n route selecteert op het kaartpaneel, wordt de route groen, en wordt de naam van de route getoond. Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 58 U kunt een spoor omzetten in een route in het dialoogvenster Spoor wijzigen. U kunt het dialoogvenster activeren door het spoor te activeren en vervolgens de pop-up van het spoor of de menu- optie Spoor te selecteren. Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 59 Ú Notitie: Als er geen compatibele kaarten zijn, is de menu-optie Dock-to-dock Autorouting of Easy Routing niet beschikbaar. Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 60 Herhaal stap 2 (selectie) en stap 3 als u wilt dat het systeem automatisch routepunten plaatst voor andere delen van de route. Voorbeelden van Dock-to-dock Autorouting en Easy Routing • De optie Gehele route wordt gebruikt wanneer het eerste en laatste routepunt zijn geselecteerd. Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 61 Vervolgens selecteert u een route in het dialoogvenster. Selecteer een routepunt in het dialoogvenster Bewerken om een nieuw routepunt in te voegen of het routepunt te verwijderen. Selecteer de display-opties om de route op de kaart weer te geven. Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 62 Het systeem blijft de trails opnemen totdat het maximum aantal punten wordt bereikt. Daarna worden de oudste punten automatisch overschreven. De automatisch volgfunctie kan uitgeschakeld worden in het dialoogvenster Trails. Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 63 U kunt zelf trailpunten positioneren op basis van tijd of afstand, of automatisch een trailpunt door het systeem laten positioneren als er een koerswijziging geregistreerd wordt. Ú Notitie: De optie Trails moet zijn ingeschakeld in het dialoogvenster Paneelinstellingen om zichtbaar te zijn. Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 64 Waypoints, routes en trails | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 65 Raadpleeg "Waypoints, routes en trails" op pagina 53 voor meer informatie over het plaatsen van waypoints en het uitzetten van routes. Stuurpaneel Het stuurpaneel kan worden gebruikt om informatie weer te geven tijdens het navigeren. Datavelden Vaartuigrichting Peiling naar waypoint Bestemmingspunt Navigeren | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 66 Ú Notitie: De optie Ga naar cursor is niet beschikbaar als u al aan het navigeren bent. Een route navigeren U kunt beginnen met het navigeren van een route vanaf: • het kaartpaneel • het stuurpaneel Navigeren | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 67 U kunt beginnen met navigeren vanuit het dialoogvenster Route wijzigen. Activeer het dialoogvenster door: • De tool Waypoint te selecteren op de Home pagina en vervolgens het tabblad Routes te kiezen • De routedetails te selecteren in het menu Navigeren | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 68 Als u ervoor kiest om de stuurautomaat niet te gebruiken, dan kan deze later met de stuurautomaatcontroller in de navigatiemodus worden gezet. Ga voor meer informatie over de functionaliteit van de stuurautomaat naar "Stuurautomaat trollingmotor" op pagina 139. Navigatie-instellingen Navigeren | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 69 De afstand tussen waypoints in een route mag niet kleiner zijn dan de radius van de aankomstcirkel. XTE-limiet Bepaalt hoe ver het vaartuig van de geselecteerde route kan afwijken. Als het vaartuig deze limiet overschrijdt, gaat er een alarm Navigeren | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 70 Hier kunt u de Loran-kettingen (GRI) en het station van voorkeur voor de invoer van waypoints, de cursorpositie en het positiepaneel opgeven. Het grafische voorbeeld toont een cursorpositievenster met informatie over de Loran-positie. Raadpleeg voor meer informatie uw Loran systeemdocumentatie. Navigeren | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 71 * Optionele items die u individueel kunt in-/uitschakelen. Zie "Meer opties" op pagina 78. Meerdere bronnen U kunt de bron van de voor het beeld opgeven in het actieve paneel. U kunt meerdere bronnen tegelijk weergeven met behulp van een gesplitst paneel. Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 72 Indien nodig kunt u nu meer meetpunten kiezen Zolang de meetfunctie actief is, kunt u het start- en eindpunt steeds opnieuw bepalen via het menu. Selecteer de menu-optie Meten stoppen om het beeld weer op de normale manier te laten scrollen. Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 73 Wanneer de gegevens worden opgenomen, knippert er in de linkerbovenhoek een rood symbool en verschijnt er regelmatig een bericht onder in het scherm. Geef opname-instellingen in het dialoogvenster Opnemen op. Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 74 Overdragen en volgt u de aanwijzingen om u aan te melden en de logbestanden naar C-Map Genesis over te dragen. U kunt u aanmelden en de bestanden op een later tijdstip overdragen wanneer het apparaat verbonden met internet is. Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 75 ≤ 122 m (400 voet) Witte achtergrond Bereik De bereikinstelling bepaalt de waterdiepte die zichtbaar is op het scherm. Ú Notitie: Als u een bereik voor diep water instelt in ondiep water kan het systeem mogelijk de diepte niet goed bijhouden. Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 76 Door de gevoeligheid te verhogen, worden op het scherm meer details weergegeven. Door de gevoeligheid te verlagen, worden minder details weergegeven. Te veel details maken het scherm onoverzichtelijk. Aan de andere kant worden gewenste doelen mogelijk niet getoond als de gevoeligheid te laag staat. Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 77 U kunt de scrolsnelheid van het beeld op het scherm selecteren. Bij een hoge scrolsnelheid wordt het beeld snel bijgewerkt, terwijl een lage scrolsnelheid een langere historie presenteert. Ú Notitie: In bepaalde omstandigheden moet u de scrolsnelheid wellicht aanpassen voor een bruikbaarder beeld. U kunt de Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 78 Sonar stoppen Wanneer deze optie is geselecteerd stopt de sonar met pingen. U kunt de optie wanneer u wilt gebruiken om de sonar uit te schakelen zonder de unit zelf uit te schakelen. Gesplitste schermen Zoomen Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 79 De schaalfactor voor het beeld aan de linkerkant van het paneel wordt ingesteld zoals beschreven voor de zoom-optie. Flitser In Flitser-modus wordt in het linkerpaneel een flitser-echoloodbeeld en in het rechterpaneel een gewoon echoloodbeeld weergegeven. Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 80 Als u de cursor op het beeld plaatst, wordt de Voorbeeldbalk niet weergegeven. Alleen cursor Indien ingeschakeld, wordt de Voorbeeldbalk weergegeven als de cursor actief is op het paneel. Altijd Als deze optie is geselecteerd, wordt de voorbeeldbalk altijd op het paneel weergegeven. Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 81 Traditionele visbogen Vissymbolen Vissymbolen en diepte- indicatie Ú Notitie: Niet alle vissymbolen zijn ook echt vissen. Sonarinstellingen In deze sectie worden alleen de gebruikersinstellingen vermeld. Zie "Systeem instellen" op pagina 248 voor andere installatie-instellingen. Sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 82 Bodem rechts Bereikschaal Zoomknoppen voor bereik Het beeld zoomen Door een verandering in het bereik zal het beeld in- of uitzoomen. Het bereik bepaalt de afstand naar links en rechts vanuit het midden. Het bereik wijzigen: SideScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 83 Gebruik het SideScan menu om het beeld in te stellen. Als de cursor actief is, worden sommige opties in het menu vervangen door functies in de cursormodus. Selecteer de optie Cursor wissen om terug te gaan naar het normale menu. SideScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 84 SideScan frequentieopties zijn afhankelijk van het type aangesloten SideScan transducer: • 455 kHz en 800 kHz, of • CHIRP: 455 kHz en 1075 kHz (vereist een Active Imaging™ HD transducer die via een S3100 sonarmodule op uw display is aangesloten). SideScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 85 Weergave Bepaalt of de SideScan pagina alleen de linkerzijde van het beeld weergeeft, alleen de rechterzijde, of links en rechts tegelijkertijd. SideScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 86 Ú Notitie: De keuze van een palet is vaak een gebruikersvoorkeur en kan variëren afhankelijk van de viscondities. U kunt het beste een palet kiezen dat een goed contrast geeft tussen beelddetails en de VisOntdekking-bogen. SideScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 87 Bereiklijnen Aan het beeld kunnen bereiklijnen worden toegevoegd om afstand gemakkelijker te kunnen schatten. SideScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 88 Downscan beeld. Begroeiing onder water Bodem Diepteschaal Zoomknoppen voor dieptebereik Het beeld zoomen Als u in het Downscan beeld in- of uitzoomt, verandert u het dieptebereik dat op het scherm wordt weergegeven. DownScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 89 Bron Ú Notitie: Alleen beschikbaar als er meerdere bronnen met dezelfde mogelijkheden beschikbaar zijn. Hiermee geeft u de bron voor het beeld in het geselecteerde paneel op. DownScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 90 CHIRP: 700 kHz en 1200 kHz (vereist een Active Imaging™ HD transducer die via een S3100 sonarmodule op uw display is aangesloten). Ú Notitie: Als uw DownScan transducer slechts één frequentie ondersteunt, wordt de optie Frequentie niet weergegeven in het DownScan paneel. DownScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 91 FishReveal Selecteer FishOntdekking om visbogen weer te geven in het beeld. Als FishOntdekking is ingeschakeld, bevat het menu extra Visontdekking opties. DownScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 92 U kunt alle beschikbare sonarhistorie bovenaan het sonarscherm laten tonen. De Voorbeeldbalk is een momentopname van de beschikbare sonarhistorie. U kunt door de sonarhistorie bladeren door de balk horizontaal te verslepen. Standaard is Voorbeeld ingeschakeld wanneer de cursor actief is. DownScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 93 Als u de cursor op het beeld plaatst, wordt de Voorbeeldbalk niet weergegeven. Alleen cursor Indien ingeschakeld, wordt de Voorbeeldbalk weergegeven als de cursor actief is op het paneel. Altijd Als deze optie is geselecteerd, wordt de voorbeeldbalk altijd op het paneel weergegeven. DownScan | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 94 Als de boot niet in beweging is, blijft het beeld ongewijzigd. U kunt ook andere onderwaterobjecten en scholen vis zien. De 3D weergave toont zowel het linker als het rechter gegevenskanaal. Diepte, temperatuur en frequentie Transducerbundel Bereik 3D paneelknoppen Diepte-indicatielijn 3D sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 95 Ú Notitie: De geschiedenisbalk kan worden uitgeschakeld. Zie "Live historie wissen" op pagina 99. Waypoints opslaan Plaats de cursor op het scherm en selecteer vervolgens de menuoptie Nieuw waypoint om een waypoint op te slaan. 3D sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 96 U kunt op het beeld inzoomen en de camera in iedere richting draaien door te slepen op het scherm. De modus Cursor omvat de cursorfuncties beschreven in "De cursor gebruiken op een 3D beeld" op pagina 95. 3D sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 97 De menu-opties voor elk paneel werken onafhankelijk van elkaar. Ú Notitie: Het gebruik van meerdere transducers op hetzelfde frequentiebereik kan interferentie veroorzaken. Bereik De bereikinstellingen bepalen de afstand tot de linker- en rechterzijde van het midden. 3D sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 98 Draai links/rechts Indien nodig kan de linker-/rechterkant van het beeld worden omgekeerd om overeen te komen met de richting van de installatie van de transducer. 3D sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 99 Dieptemarkering Markeert (A) het gespecificeerde dieptebereik. De ondergrens stelt de kleinste diepte van het te markeren bereik in (B). De bovengrens stelt de grootste diepte van het te markeren bereik in (C). 3D sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 100 De markeerkleur is afhankelijk van de kleur van het geselecteerde palet. Sonarinstellingen Gebruik het dialoogvenster Sonarinstellingen om instellingen voor uw sonarsysteem in te voeren. Zie "Sonarinstellingen" op pagina 253. 3D sonar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 101 Instellingen > Systeem > Geavanceerd... > Functies en activeert/deactiveert u de Ghost 360 functie. Als de functie is geactiveerd, wordt het Ghost 360 pictogram weergegeven op de homepagina van het display. Ghost 360 | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 102 Cursor wissen om terug te gaan naar het standaardmenu. Bereik De bereikinstellingen bepalen de afstand tot de linker- en rechterzijde van het midden. Vooraf ingestelde bereikniveaus Een handmatig vooraf ingesteld bereikniveau selecteren vanuit het menu. Ghost 360 | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 103 Voor het instellen van het kleurenpalet van het beeld. Geavanceerde opties Oppervlaktehelderheid Golfactiviteit, kielwater en temperatuurinversies kunnen dicht aan de oppervlakte echo's op het scherm veroorzaken. Deze optie reduceert oppervlaktestoring van VisOntdekking gegevens door de Ghost 360 | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 104 Gebruik de optie Scannen om het scanproces van de transducer te starten. Selecteer de optie Scan stoppen om het scannen te stoppen. Notitie: Met de optie Scan stoppen wordt het 360-graden scanproces gestopt en wordt het beeld gepauzeerd terwijl de transducer doorgaat met pingen. Ghost 360 | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 105 Vooruit kijken Selecteer deze optie om de bovenste helft van het beeld groot te maken op het display, voor een beter zicht op wat zich voor u bevindt. Draaisnelheid Ghost 360 | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 106 Gebruik deze optie om de rotatiesnelheid van de transducer in te stellen. Selecteer een van de volgende snelheden: • Laag - voor de beste helderheid • Gemiddeld - voor de beste balans tussen helderheid en snelheid • Hoog - voor de hoogste draaisnelheid Ghost 360 | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 107 De wizard kan ook handmatig worden gestart vanuit het installatievenster. Zie "De configuratiewizard opnieuw starten" op pagina 257. De modus (Vooruit of Neer) moet worden gedefinieerd in de wizard om het LiveSight pictogram op de home pagina weer te geven. LiveSight | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 108 De cursor wordt niet standaard getoond op het beeld. Als u de cursor op een paneel plaatst, pauzeert het scherm en wordt het cursorinformatievenster geactiveerd. Diepte en bereik van de cursor worden getoond op de cursorpositie. LiveSight | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 109 Tijdens het opnemen van een video wordt in het menu de optie voor het stoppen van de opname weergegeven. De beeldinstellingen aanpassen De unit wordt geleverd met verschillende vooraf gedefinieerde aanpassingsmodi, die worden gebruikt om de beeldinstellingen te regelen. LiveSight | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 110 Er kan een bereikraster aan het beeld worden toegevoegd. De rasterlijnen zijn handig voor het bepalen van de afstand tot doelen. Wanneer u de menuoptie Bereik Raster selecteert, kunt u Geen, Recht of Boog kiezen. LiveSight | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 111 De menu-opties voor elk paneel werken onafhankelijk van elkaar. Ú Notitie: Het gebruik van meerdere transducers op hetzelfde frequentiebereik kan interferentie veroorzaken. LiveSight instellingen Zie "Systeem instellen" op pagina 248 voor een beschrijving van de opties voor LiveSight instellingen. LiveSight | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 112 Raadpleeg "Systeem instellen" op pagina 248 voor meer informatie over het instellen van het systeem voor het delen van sonargegevens. ActiveTarget vooruit paneel Afstandsschaal (afstand vanaf de transducer) ActiveTarget pictogram, dat de richting van de bundel aangeeft ActiveTarget | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 113 Afstandsschaal (afstand vanaf de transducer) ActiveTarget pictogram, dat de richting van de bundel aangeeft School vissen Begroeiing onder water met school vissen erin en eromheen School vissen Enkele grotere vis Schaal voor bereik omlaag (afstand onder de transducer) ActiveTarget | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 114 Wanneer deze optie is geselecteerd stopt de sonar met pingen. U kunt deze optie op elk gewenst moment gebruiken om de sonar uit te schakelen zonder de unit zelf uit te schakelen. Deselecteer deze optie om het pingen te hervatten. ActiveTarget | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 115 Tijdens het opnemen van een video wordt in het menu de optie voor het stoppen van de opname weergegeven. Modi en beeldinstellingen De unit wordt geleverd met verschillende vooraf gedefinieerde aanpassingsmodi, die worden gebruikt om de beeldinstellingen te regelen. ActiveTarget | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 116 Ú Notitie: Deze optie is alleen beschikbaar in de Vooruit modus. Bereik De bereikinstelling bepaalt het bereik dat zichtbaar is op het beeld. Ú Notitie: Deze optie is alleen beschikbaar in de Scout modus. ActiveTarget | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 117 Als deze optie is geselecteerd, zal de transducer de beweging van de boot en de transducer compenseren om een stabieler beeld op het paneel te verkrijgen. Bron Ú Notitie: Alleen beschikbaar als er meerdere bronnen met dezelfde mogelijkheden beschikbaar zijn. ActiveTarget | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 118 Het gebruik van meerdere transducers op hetzelfde frequentiebereik kan interferentie veroorzaken. Raadpleeg "ActiveTarget installatie-instellingen" op pagina 258 voor informatie over het instellen van bronnen. ActiveTarget instellingen Zie "Systeem instellen" op pagina 248 voor een beschrijving van de opties voor ActiveTarget instellingen. ActiveTarget | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 119 Scout en de andere op Vooruit. Notitie: Om de ActiveTarget app op een gesplitst scherm te gebruiken, mogen de twee ActiveTarget 2 transducers niet gekoppeld zijn. ActiveTarget 2 | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 120 ActiveTarget 2 | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 121 • Live gegevens: wordt gebruikt wanneer SideScan gegevens beschikbaar zijn • Opgeslagen bestanden: opgenomen SideScan gegevens die zijn geconverteerd naar StructureMap indeling (*.smf) StructureMap | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 122 • Als u langere structuren (zoals een wrak e.d.) in kaart wilt brengen, vaar er dan niet overheen, maar stuur de boot zo dat de structuur aan de linker- of rechterkant van uw vaartuig ligt. StructureMap | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 123 Hiermee stelt u de doorzichtigheid van de structuuroverlay in. Met minimale transparantie zullen de kaartdetails vrijwel verborgen zijn door de StructureMap-overlay. Paletten Voor het instellen van het kleurenpalet van het beeld. Contrast Bepaalt de helderheidsverhouding tussen lichte en donkere gebieden op het scherm. StructureMap | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 124 Sonargegevens loggen Geeft het dialoogvenster Sonar loggen weer. Zie "Loggegevens opnemen" op pagina 73. Bron Bepaalt de StructureMap bron die wordt weergegeven op de kaart- overlay. Zie "StructureMap bronnen" op pagina 121. StructureMap | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 125 Gebruik de nieuwe menuoptie om uw eigen dashboard te maken. Beginnen met leeg dashboard Selecteer deze optie om uw eigen dashboard geheel opnieuw te maken. Gebruik de menuopties om het dashboard een naam te geven en de meters op het dashboard te beheren. Instrumenten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 126 Ú Notitie: U kunt de lay-out van vooraf gedefinieerde dashboards of dashboards die u met ingebouwde sjablonen hebt gemaakt, niet wijzigen. Meters toevoegen Selecteer een meter in het menu en plaats deze op het dashboard. Instrumenten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 127 Info om de gegevens te kiezen die op de meter moeten worden weergegeven. Een dashboard selecteren U kunt als volgt schakelen tussen de dashboards: • naar links of rechts vegen op het paneel • het dashboard in het menu selecteren Instrumenten | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 128 Stuurautomaatalarmen Om veiligheidsredenen is het raadzaam om alle stuurautomaatalarmen in te schakelen bij het gebruik van de stuurautomaat. Ga voor meer informatie naar "Menu Alarms (Alarmen)" op pagina 202. Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 129 Activeer een stuurautomaat door de betreffende knop te selecteren op de menubalk en selecteer vervolgens de schakelknop in de stuurautomaatcontroller. Stuurautomaatcontroller voor buitenboordmotoren (NAC-1) Bedieningsbalk Stuurautomaatcontroller, uitgeschakeld Stuurautomaatcontroller, ingeschakeld Modusindicatie Modusknoppen Knop Bochten Modusafhankelijke knoppen Knop Standby Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 130 Stuurautomaat kunt u instellen dat de balk is uitgeschakeld als de stuurautomaat in de modus Standby staat. Stuurautomaatmodi De stuurautomaat heeft verschillende stuurmodi. Het aantal modi en functies binnen een bepaalde modus is afhankelijk van de stuurautomaatcomputer, het boottype en de beschikbare ingangen. Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 131 Gebruik de pijlknoppen stuurboord en bakboord om de motor/het roer te wenden. De motor/het roer wendt zolang de knop wordt ingedrukt en blijft op de ingestelde hoek staan wanneer u de knop loslaat. Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 132 Koers vasthouden, waardoor het vaartuig naar de koers wordt gestuurd die actief was toen de knop Annuleren werd gekozen. Ú Notitie: Dit wijkt af van het selecteren van Standby, waarbij de huidige navigatie niet wordt gestopt. Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 133 Het systeem bevat een aantal wendpatronen. Wendpatronen zijn beschikbaar in de modus Koers vasthouden. Wendvariabelen Alle wendpatronen, behalve de U-bocht, kunnen worden aangepast voordat u een wending start of op ieder gewenst moment tijdens het wenden. Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 134 Wendvariabelen: • Initiële radius • Wijziging/wending. Als deze waarde is ingesteld op nul, draait de boot in een cirkel. Negatieve waarden geven een afnemende radius aan; positieve waarden geven een toenemende radius aan Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 135 DCT wendpatroon is alleen beschikbaar als het systeem een geldige diepte-invoer heeft. Waarschuwing: Gebruik het DCT wendpatroon alleen als de zeebodem daarvoor geschikt is. Gebruik de functie niet in onrustig water waarbij de diepte binnen een klein gebied sterk verschilt. Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 136 • Selecteer Bakboord of Stuurboord om het DCT-patroon te starten en de helling van de bodem aan stuurboordzijde of bakboordzijde te volgen Bakboordoptie Stuurboordoptie (diepte neemt af aan bakboordzijde) (diepte neemt af aan stuurboordzijde) Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 137 Stuurautomaat instellen Het instellingenvenster Stuurautomaat is afhankelijk van welke stuurautomaatcomputer op het systeem is aangesloten. Als er meer dan één stuurautomaat is aangesloten, toont het instellingenvenster Stuurautomaat de opties voor de actieve stuurautomaat. Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 138 Bepaalt of de gegevensbalk van de stuurautomaat wordt getoond wanneer de stuurautomaat is ingesteld op Standby. Instellingen voor inbedrijfstelling en besturing reactie Zie "Stuurautomaat instellingen" op pagina 259 voor de instellingen voor inbedrijfstelling en de besturing reactie. Buitenboord stuurautomaat | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 139 Stuurautomaatalarmen Om veiligheidsredenen is het raadzaam om alle stuurautomaatalarmen in te schakelen bij het gebruik van de stuurautomaat. Ga voor meer informatie naar "Menu Alarms (Alarmen)" op pagina 202. Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 140 Ú Notitie: De stuurautomaatcontroller kan ook worden geactiveerd via het dialoogvenster Systeem regelingen. Inschakelen en uitschakelen van de stuurautomaat De stuurautomaat inschakelen • Selecteer de gewenste modus met de knop Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 141 Ú Notitie: In de ankermodus kan de oriëntatie van uw vaartuig worden beïnvloed door wind of stromingen. De volgende ankeropties zijn beschikbaar: Cursor Navigeert naar de cursorpositie en houdt het vaartuig op die positie. Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 142 De positie-informatie wordt gebruikt voor het wijzigen van de te varen koers om de boot op de track-lijn te houden en naar het bestemmingswaypoint te leiden. Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 143 Het laatste waypoint van de wending is het eindwaypoint. Als het vaartuig het eindwaypoint heeft bereikt, wordt het in aankomstmodus geschakeld. Zie "Aankomstmodus" op pagina 146. Een wending starten • Selecteer de bakboord- of stuurboordknop Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 144 Met deze optie zorgt u ervoor dat de boot in een zigzagpatroon gaat varen. Wendvariabelen: • Koersverandering per etappe • Etappeafstand • Aantal etappes Vierkant Stuurt het vaartuig in een vierkant patroon, waarbij koerswendingen van 90° worden gemaakt. Wendvariabele: Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 145 (C) te selecteren. Een trail opnemen en opslaan Een trail kan vanuit de stuurautomaatcontroller worden opgeslagen als een route. Als Trail opnemen is uitgeschakeld, kan de functie worden ingeschakeld vanaf de stuurautomaatcontroller. Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 146 Standby De stuurautomaat wordt uitgeschakeld. De trollingmotor wordt bediend met een handheld afstandsbediening of met een voetpedaal. Koers vastzetten In deze modus wordt de laatste koers van het vaartuig vergrendeld en aangehouden. Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 147 De knoppen van het voetpedaal van de Ghost trollingmotor configureren U kunt drie van de actieknoppen (A, B en C) op het voetpedaal van de Ghost trollingmotor configureren. Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 148 Selecteer een actie in de vervolgkeuzelijst voor elk van de knoppen die u wilt configureren. Stuurautomaat trollingmotor | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 149 De audiocontroller De bedieningsknoppen, tools en opties verschillen per audiobron. Bedieningsbalk Audiocontroller, kleine en grote displays Bron en broninformatie Bedieningsknoppen Aan/uit-knop De Uit-knop bevindt zich op kleine displays in de bronnenlijst. Audiosysteem opzetten Audio | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 150 Het aantal bronnen is afhankelijk van de actieve audioserver. Bluetooth-apparaten Als uw audioserver Bluetooth ondersteunt, wordt Bluetooth vermeld als bron. Via het Bluetooth-pictogram in de audiocontroller kunt u de audioserver koppelen met Bluetooth-audioapparaten zoals een smartphone of tablet. Een AM/FM-radio gebruiken Audio | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 151 DVD video bekijken Als uw Audioserver het afspelen van DVD's ondersteunt, kunt u de DVD-speler vanaf de audiocontroller bedienen als de audiobron op DVD is ingesteld. Audio | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 152 Videostandaard Selecteer het videoformaat voor de Audioserver, zodat het overeenkomt met het beeldscherm dat op de Audioserver is aangesloten. Audio | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 153 Ondersteunde radar Halo koepelradar wordt ondersteund. Het radarpaneel Radarinformatievenster Vaarrichtingslijn* Kompas* Afstandsringen* EBL/VRM gegevensbox* * Optionele radarsymbolen Radarsymbolen kunnen in het radarmenu collectief in-/uitgeschakeld worden, of individueel zoals beschreven in het dialoogvenster radarinstellingen. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 154 Wanneer u kiest voor radar-overlay, zijn de basisradarfuncties beschikbaar in het kaartpaneelmenu. Bron radar-overlay selecteren op kaartpanelen Om de radarbron te selecteren van de radar-overlay die op het kaartpaneel verschijnt, gebruikt u de opties in het menu Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 155 Systeem regelingen. Het radarbereik aanpassen Het radarbereik wordt in het gedeelte systeeminformatie op het radarbeeld weergegeven. Gebruik de zoomknoppen om het bereik te vergroten of verkleinen. Dubbel bereik Ú Notitie: Halo20 ondersteunt tweevoudig bereik niet. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 156 Aangezien zeeruis op korte afstand is en regenruis vaak op langere afstand, kunnen de regenruisinstellingen worden aangepast zonder dat de echo's in het zeeruisgebied worden aangetast. Het radarbeeld kan worden aangepast zoals in de volgende onderdelen beschreven. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 157 Waarschuwing: Het gebruik van deze modus wordt afgeraden in drukke havenomgevingen. Bird+ modus De Bird+ modus werkt met Halo 3000 serie radars en biedt verbeterde mogelijkheden voor offshore vogeldetectie op lange afstand. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 158 Wanneer het apparaat is aangesloten op een radar met een dubbel bereik, kunt u de radar in de modus Dubbel bereik gebruiken. Ú Notitie: Tweevoudig bereik wordt niet ondersteund door Halo 3000 radars in de Bird+ modus. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 159 De versterking regelt de gevoeligheid van de radarontvanger. Door een hogere versterking wordt de radar gevoeliger voor radarecho's, zodat er zwakkere doelen getoond worden. Als de versterking te hoog staat, kan het beeld vollopen met achtergrondruis. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 160 Als de neerslag boven het schip is, heeft de aanpassing van de regen-echo impact op de weergave van nabije echo's. Cursor op een radarpaneel gebruiken Standaard wordt de cursor niet weergegeven op het radarpaneel. Wanneer u de cursor op het radarpaneel plaatst, wordt het cursorpositievenster geactiveerd. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 161 Ruisonderdrukking in op Hoog en kies een zo laag mogelijke drempel. De standaardwaarde is 30% voor minder ruis op het scherm. In sommige gebieden met ongewoon veel interferentie levert UIT mogelijk het beste radarbeeld op. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 162 Stelt de rotatiesnelheid van de antenne in. Met deze optie krijgt u sneller een update van doelen. Ú Notitie: Of de maximale snelheid wordt bereikt is afhankelijk van de instellingen, de modus en het bereik die voor de radar Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 163 Naderende doelen - alleen naderende doelen worden gekleurd De kleur van naderende en afwijkende doelen hangt af van het gebruikte palet: Radarbeeldpaletten • Afwijkende doelen zijn blauw gekleurd op alle radarbeeldpaletten. • Naderende doelen hebben de volgende kleuren op radarbeeldpaletten: Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 164 VelocityTrack als hulpmiddel om botsingen te vermijden. Hieronder wordt geïllustreerd hoe VelocityTrack zich gedraagt in 2 verschillende navigatiescenario's. De illustraties tonen een doel (A) dat het pad van het eigen schip (B) kruist. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 165 VelocityTrack-snelheid. Blauw (C4/C5 en D5) geeft aan dat het doel zich verwijdert van • het eigen schip en dat de relatieve snelheid ervan op dat moment hoger is dan de maximum VelocityTrack-snelheid. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 166 Koers boven werd geactiveerd. Als het schip keert, blijft de peilingschaal constant, terwijl de koerslijn meedraait met de koerswijziging van het schip. De Koers boven oriëntatie wordt gereset door de modus Koers boven opnieuw te selecteren. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 167 Verplaats de cursor naar de gewenste offset-positie en bevestig uw selectie. Modus Radarbeweging Radarbeweging wordt linksboven op het radarpaneel aangegeven als TM (True motion - Ware beweging) of RM (Relative motion - Relatieve beweging). Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 168 (raadpleeg "Radarinstellingen" op pagina 179). Doelsporen Een doelspoor geeft de doelverplaatsing aan door nalichten, waarbij de intensiteit na verloop van tijd geleidelijk afneemt. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 169 Definiëren van een EBL/VRM markering Zorg dat de cursor niet actief is. Activeer het menu Meer, selecteer EBL/VRM en vervolgens EBL/VRM 1 of EBL/VRM 2. De EBL/VRM bevindt zich nu op het radarbeeld. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 170 U kunt trackingzones instellen (max. bereik 42 Nm). Zie "Doeltrackingzones" op pagina 171. Het systeem volgt doelen die de zones binnenkomen en voldoen aan de instellingen die u maakt in het dialoogvenster Vaartuigen en gevolgde doelen. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 171 Schakel dit uit om alle uit te schakelen. De zones worden van het radarbeeld verwijderd. De radar stopt met het verkrijgen van doelen binnen de zones en er worden geen alarmmeldingen verzonden. Ú Notitie: Het ZoneTrack-doellimiet is 50 doelen per zone. Het doellimiet kan niet worden gewijzigd. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 172 A: Peiling, relatief ten opzichte van de vaarrichting van het vaartuig B: Diepte C: Bereik, relatief ten opzichte van het midden van het vaartuig D: Breedte Vorm: Sector Vorm: Cirkel Kies Opslaan om uw instellingen op te slaan. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 173 Om het bekijken van specifieke doelen te stoppen, selecteert u een bekeken doel op het radarbeeld en daarna de optie Stop kijken. De optie Stop kijken is beschikbaar in het menu als het bekeken doel is geselecteerd. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 174 Toont de ring en het ID-nummer van het gevolgde doel. Gevolgd bewegend gevaarlijk doel (paar), met spoor als doelgeschiedenis is ingeschakeld. De paarse kleur wordt weergegeven als het radarpalet wit/rood is. Toont de ring en het ID-nummer van het gevolgde doel. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 175 • Zee, regen, sneeuw en lage bewolking zorgen voor • Radarinterferentie • Nevenbundelecho's • Blinde vlekken • Slechte signaal-ruisverhouding en signaal-clutterverhouding Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 176 Er is een aanpassingsoptie in het geavanceerde menu. Zie "Radarstoring onderdrukken" op pagina 162. Tweedespoor-echo Een tweedespoor-echo is een echo van een doel op grote afstand ontvangen nadat de volgende puls is uitgezonden. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 177 Verloren doel wordt geactiveerd. Gebruik de functie Sector onderdrukking om te zorgen dat de radar niet meer scant in de richting van maximaal vier sectoren. Zie "Sector onderdrukking" op pagina 268. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 178 Vaartuigen en gevolgde doelen (TCPA/CPA-instellingen) en als de alarmoptie Gevaarlijk vaartuig ingeschakeld is in het dialoogvenster Alarminstellingen, wordt het berichtendialoogvenster Gevaarlijk vaartuig weergegeven. De volgende opties zijn beschikbaar in het berichtendialoogvenster: Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 179 Radarinstellingen In deze sectie worden alleen de gebruikersinstellingen vermeld. Zie "Systeem instellen" op pagina 248 voor de installatie-instellingen. Symbolen op radarpaneel Kies of u symbolen op het radarpaneel wilt weergeven of verbergen: Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 180 Dit dialoogvenster bevat instellingen voor zowel AIS- als radardoelen. Specifieke AIS-instellingen zijn alleen beschikbaar als u een compatibel AIS-apparaat op uw systeem hebt aangesloten. Gebruik deze optie om het volgende op te geven: • Gevaarlijke doelen Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 181 Vaartuigen en gevolgde doelen. Zie "Vaartuigen en gevolgde doelen" op pagina 180. Installatie De installatie-optie wordt gebruikt voor het opgeven van instellingen voor radarinstallatie. Installatie-instellingen moeten Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 182 Raadpleeg "Radarinstallatie" op pagina 264 voor meer informatie. Radar | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 183 U kunt naar AIS doelen zoeken met behulp van de optie Zoeken in het menu. Als de cursor actief is, zoekt het systeem naar vaartuigen nabij de cursorpositie. Als de cursor niet actief is, zoekt het systeem naar vaartuigen nabij de positie van uw vaartuig. Doelinformatie weergeven | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 184 Het dialoogvenster Vaartuigen toont ook ontvangen AIS berichten. AIS-vaartuig details Gedetailleerde informatie over een AIS-doel is verkrijgbaar via het dialoogvenster AIS-vaartuigen. Om het dialoogvenster weer te geven: • selecteer de pop-up AIS • selecteer de optie Info in het menu | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 185 Het bericht kan worden gelezen op het tabblad Berichten in het dialoogvenster met vaartuigen. Selecteer de vaartuigknop op de werkbalk om het dialoogvenster met vaartuigen weer te geven. | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 186 AIS SART, en de positie, afstand en vaarrichting van de AIS SART ten opzichte van uw vaartuig. U hebt de volgende opties: • Het alarm negeren - Het alarm wordt gedempt en het bericht gesloten. Het alarm verschijnt niet opnieuw. | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 187 Ú Notitie: De optie Gevaarlijk vaartuig moet zijn ingeschakeld anders zal het systeem geen waarschuwingen weergeven als er een gevaarlijk vaartuig wordt gedetecteerd. | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 188 Weergeven: hiermee wordt het berichtendialoogvenster • gesloten en het kaartpaneel geopend met de pop-upmelding Gevaarlijk vaartuig geactiveerd. U kunt de pop-upmelding van het vaartuig in het kaartpaneel selecteren om de AIS-vaartuig details te bekijken. | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 189 (stippellijn). Wordt als een rechte lijn weergegeven als het doel recht gaat of als er geen gegevens over de wendsnelheid van het AIS-doel beschikbaar zijn. Bewegend AIS-doel met spoor. Bewegend AIS-doel met voorspelde koersverlenging (gebaseerd op wendsnelheid uit AIS-gegevens). | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 190 AIS AtoN (navigatiehulpmiddelen) doelsymbool. AIS AtoN (navigatiehulpmiddelen) gevaarlijk doel. De gele kleur wordt weergegeven als het radarpalet zwart/rood of zwart/groen is. AIS AtoN (navigatiehulpmiddelen) gevaarlijk doel. De paarse kleur wordt weergegeven als het radarpalet wit/rood is. | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 191 AIS vaartuigen. De lengte van de verlengingslijn wordt ingesteld als vaste afstand, of om de afstand aan te geven die het vaartuig zal afleggen binnen een aangegeven tijd. Raadpleeg "Verlengingslijnen" op pagina 50 voor informatie over verlengingslijnen voor uw vaartuig. | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 192 - Max AIS targets - alle of een maximum aantal AIS-doelen weergeven. - Verberg langzamere doelen - doelen langzamer dan een bepaalde snelheid of alle doelen ongeacht de snelheid weergeven. - Verberg verloren doelen - verloren doelen die in de opgegeven tijd verloren zijn gegaan verbergen. | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 193 Lengte geschiedenis Sporen kunnen worden gebruikt om de vorige posities van een doel te visualiseren. De lengte van de geschiedenis bepaalt de tijdweergave van het trail. | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 194 De SiriusXM® weerservice beslaat diverse binnenwateren en kustgebieden van Noord-Amerika. Zie www.SiriusXM.com/ sxmmarine voor meer informatie. Sirius statuspaneel Als de weermodule op het systeem is aangesloten, krijgt u toegang tot het Sirius statuspaneel. SiriusXM weer | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 195 Sirius weerpaneel Het Sirius weerdisplay kan als overlay op uw kaartpaneel worden weergegeven. Als de weer-overlay geselecteerd is, wordt het kaartmenu uitgebreid met de beschikbare weeropties. Kleurnuances voor neerslag SiriusXM weer | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 196 U kunt weersinformatie ook vanuit het menu weergeven door het weerpictogram te selecteren en daarna de menuoptie Info - Weer item. Lokaal weer Het dialoogvenster Lokaal weer toont de huidige weersomstandigheden en de weersverwachting voor uw huidige locatie. SiriusXM weer | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 197 Regen Van lichtgroen (lichte regen) - geel - oranje - tot donkerrood (zware regen) Sneeuw Blauw Gemengd Roze Temperatuur zeeoppervlak (ZWT) U kunt de oppervlaktetemperatuur van de zee weergeven als kleurarcering of als tekst. SiriusXM weer | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 198 In het voorbeeld hieronder ziet u 3 x grote windveer + 1 x keer kleine windveer = 35 knopen, en is 60 knopen aangegeven met 1 x pijlvormige windveer + 1 x grote windveer. SiriusXM weer | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 199 Verenigde Staten en Canada, met uitzondering van de gebieden op volle zee. U kunt een zeegebied selecteren en vervolgens de weersverwachting bekijken. U kunt ook een zeegebied selecteren als uw huidige favoriete zone. U wordt dan geïnformeerd over weerswaarschuwingen in dat gebied. SiriusXM weer | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 200 De weersinformatie die u hebt ingeschakeld wordt opgenomen. Deze informatie kan worden gebruikt om animaties te maken van eerdere of toekomstige weersomstandigheden. De hoeveelheid informatie die in het systeem beschikbaar is, hangt af van de SiriusXM weer | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 201 De National Weather Service heeft een watchbox gedefinieerd. Wanneer het alarm voor watchbox is ingeschakeld, gaat er een alarm af wanneer uw vaartuig een watchbox binnengaat of zich hierin bevindt. SiriusXM weer | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 202 Als er meer dan één alarm tegelijk actief is, kunnen in het pop- upvenster Alarmen 3 alarmmeldingen worden weergegeven. De alarmen staan op volgorde van gebeurtenis, met bovenaan het Menu Alarms (Alarmen) | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 203 Via dit dialoogvenster kunt u ook naar het dialoogvenster Instellingen, waar u alle systeemalarmen kunt in- of uitschakelen. Dialoogvensters Alarmen De dialoogvensters Alarmen worden geactiveerd vanuit het dialoogvenster Alarminstellingen of door de knop Alarm op de werkbalk te selecteren. Menu Alarms (Alarmen) | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 204 Menu Alarms (Alarmen) | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 205 Biedt configuratie- en instellingsopties voor de draadloze functionaliteit. Verbinding maken met internet Wordt gebruikt om verbinding te maken met een hotspot met internettoegang. Wanneer de verbinding is gemaakt, wordt de tekst gewijzigd naar "Is al aangesloten". Internetverbinding | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 206 Het uitschakelen van de interne Wi-Fi® functie vermindert het stroomverbruik van de unit. Wi-Fi® netwerken Geeft de verbindingsstatus van het Wi-Fi® netwerk weer. Als het MFD met het internet is verbonden (Wi-Fi® hotspot), wordt de hotspotnaam (SSID) weergegeven. Internetverbinding | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 207 Iperf en DHCP Probe zijn hulpmiddelen voor diagnostische doeleinden, bedoeld voor gebruikers die bekend zijn met de terminologie en configuratie van netwerken. Navico is niet de ontwikkelaar van deze hulpmiddelen en kan geen ondersteuning verlenen bij het gebruik. Internetverbinding | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 208 Er moet een Iperf-server worden uitgevoerd op de unit voordat de test vanaf de tablet wordt gestart. Na het verlaten van de pagina wordt Iperf automatisch gestopt. Internetverbinding | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 209 MFD te verbinden. Wanneer het pictogram is geselecteerd gebeurt het volgende: • Bluetooth® wordt ingeschakeld op het MFD • het dialoogvenster Bluetooth® wordt geopend met een lijst van alle Bluetooth® apparaten binnen bereik Uw telefoon gebruiken met de MFD | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 210 MFD verschijnen. Telefoonmeldingen Nadat de telefoon en de unit zijn gekoppeld en verbonden, gebruikt u het telefoonpictogram om de lijst met berichten en de belgeschiedenis weer te geven. Uw telefoon gebruiken met de MFD | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 211 Het beantwoorden van een inkomend gesprek Een gesprek moet worden beantwoord of afgewezen vanaf de telefoon. U kunt met een tekstbericht reageren op een binnenkomend gesprek (niet beschikbaar voor iPhone®). Uw telefoon gebruiken met de MFD | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 212 MFD en de telefoon • controleer of de telefoon niet verbonden is met andere Bluetooth® apparaten • stel de iPhone® handmatig in om meldingen van het MFD te ontvangen: Uw telefoon gebruiken met de MFD | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 213 MFD Controleer of de berichten-app niet open en actief is op de iPhone®. Bluetooth-apparaten beheren Bluetooth-apparaten binnen bereik worden getoond in het dialoogvenster Bluetooth-apparaten. Zie "Bluetooth® opties" op pagina 206. Uw telefoon gebruiken met de MFD | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 214 Let op: • gebruik geen hogedrukspuit Kalibratie touchscreen Ú Notitie: Zorg dat het scherm schoon en droog is alvorens de kalibratie uit te voeren. Raak het scherm niet aan, behalve als dit wordt gevraagd. Onderhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 215 Geïnstalleerde software en software-updates Het dialoogvenster toont de softwareversie die op dit moment is geïnstalleerd op deze unit (A). Als de unit is verbonden met internet toont het dialoogvenster tevens beschikbare software-updates (B). Onderhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 216 U ontvangt een bericht wanneer er nieuwe software-updates beschikbaar zijn. U kunt handmatig de update(s) starten vanuit het dialoogvenster Updates. Onderhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 217 Deze unit of een aangesloten apparaat updaten: • Selecteer het updatebestand in het dialoogvenster Ú Notitie: Schakel de unit of het aangesloten apparaat niet uit tot de update is voltooid of tot u wordt gevraagd de unit opnieuw op te starten. Onderhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 218 U kunt het ook rechtstreeks uploaden als u een internetverbinding hebt. Back-up maken van uw systeemgegevens Het wordt aanbevolen gebruikersgegevens en uw instellingendatabase regelmatig te kopiëren, als onderdeel van uw back-upprocedure. Onderhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 219 Dient gebruikt te worden bij de overdracht van gebruikersgegevens van het ene systeem naar een verouderd product Gebruikersgegevensbestand 2 (zonder diepte) • Kan gebruikt worden bij de overdracht van gebruikersgegevens van het ene systeem naar een verouderd product Onderhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 220 Selecteer de optie Exporteren om naar de geheugenkaart te exporteren. Ú Notitie: U kunt de functie voor het opslaan van geëxporteerde regio's gebruiken om de informatie naar een geheugenkaart te exporteren. Plaats vervolgens de kaart in een ander apparaat en Onderhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 221 Gebruikersgegevens die uit het geheugen zijn gewist of verwijderd, kunnen niet worden hersteld. De instellingendatabase exporteren Met de optie Instellingendatabase in het dialoogvenster Opslag exporteert u uw gebruikersinstellingen. Systeeminstellingen importeren Waarschuwing: Bij het importeren van systeeminstellingen worden alle bestaande systeeminstellingen overschreven. Onderhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 222 Sluit een opslagapparaat aan op de unit Blader door het geheugen en selecteer het gewenste back- upbestand om het importeren te starten Onderhoud | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 223 Simulator bronbestanden U kunt selecteren welke databestanden de simulator gebruikt. Dit kunnen vooraf opgenomen gegevensbestanden van uw apparaat zijn, uw eigen opgenomen logbestanden, of logbestanden op een op de unit aangesloten opslagapparaat. Simulator | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 224 Startpositie instellen Verplaatst uw gesimuleerde vaartuigpositie naar de huidige cursorpositie. Ú Notitie: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de GPS-bron is ingesteld op Gesimuleerde koers. Simulator | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 225 - Door het selecteren van de Vaartuig knop wordt de motorbedieningsunit geopend. Wanneer de functies zijn ingeschakeld, wordt de gebruiker mogelijk gevraagd om informatie over basisinstellingen op te geven. Raadpleeg voor meer informatie de VesselView handleiding of de motorleverancier. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 226 Wanneer de functie beschikbaar is, wordt een BRP® pictogram toegevoegd aan de startpagina. Er worden maximaal twee bedieningsunits en vier motoren ondersteund. Als de functie ook is ingeschakeld in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen: Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 227 Druk één keer op de AUTO-knoppen om de Power-Pole® ankers automatisch helemaal op te halen en neer te laten. Met de handmatige knoppen Omhoog en Omlaag kunt u de poles zo ver omhoog of omlaag brengen als u wilt. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 228 Als u dit wilt omwisselen, moet u de verbonden Power-Pole® ankers ontkoppelen. Schakel vervolgens Bluetooth® uit en weer in via het dialoogvenster met draadloze instellingen om het Bluetooth® geheugen te resetten. Zodra Bluetooth® weer is ingeschakeld, gaat Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 229 Grijs Geen stroom Noodstroomoverdracht Als de accu van de motor bijna leeg is en u stroom van de hulpaccu wilt overbrengen naar de accu van de motor, selecteert u deze optie. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 230 Raadpleeg de documentatie van het CZone® digital switching apparaat voor informatie over hoe u het apparaat kunt configureren zodat het in de bedieningsbalk wordt opgenomen. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 231 Knoppen van de bedieningsbalk De knop geeft de status van de schakelaar aan. Uit (zwart) De schakelaar staat UIT. Aan (blauw) De schakelaar staat AAN. Fout (rood) Er is een schakelaar- of communicatiefout. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 232 Als die niet in de bedieningsbalk verschijnt, kunt u die activeren in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen. U kunt het dialoogvenster Geavanceerde instellingen ook gebruiken om ITC Lighting in de bedieningsbalk te deactiveren. De ITC Lighting bedieningsbalk Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 233 • Muziek synchroniseren Geen aansluiting Als er een verbindingsprobleem optreedt tussen het MFD en de ITC Lighting bediening, wordt er een bericht met de melding Niet verbonden weergegeven in de bedieningsbalk. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 234 Als u de verlichtingscontroller handmatig wilt in- of uitschakelen, gaat u naar Instellingen > Geavanceerde instellingen > Functies en schakelt u RGBW Lighting in of uit. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 235 Geen aansluiting Als er een verbindingsprobleem optreedt tussen het MFD en de verlichtingscontroller, wordt er op de bedieningsbalk een melding weergegeven dat er geen aansluiting is. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 236 De NMEA 2000® RGBW Lighting bedieningsbalk Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 237 Als het aan/uit-pictogram is ingeschakeld, wordt de kleur weergegeven die is geselecteerd voor de zone of het licht. Als het is uitgeschakeld, is het aan/uit-pictogram zwart-wit. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 238 Effecten - selecteer deze optie om verschillende effecten toe te passen op lichtzones. Aan/uit-knop - hiermee worden de lichten in- of uitgeschakeld. Kleur - hiermee worden de schuifregelaars voor kleurselectie geopend. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 239 Effecten. Als u een effect wilt starten, opent u een van de effecten en selecteert u Start. Als u een effect wilt stoppen zonder de zoneverlichting uit te schakelen, opent u het effect en selecteert u Stop. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 240 Selecteer het kleurenblok. Selecteer Maken onder aan het menu. Selecteer Toevoegen. Gebruik de schuifregelaars voor kleur en tint om de kleur te kiezen en selecteer het vinkje om deze toe te voegen. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 241 Selecteer deze optie om de snelheid aan te passen waarmee het programma-effect verandert. Kleursnelheid Selecteer deze optie en gebruik de schuifregelaar om de snelheid aan te passen waarmee de kleur verandert. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 242 Als u een zone wilt verwijderen, selecteert u de zone in het dialoogvenster Verlichting beheren. Selecteer in het dialoogvensterZonedetails de optie Deze zone verwijderen. Notitie: Als u een licht afzonderlijk wilt inschakelen, moet dit eerst uit de zone worden verwijderd. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 243 De pictogrammen geven de kleur weer die is geselecteerd voor de zone of het licht. Als voor de lichten een kleurenreeks is geselecteerd, geven de pictogrammen verticale balken in de geselecteerde kleurenreeks weer. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 244 • verandert. Kleursnelheid - selecteer de snelheid waarmee de kleur • verandert. Effecten kunnen ook worden bewerkt via het menu Effecten. Notitie: De opties kunnen variëren, afhankelijk van het geselecteerde programma. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 245 Als u een bestaande scène wilt bewerken, navigeert u vanuit het bedieningspaneel voor verlichting naar de scène en selecteert u het pictogram met het weglatingsteken om het dialoogvenster Scène beheren te openen. Breng de gewenste verlichtingswijzigingen aan en selecteer Opslaan. Integratie van apparaten van derden | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 246 Opslagtemperatuur Toegang tot het bestandsbeheersysteem. Hiermee kunt u de inhoud van het interne geheugen van de unit en op de unit aangesloten opslagapparaten bekijken en beheren. De werkbalk | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 247 Ú Notitie: Het apparaat moet verbonden zijn met internet om deze functie te gebruiken. Zie "Internetverbinding" op pagina 205. De werkbalk | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 248 Hieronder worden de opties beschreven die beschikbaar zijn in het dialoogvenster. Sommige opties worden geconfigureerd met de wizard voor de eerste keer opstarten en sommige moeten worden geconfigureerd tijdens de eerste installatie op basis van waar en Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 249 Snelle toegang toetsen Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst om op te geven wat er moet gebeuren wanneer de toets wordt ingedrukt. U kunt de instelling later naar uw voorkeur wijzigen. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 250 De optie Satellieten geeft een grafische weergave en numerieke waarden weer voor beschikbare satellieten. Ú Notitie: De inhoud van de dialoogvensters Satellieten varieert afhankelijk van de aangesloten antenne. In dit dialoogvenster kunt u de actieve GPS-sensor selecteren en configureren. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 251 Met de optie Functie kunt u functies in- of uitschakelen die niet automatisch door het systeem worden in- of uitgeschakeld. Ú Notitie: Sommige functies kunnen worden in-/uitgeschakeld of ontgrendeld via de optie Functie in het dialoogvenster Instellingen. Zie "De optie Functies" op pagina 252. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 252 Nadat een functie-ontgrendelingscode is ingevoerd in de unit, is de functie beschikbaar voor gebruik. Ú Notitie: De optie Functie ontgrendelen is alleen beschikbaar als uw unit een vergrendelde functie ondersteunt. Services Voor toegang tot websites die functies voor services leveren. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 253 Zorgt dat de interne sonar geselecteerd kan worden in het menu van het sonarpaneel. Wanneer de interne sonar is uitgeschakeld, wordt deze niet vermeld als sonarbron voor de units op het netwerk. Selecteer deze optie op een unit zonder aangesloten transducer. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 254 Bron Selecteer deze optie om een lijst van bronnen weer te geven die beschikbaar zijn voor configuratie. De instellingen die u configureert in de rest van het dialoogvenster gelden alleen voor de geselecteerde bron. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 255 Het kan nodig zijn lokale invloeden op de gemeten temperatuur te corrigeren. Kalibratiebereik: -9,9° - +9,9°. 0° is standaard. Ú Notitie: Kalibratie van de watertemperatuur verschijnt alleen als de transducer temperatuur kan meten. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 256 Bron Selecteer deze optie om een lijst van bronnen weer te geven die beschikbaar zijn voor configuratie. De instellingen die u configureert in de rest van het dialoogvenster gelden alleen voor de geselecteerde bron. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 257 Als de montagehoek van de transducer verkeerd is, kan het beeld onjuist worden weergegeven. De configuratiewizard opnieuw starten Gebruik deze optie om de configuratiewizard handmatig te starten. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 258 Gebruik deze optie om aan te geven of de ActiveTarget transducer moet worden gebruikt in de modus Neer, Vooruit of Scout. Diepte offset Zie "Diepte offset" op pagina 255 voor uitleg over deze instelling. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 259 De NAC-1 stuurautomaatcomputer (stuurautomaat voor buitenboordmotor) moet worden ingesteld zoals beschreven in de volgende hoofdstukken. Ú Notitie: Het woord roer wordt soms gebruikt in menu’s en dialoogvensters. In deze context fungeert de buitenboordmotor als roer. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 260 - Controleer de aansluiting van de bedrading. - Herhaal de stappen voor het kalibreren van het roer. Kalibratie hydraulisch systeem Kalibratie van de virtuele roerstandterugmelder (VRF) is van toepassing op vaartuigen met een hydraulisch stuursysteem. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 261 Geen stuurautomaat computer Mogelijke oorzaak: De MFD maakt geen contact meer met de NAC-1 computer. Aanbevolen actie: • Controleer of de NAC-1 computer is ingeschakeld. • Controleer de aansluitingen van de NAC-1 op het CAN-bus netwerk. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 262 AP nav gegevens ontbreken* Mogelijke oorzaak: Ontbrekende of ongeldige NAV-gegevens. Aanbevolen actie: • Controleer op geldige gegevens op het MFD-scherm. • Controleer de bronselectie-instelling. AP roergegevens ontbreken (alleen voor Helm-1-/ kabelstuurinrichting)* Mogelijke oorzaak: Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 263 Controleer de kabelverbindingen tussen NAC-1 en Helm-1. • Controleer de roerstandterugmelder potentiometer in Helm-1. • Controleer de Helm-1 aandrijfmotor. Roeraandrijving overbelast* Mogelijke oorzaak: De aandrijfeenheid wordt uitgeschakeld als gevolg van overbelasting of een kortsluiting. Aanbevolen actie: Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 264 • Controleer de laadspanning. Radarinstallatie Het radarsysteem vereist specifieke radarsensorinstellingen voor aanpassing op een aantal variabelen die in verschillende installaties voorkomen. Ú Notitie: Welke installatie-instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het radartype en model. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 265 Radarstatus Toont scannerinformatie en scannerfuncties, hoofdzakelijk gebruikt voor informatie en om te helpen bij het opsporen van fouten. Antenne instellen Gebruikt om de positie, hoogte en het bereik van de antenne in te stellen. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 266 Geef het vaartuig een positie ten opzichte van de steiger. Pas de bereik-offset aan om de echo van de steiger als een rechte lijn op het display weer te geven. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 267 Een kleine hoeveelheid energie wordt in andere richtingen verspreid. Deze energie wordt aangeduid als 'zijlob energie' en komt voor in alle radarsystemen. De echo's die worden veroorzaakt door zijlobben verschijnen meestal als bogen. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 268 De koers van de sector wordt gemeten vanaf de middellijn van de sector. Ú Notitie: Sector onderdrukking moet alleen worden toegepast als dit strikt noodzakelijk is. Bij onnodig gebruik kan het nut van Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 269 Radar. De accentverlichting kan alleen worden aangepast als de radar in de stand-bymodus staat. Ú Notitie: De blauwe accentverlichting van de pedestal is mogelijk niet in alle jachthavens toegestaan. Raadpleeg het reglement van de lokale jachthaven voordat u de accentverlichting inschakelt. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 270 Apparatenlijst. Raadpleeg "Netwerkinstellingen" op pagina 274 voor algemene informatie over bronselectie. Vaartuiginstellingen In dit dialoogvenster kunt u het aantal motoren, het aantal tanks en de totale brandstofcapaciteit voor alle tanks opgeven. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 271 Configuratie ongedaan maken - herstelt de standaardwaarde van het apparaat. Alle gebruikersinstellingen worden gewist. Brandstofstroom opnieuw instellen - herstelt alleen de instelling van de Brandstof K-waarde, als Kalibreren wordt ingesteld. Alleen Navico-apparaten kunnen opnieuw worden ingesteld. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 272 Ú Notitie: De optie Kalibreren is alleen beschikbaar als Zet op vol is geselecteerd en een brandstofstroomsensor is aangesloten en ingesteld als bron. Ú Notitie: Er worden maximaal 8 motoren met een brandstofstroomsensor ondersteund. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 273 Tankgegevens die worden geleverd door een compatibele motorgateway kunnen ook worden getoond, maar het is niet mogelijk om op deze unit een tankconfiguratie te maken voor dit type gegevensbron. Draadloze instellingen Biedt configuratie- en instellingsopties voor de draadloze functionaliteit. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 274 Indien er meer dan één bron beschikbaar is voor elk gegevenstype, wordt de selectie gemaakt op basis van een interne prioriteitenlijst. Ú Notitie: Deze optie biedt de beste configuratie van beschikbare gegevensbronnen voor de meeste installaties. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 275 De gegevensoptie toont alle gegevens die door het apparaat worden uitgevoerd. Ú Notitie: Een exemplaarnummer instellen voor een product van derden is in de meeste gevallen niet mogelijk. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 276 Dit zijn problemen die kunnen worden opgelost door een connector te vervangen/repareren, een backbone- of netwerkkabel in te korten of het aantal netwerkknooppunten (apparaten) te verminderen. Geeft informatie over Ethernet-activiteit. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 277 AAN voordat het waypoint wordt gemaakt op het zendende toestel. Ú Notitie: Het systeem kan slechts één waypoint tegelijk verzenden of ontvangen via het NMEA 2000® netwerk. Raadpleeg "Back-up maken van uw systeemgegevens" op pagina 218 voor Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 278 Synchronisatie achtergrondverlichting Selecteer deze optie als u synchronisatie van de helderheid wilt toestaan van de verschillende displays die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk. Systeem instellen | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 279 127257 Attitude 127258 Magnetische variatie 127488 Motorparameters, snelle update 127489 Motorparameters, dynamisch 127493 Transmissieparameters, dynamisch 127503 Status AC ingang 127505 Vloeistofniveau 127506 Gedetailleerde status DC 127508 Batterijstatus 127509 Status omvormer 128259 Snelheid, aan water gerefereerd Ondersteunde gegevens | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 280 130074 Route en WP-service - WP-lijst - -naam en -positie 130306 Windgegevens 130310 Omgevingsparameters 130311 Omgevingsparameters 130312 Temperatuur 130313 Vochtigheid 130314 Werkelijke druk 130569 Entertainment - Huidige bestand en status 130570 Entertainment - Bibliotheekgegevensbestand 130571 Entertainment - Bibliotheekgegevensgroep 130572 Entertainment - Bibliotheekgegevens zoeken Ondersteunde gegevens | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 281 130074 Route en WP-service - WP-lijst - -naam en -positie 130306 Windgegevens 127237 Koers/trackcontrole 127250 Voorliggende koers van vaartuig 127258 Magnetische variatie 128259 Snelheid, aan water gerefereerd 128267 Waterdiepte 128275 Afstandlog 129025 Positie, snelle update 129026 COG en SOG, snelle update 129029 GNSS-positiegegevens Ondersteunde gegevens | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 282 129283 Koersafwijking 129284 Navigatiegegevens 129285 Navigatie - Route/WP-informatie 129539 GNSS-DOP's 129540 GNSS-satellieten in beeld 130074 Route en WP-service - WP-lijst - -naam en -positie 130306 Windgegevens 130310 Omgevingsparameters 130311 Omgevingsparameters 130312 Temperatuur 130577 Richtinggegevens Ondersteunde gegevens | Elite FS Gebruikershandleiding...
  • Pagina 283 © 2023 Navico Group. Alle rechten voorbehouden. Navico Group is een divisie van Brunswick Corporation. ®Reg. U.S. Pat. & Tm. Off en ™ algemene wettelijke markeringen. Ga naar www.navico.com/intellectual-property om de wereldwijde www.lowrance.com handelsmerkrechten van Navico Group en andere entiteiten te bekijken.